Borrelen in Brakstraat

Rond 1887 opent Pieternella Johanna Wigard-Geijp een kroeg aan de Brakstraat 13 in Middelburg. Een jaar later staat zij al te boek als winkelierster en tapster. Wellicht is Pieternella in de verte familie van Jan Cornelis Geijp die eigenaar is van het café Harmonie Estaminet aan de Zandstraat. Het kan, maar misschien ook niet.  Op 1 november 1893 verschijnt er een advertentie in de Middelburgsche Courant, die meldt dat J.H. Wigard, echtgenoot van Pieternella, verhuist naar het Oostkerkplein. Hij beveelt zich verder minzaam aan tot het leveren van steenkolen. Dat betekent einde verhaal voor Pieternella’s kroeg, maar of ze daar treurig om is, valt te betwijfelen.

Cornelis Houtop vraagt op 23 oktober 1893 een vergunning aan voor ‘de Kleinhandel in Sterken Drank’ in het pand Brakstraat 13. Op 10 november van dat jaar trouwt hij met Willemina Lievense uit Westkapelle. Houtop’s vader die ook Cornelis heet, heeft een herberg in Sint-Maartensdijk. Soms wordt het horeca-gen doorgegeven via de bloedbaan. Dat is zeker het geval bij Cornelis jr. Hij heeft echter niet lang in weelde kunnen leven. Twee jaar later is het uit met de pret en dient zich een nieuwe eigenaar aan. De broodwinning in de horeca is onderhevig aan schommelingen op de markt. Van honger, maar vooral van dorst.

Gekke naam

Houtop wordt in april 1895 opgevolgd door Adriaan Hendrikse. Hij vraagt die maand een vergunning aan voor ‘de Kleinhandel in Sterken Drank’ in het pand. Aangezien ik nergens een naam heb kunnen vinden, heeft Middelburg Dronk gekozen voor de naam Tapperij Brakstraat. Het is niet eens zo’n gekke naam en de vlag dekt de lading. Op 22 januari 1901 staat Adriaan te boek als tapper. Hij is getrouwd met Maria Anna Contant. Zij dragen een groot verlies met zich mee. Op die dag overlijdt zoon Jan Hendrikse op 6-jarige leeftijd. Kindersterfte komt aan het begin van de vorige eeuw veel voor.

Adriaan en Maria sluiten de deuren van de tapperij in 1912. Wellicht hebben zij genoeg van de drinkebroers die flesjes bier hijsen. Ik ben natuurlijk veel te jong om te hebben kunnen borrelen in de Brakstraat. Jammer, maar helaas.

Aannemer

Tot 1977 zit het aannemersbedrijf  Wattel in het pand Brakstraat 13. Het bedrijf fuseert later met Geschiere en weer later wordt dat bedrijf overgenomen door Bouwgroep Peeters. Zo gaan die dingen nu eenmaal in de wereld van de aannemerij. Ik spreek Alex Wattel wel eens in de stamhut aan de Markt 77 in Middelburg. Hij kan prachtige verhalen vertellen over het aannemersbedrijf. Hij zit zelf ook in de aannemerij en maakt menig reisje in den lande.

Rommelen in ‘t Raedthuijs

In 1963 openen Rob van Hoepen en Adriana Westerbeke grillbar ’t Raedhuijs aan de Markt 91 in Westkapelle. Adriana is de dochter van Janus Westerbeke die jarenlang in ’t Koffiehuis aan de Markt 93 heeft gezeten. En zij is de kleindochter van Willeboord Westerbeke, die ’t Koffiehuis in 1948 heeft overgedragen aan zoon Janus. Van vader op zoon, zo ging dat in die jaren.

Er verschijnt in april 1960 een advertentie in de PZC: ‘G.M.C.-chauffeur gevraagd voor direct. Garage Westerbeke, Markt 91, Westkapelle, tel. 281’. Het is de garage van Adriana’s vader Janus. Een teken aan de wand kun je zeggen, want drie jaar later openen Adriana en Rob hun grillbar in het pand. Er wordt heel wat gerommeld in ’t Raedthuijs. Mensen kwamen er graag en smullen van hetgeen hen wordt voorgezet. De grillbar is een schot in de roos. De Wasschappelse smulpapen smullen met smaak.

Klaaglied

Vaak valt de appel niet ver van de horecaboom en in Westkapelle is dat zeker het geval. Op 19 april 1988 neemt Adriana en Rob’s zoon Rudi van Hoepen namelijk ’t Koffiehuis over van Joke en Sjaak Mekes. Rudi blijft tot 1996 in de zaak. Daarna volgt er ‘een reeks goedwillende, maar gemankeerde horecaffers’, zo schrijft Jan Kaland in zijn prachtige ‘Klaaglied om ’t Koffiehuis’. Op 24 april 2015 heb ik de ‘Onontkoombare ode aan ’t Koffiehuis’ geschreven in de Middelburgse en Veerse Bode mede op basis van Kaland’s verhaal.

Op 18 maart 1986 houdt de VVV Westkapelle haar jaarlijkse ledenvergadering in café-restaurant ’t Raedthuijs aan de Markt in Westkapelle. De vergadering begint om 20.00 uur en zal vast wel een staartje hebben gehad. In december 1988 verschijnt de volgende advertentie in de PZC: ‘Gelukkig Nieuwjaar ‘Rest. ’t Raedthuys’ ‘Café ’t Koffiehuis’ Markt 91-93, Westkapelle Fam. Van Hoepen’. Een advertentie die dan volledig normaal is, maar toch een lichte schaduw is op de toekomst die wacht. Een toekomst die op langere termijn niet rooskleurig oogt.

De Tijd

Jan en Hannie de Witte-Moelker nemen begin 2001 café-restaurant ’t Raedthuijs over van Adriana Westerbeke en echtgenoot Rob van Hoepen. Op maandag 20 december 2004 viert Piet Minderhoud zijn 85e verjaardag in Café-Restaurant ’t Raedthuijs op de Markt. Het is er nog steeds goed van de kost, een goede zaak behoeft geen krans. In 2008 besluiten Jan en Hannie de Witte-Moelker er toch een punt achter te zetten. Zij openen in mei van dat jaar brasserie De Tijd in het pand.

Ik had graag eens gerommeld in ’t Raedthuijs, maar dat is er nooit van gekomen. Een tijdje geleden kwam ik Rudi van Hoepen tegen bij de Vriendschap in Middelburg. Ik hoop dat dat binnenkort nog eens gebeurt en dat we dan kunnen bijpraten.

Swingen in het Podium

In 1979 openden de broers Dick en Jaap Roskam danssociëteit het Podium aan de Beddewijkstraat 15 in Middelburg. De broers waren eerder eigenaren van café de Poort aan de Herenstraat. Zou het de verveling zijn geweest die toesloeg of wilden ze iets anders? Het Podium had een behoorlijk aantal personeelsleden, onder wie Dick Boes, Erik Kettman en Huub Ubben. Er was duidelijk een Utrechtse connectie, aangezien alle heren daar vandaan kwamen. Kettman werkte eerder in Drinkhuis de Pijp in het Kerspel in Middelburg.

Affiche

In die tijd woonde ik samen met Herman Temmar op Blindenhoek 4 in Middelburg. Onze buren op nummer 2 waren Leo Hannewijk, Marijke Smulders, Franky Berhitu en Maria de Lange. Leo en Marijke waren, dacht ik, getrouwd, zodat Leo niet in dienst hoefde, maar zeker weten doe ik dat niet. Het waren in ieder geval jofele buren. Later heb ik meer dan eens met Marijke geswingd in de Stadsdanszaal. Het was een fantastische tijd in het Podium. Aan de wand hing een levensgrote affiche van een of ander sigarettenmerk, volgens mij  Saint Michel. Er was een trap en als je die afdaalde kwam je op de immense dansvloer. Aangezien het een sociëteit was, moest je lid worden. Zoals op mijn ledenpas is te zien, deed ik dat vrij snel.

Broodjes

Samen met mijn makkers Junus Saija, Ton Stanowicki en Herman Temmar kwamen wij nogal eens in het Podium. Liefst op vrijdagavond, want dan ging iedereen los. Je mocht niet blowen in de zaak, maar daar hadden wij wat op gevonden. De zogenaamde binnenportiers lagen echter altijd op de loer. Wij hielden een poosje de adem in en bliezen dan pas die heerlijke walm uit. Het werkte goed. Beneden bij de toiletten werd veel geblowd, maar dat was te ver lopen vonden wij. Wij rookten ons blowtje aan de bar. Die bar werd vaak bemenst door Kettman. In die tijd dronken we soms Ballantine’s. Kettman kondigde die bestelling altijd aan met ‘Een balletje voor de heren’.

Het waren tijden om nooit te vergeten en dat ben ik ook niet van plan. Als je slim was kon je broodjes kaas of ham ratsen. Die lagen als het ware voor het grijpen. Degene achter de bar werd afgeleid en klaar was Kees. Zo hadden we gratis en voor niets broodjes. Met smaak maalden we ze achter onze kiezen. Ik schaam me achteraf wel voor dit gedrag, maar een mens moet nu eenmaal eten.

Vergunning

Inmiddels was de VOF Roskam-Boes opgericht. Doordat ze in januari 1982 geen vergunning kreeg, moest het Podium de deuren sluiten. Ik vond dat heel jammer, want het was een tent om te zoenen. Er kon nooit meer worden geswingd in het Podium! Later kwamen achtereenvolgens Myrael en The Cavern in het pand, maar dat had niet de adem van het grote. Ik denk nog vaak vol weemoed aan het Podium. Het was een baken voor mijn toekomst die wachtte.

Van Bemareljo tot Babbelaar

In 1970 openen Janna Hendrikse en echtgenoot Lou Jobse cafetaria Bemareljo aan de Dorpsstraat 29 in Oostkapelle. Drie jaar later verhuizen zij hun zaak naar Dorpsstraat 18, aan de andere kant van de straat. Resto-Bar Bemareljo wordt op vrijdag 30 maart 1993 geopend door burgemeester Frederik Gerard Sprenger van Domburg. ’s Avonds is er een open huis van 19.00 uur tot 21.00 uur. Er moet natuurlijk worden gedronken op een goede afloop.

Janna en Lou openen in 1981 ook friettent De Bostent aan de Duinweg 119 in Oostkapelle. Sinds de jaren ‘60 baten zij ook al een consumptietent uit aan het strand in Oostkapelle. Janna is in Westkapelle geboren. Dat verhaal heeft een fraai staartje. Haar moeder Barbora Lievense is een dochter van varkenskoopman Jan Lievense, bijgenaamd Jan de Kikker. De zus van Jan de Kikker, Pieternella Lievense, trouwt met Noach Minderhoud. Samen openen zij in 1906 een café aan de Gravenstraat in Middelburg. Het café wordt in 1930 overgenomen door zoon Piet Minderhoud. Piet moet het café in 1940 noodgedwongen verplaatsen naar de Latijnse Schoolstraat, maar laten we terugkeren naar Resto-Bar Bemareljo.

Restrictie

In juni 1978 meldt Jobse dat hij een werkster en tevens hulp voor bar en bediening zoekt, met als enige restrictie dat het personeel boven de achttien jaar moet zijn. Restaurant Bemareljo aan de Dorpsstraat 18 zoekt in februari 1996 ‘voor komend seizoen een creatieve en zelfst. werkende kok’, waarvan akte. Een jaar later is het uit met de pret voor restaurant Bemareljo, dat haar naam overigens dankt aan achtereenvolgens  Bea, Marga, Elly en Jos Jobse.

In februari 1997 openen dochter Marga Jobse en partner Jacco de Lignie eetcafé de Babbelaar in het pand. Eerst hebben zij echter hun eetcafé behoorlijk uitgebreid door een deel van het interieur te slopen. Het sloopwerk levert een aanmerkelijk grotere ruimte op die wellicht gevuld wordt met een splinternieuw interieur. Daar ga ik tenminste vanuit.

Serious Request

Op 23 mei 1997 vraagt eetcafé de Babbelaar met onmiddellijke ingang een kok en een hulpkok en medewerker cafetaria, beiden voor 38 uur per week. Op 5 juni 1998 is het weer prijs. De Babbelaar zoekt dan medewerkers voor de keuken, afwas en cafetaria. Het wordt in de loop der jaren steeds drukker. V.O.F. Jobse verbouwt de zaak een jaar later. Weer twee jaar later wordt het terras overkapt en komt er een terrasafscheiding. De zaken gaan goed.

In december 2001 is De Babbelaar op zoek naar een zelfstandig werkende kok. Er worden een flexibele instelling, liefde voor het vak en gevoel voor humor gevraagd. In december 2012 wordt een hut gebouwd tegen de serre van de Babbelaar. Vanaf 18 december dat jaar kunnen er verzoekplaten worden aangevraagd in het kader van Serious Request. Jammer dat ik noch in Bemareljo of in de Babbelaar geweest ben. Binnenkort komt het er echt van!

Bunkeren bij Big Hill

Op zaterdag 15 maart 1980 openen Joost Roelse en echtgenote Lenie Passenier petit-restaurant Big Hill. Het kleine etablissement is te vinden aan de Herenstraat 26 in Domburg. De advertentie in de PZC meldt het volgende: ‘Opening Zaterdag 15 maart a.s. openen wij onze nieuwe zaak  petit-restaurant ‘Big Hill’ Herenstraat 26 Domburg. Wij houden receptie van 16.00 tot 19.00 uur’. Waarvan akte.

De naam Big Hill verwijst naar de Hoge Hil in Domburg. Een hoogduin waar een schilder als Piet Mondriaan veel en graag heeft geschilderd. Vormgever en kunstenaar Guus Bayards heeft veel zomervakanties doorgebracht bij familie in Domburg op de plaats waar nu restaurant Big Hill staat. Hij organiseert in augustus 1986 een tentoonstelling in dorpshuis het Schuttershof aan de Kanonweistraat in Domburg. Op deze expositie worden zowel foto’s als oude ansichtkaarten van de Hoge Hil getoond.

Terug naar Big Hill en Joost en Lenie. In april 1993 verschijnt er een advertentie die niets aan het toeval overlaat: ‘Het adres waar je met het hele gezin goed en gezellig kunt eten. Restaurant ‘Big Hill’ Herenstraat 26, Domburg.’ Ik heb in die tijd gehoord van verschillende mensen gehoord dat je er heerlijk kon eten. Het maakte niet uit wat de pot schafte, want er werd altijd iets lekkers op je bord getoverd. Het was kortom heerlijk bunkeren bij Big Hill.

Peertjes

In 1994 is het echter uit met de pret voor Joost en Lenie. Zij verkopen de zaak aan Peter Bommeljé die restaurant de Gebakken Peertjes opent. Eerst bemenst hij het restaurant zelf. In april 1998, druk als een klein baasje, legt hij de leiding van het restaurant in handen van Ron Dunnes en Lianne Baas. Sommige advertenties zijn te gek voor woorden, zoals deze in de PZC van juni 1999: ‘De peer is los! Een peregoed drie-gangen-keuzemenu voor maar f 42,50. U kiest een voor-, hoofd- en nagerecht van onze kaart, neemt het er even flink van en voelt u voor slechts f 42,50 de koning te rijk! Het best-bewaarde geheim van Domburg vindt u tussen hoofdstraat en Hoge Hil’.

Fantastisch

Thijs Jansen is in deze periode naast Dunnes ook kok in de Gebakken Peertjes. Hij heeft daarvoor gewerkt in Veldzicht en Eetsael d’n Roemer, beide gevestigd aan de Stationsstraat in Domburg. Ik heb meerdere keren gegeten in Eetsael d’n Roemer en het was iedere keer meer dan fantastisch.

In augustus 1999 zijn er grote veranderingen op til. ‘Restaurant De Gebakken Peertjes is een nieuwe koers gaan varen. In april traden Ron Dunnes en Lianne Baas er aan om het restaurant een nieuwe impuls te geven’, was in de PZC te lezen. Een jaar later zitten ze echter in Stefano’s aan de Boulevard Bankert in Vlissingen. Bommeljé blijft niet met de gebakken peren zitten, want in mei 2000 vraagt hij een enthousiaste gastvrouw voor Restaurant B. Hij trekt het bij zijn Apparthotel Bommeljé gevestigd aan Herenstraat 26. Zo komt alles op zijn pootjes terecht. Helaas heb ik nooit kunnen bunkeren bij Big Hill. Daar heb ik nog steeds spijt van.