Jan van Gent in Westkappel

Op woensdag 15 februari 1995 openen Lies en Wibo Lievense-van der Welle restaurant de Westkaap aan de Zeedijk in Westkapelle. Een aantal jaren eerder zaten ze nog in strandpaviljoen de Zeemeeuw in Dishoek. Westkapelle bleef echter trekken en nu zijn ze als Westkappellaars weer terug op het vertrouwde nest. De Lievense’s adverteren met gevoel voor poëzie, zoals bij voorbeeld: “Een visje in de storm daarvan geniet een mens enorm.” 
Architecten van het bureau De Putter en Laban uit Kapelle ontwierpen de Westkaap. Er was echter een conditie aan de bouw verbonden: de Westkaap moest demontabel zijn. Men wilde geen risico nemen in verband met de Westkappelse Engel die soms tot orkaankracht kon aanzwellen. De Westkaap staat echt op een uitgelezen plek om te mijmeren over de zee – uiteraard met een consumptie binnen handbereik.

In 1997 neemt Jaco Duvekot de Westkaap over en al snel komt Swen Buis bij hem in de bediening werken. Samen starten ze in 2005 een zusterrestaurant, namelijk Brasserie Panneke aan de Lammerensteeg in Middelburg. Op enig moment wordt Swen de enige eigenaar. Hij verlaat het Panneke in 2015 en nu zit Italiaans restaurant Il Senso in het pand, maar nu dwaal ik een beetje af.
Weer terug naar de Lievense’s, want zij vormen het hart van deze Kroegpraat. Lies en Wibo Lievense openen op 27 mei 2005 de Zeezot aan de Zuidstraat in Westkapelle. Dat doen ze echter niet alleen, want ook dochter Jolinde en Marijn Faasse komen in de zaak. Hiermee doet Jan van Gent zijn intrede in Westkappel. Zeezot is namelijk de Vlaamse benaming van de Jan van Gent, een vreemde vogel. 
In de loop der jaren trekken Lies en Wibo zich terug uit de Zeezot, maar ze houden wel degelijk de vinger aan de pols. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Dat gezegde zullen ze wel in gedachte hebben gehad. Jolinde en Marijn timmeren behoorlijk culinair aan de weg c.q. de Zuidstraat. Marijn is zot van de zee en hij vist al sinds hij een klein ventje was. Dat vissen zit hem, als bij zoveel Westkappellaars, in het bloed. Hij zal ongetwijfeld ook weleens met een fietswiel op zeekrabben gevist hebben bij ’t Grôôt ôôd.

De Zeezot is een geliefd adres om te tafelen en niet alleen in Westkapelle. Walcheren ons eiland weet de weg naar de zaak te vinden. Evenals de toeristen voor wie de Zeezot een zich herhalende, vaste prik is. Met ingang van 1 april 2014 wordt de Zeezot overgedaan aan Sebastiaan Dekker en Linda Peene. Jolinde en Marijn zitten sinds 2012 al in zowel strandpaviljoen het Kustlicht als de Strandzot in Zoutelande, dus ze zullen zich zeker niet vervelen. 
De Lievense’s drukken niet langer hun stempel op Westkapelle, zo werden de Noormannen verruild voor de Meeuwen. Gelukkig is Jan van Gent nog steeds in Westkappel. Ik denk dat Lies en Wibo Lievense-van der Welle vaak een wandeling door Westkapelle maken. Ze zullen zeker trots langs de Zeezot of de Westkaap lopen en terecht, want zij zijn de stad ten voeten uit!

De Stad Goes, niet voor de poes

In 1810 opent Franz Gulitz herberg de Witte Leeuw aan de Varkensmarkt 1 in Middelburg. Hij vertrekt na 18 jaar. Gulitz opent op 1 mei 1828 herberg den Ouden Witten Leeuw in de Gravenstraat. Nu is de ene leeuw de andere niet, maar men moet zeker geen oude leeuwen uit de sloot halen. Willem Karels is in 1869 de herbergier van dienst, maar Karels blijft wat korter hangen. Hij vertrekt in 1877 naar het Bredasche Veerhuis aan de Turfkaai. 
Judocus Laurentius Smits volgt Karels op. Hij staat geregistreerd als tapper en koopman in galanterieën en kinderspeelgoed. De branchevervaging helpt hem van de regen in de drup, want hij gaat in 1878 failliet. Hij blijft wel in de herberg die hij in 1880 overdoet aan Pieter Abraham van de Peijl. Pieter bekent twee jaar later schoorvoetend dat hij een dochter heeft bij Johanna Stofregen. Johanna baatte in die tijd het bordeel de Graaf van Mansveld in de Zusterstraat uit.

Misschien was die dochter wel een bedrijfsongelukje. 
Johannes Gabriëlse heropent de Witte Leeuw op 5 mei 1887, maar vertrekt een jaar later naar café de Koophandel aan de Markt, nu Seventy Seven. Na Gabriëlse volgen achtereenvolgens Leendert Munter, Jacobus van Waardenburg en Johanna Goetgeluk. Johanna had weinig geluk, want ze kwam in 1898 om het leven bij een tramongeluk in Middelburg. 
Marinus Steinmetz wordt in 1898 de nieuwe eigenaar, maar hij verandert de naam van de zaak stante pede in de Stad Goes. Steinmetz gaat in 1902 failliet en sluit de zaak. Drie jaar later is Frans Cosijn – hij passeerde al eerder de revue – de nieuwe eigenaar. Op de foto bij deze Kroegpraat hangt onder het linkse raam op de eerste verdieping een vogelkooitje. Men zou dus zeker kunnen zeggen dat de Stad Goes niet voor de poes was.
Frans Cosijn was ook niet voor de poes. Frans was getrouwd met Mina Doeland en ze waren, zoals dat heet, goed op elkaar ingespeeld. Frans logeerde weleens op staatskosten aan de Kousteensedijk en dan stond Mina er alleen voor. Doch ze wisten van het tafellaken en het servet, van de hoed en de rand. Frans en Mina hebben samen in nogal wat zaken gezeten. 
Ze zaten eerst in de Reizende Koopman aan de Hoogstraat en verruilden in 1908 de Stad Goes voor het Melkboerinnetje in de Vlissingsestraat 6.

Frans en Mina hebben door de jaren heen ongetwijfeld veel zwarte sneeuw gezien, maar aan alles komt een eind. In 1923 nemen ze de Zwarte Ster over in de Vlissingsestraat 45. De naam refereert aan de zwarte ster in het beeldmerk van Heineken, dus dat zal er wel ruimschoots uit tap of fles gegutst zijn. 
Ome Henk Cosijn was vijf jaar mijn collega op het sportcomplex Nadorst-Nassaulaan. Hij kon prachtige verhalen vertellen over ome Frans en tante Mina. Helaas is ome Henk al jaren uit de tijd. Frans Cosijn overleed in 1944 op 82-jarige leeftijd – Mina Doeland in 1956 op 87-jarige leeftijd. Drinken is voor sommigen een gezonde zaak, vermits met mate(n) wordt genoten natuurlijk.

Miauwen in De Muizeval

Pinkster drie was, en is nog steeds, een hoogtijdag op Walcheren. Een oudere jongere als ik kan zich nog herinneren dat derde Pinksteren een vrije dag was. Er werd en wordt op die dag op veel plaatsen naar de ring gestoken. Ook wordt er dan door dorstige ringrijders menig biertje achterover geslagen. Het is natuurlijk altijd dorstig weer, zeker als Pasen en Pinksteren op één dag vallen. Men moet er niet licht over denken, over dorst die maar aanzwelt en aanzwelt. Afijn, ze namen nog een glas, deden nog een plas en alles bleef zoals het was.
In Oostkapelle was Pinkster drie ook vaste prik. Ringrijders lesten hun dorst voornamelijk bij Adrie Dagevos in café Dorpszicht aan de Dorpsstraat 7. Dagevos kreeg er in 1988 een concurrent bij in de Dorpsstraat.

In maart dat jaar opent Piet den Hollander namelijk bruin café de Muizeval aan de Dorpsstraat 3. Piet kocht de werkplaats van aannemer Franke die er kozijnen maakte. De provinciale courant meldt dat één en ander niet van een leien dakje ging. 
Piet moest nogal wat lobbywerk verrichten in de lokale politiek om de neuzen dezelfde kant op te krijgen. De rode neus van locoburgemeester Lein Labruyere van de gemeente Domburg bleef echter halsstarrig de andere kant op staan. De zelf verklaarde socialist zou later wel vaker de pers halen en niet altijd in positieve zin, maar dit terzijde. Onverlaat Labruyere waarschuwde dat dit toch echt de laatste vestiging van een café in Oostkapelle was. 
Piet den Hollander was, slim als hij is, door de mazen van net en wet geglipt. Hij diende zijn aanvraag in net voor het nieuwe bestemmingsplan Kom Oostkapelle van kracht werd. Het college van burgemeester en wethouders wilde er niet aan, omdat gevreesd werd voor een ‘lawaaierige vorm van horeca.’ Er kwam echter een bijzondere constructie ter tafel en die werd , helaas pindakaas Lein Labber, door de gemeenteraad geaccordeerd. 
Ik denk dat Piet’s vak timmerman was, want hij timmerde eigenhandig bar en interieur van de Muizeval.

In januari 1998 biedt hij een schitterende ovale, Amerikaans grenen bar te koop aan, maar wellicht is die toch blijven staan. Twee jaar later verkoopt Piet de exploitatie van de zaak aan Jaap Sturm. Jaap Sturm (baas Jaap) is de voormalige eigenaar van sloopbedrijf Sturm en Dekker. Jaap’s dochter Miriam Sturm komt samen met Jeroen Roose in het pand. Ze starten er Italiaans restaurant La Piccola Mondo. 
Ricardo de Visser en Marieke Kilinc-Francke openen op 17 april 2014 La Vita Bella in het pand. Het leven is mooi in Oostkapelle en ik moet binnenkort toch eens gaan lunchen in La Vita Bella. Een minestrone als primo, saltimbocca a la Romana als secundo en een dolce als toetje – dat klinkt goed! 
Piet den Hollander is bij mijn weten nog steeds eigenaar van pand en interieur. Ik ben er zeker van dat men in zijn tijd niet moest miauwen in de Muizeval. Hoogmoed wordt in Oostkapelle verre van op prijs gesteld en komt dan ook altijd voor de val c.q. de Muizeval.

De Middelburgse Mosselfeesten

Aanstaande donderdag is het weer zover: dan gaan in de Vlasmarkt in Middelburg de jaarlijkse Mosselfeesten van start. Dat is, wat mij betreft, een van de gezelligste festivals die de stad kent. Drie dagen lang lekker eten en drinken, muziek en een beetje theater. Zelfs als je niet van mossels houdt is dit feestje een bezoekje waard. Je treft er namelijk niet alleen veel bekenden uit Middelburg maar ook andere Walchenaren (ja, ook Vlissingers) en – want midden in het hoogseizoen – veel toeristen. Als je niet op vakantie bent moet je er gewoon even heen, al is het maar voor een avondje.

Proberen vast te stellen wanneer de Mosselfeesten voor de eerste keer werden gehouden valt nog niet mee. Tot anderhalf jaar geleden zocht je dat gewoon even online op in de Krantenbank Zeeland, maar sinds de Zeeuwse Bibliotheek in juridische touwtrekkerij met stichting Lira verzeild is geraakt mogen alle kranten van na 1945 alleen nog in de bibliotheek of in het Zeeuws Archief worden geraadpleegd. Nu is het een vrij kleine moeite om even met de laptop naar het Zeeuws Archief te wandelen, maar ik schrijf deze column op zondag, de dag waarop die instellingen gesloten zijn. En aan uitgebreide voorbereidingen doe ik natuurlijk niet, als moderne luiaard.

Maar uitgebreid rondvragen op sociale media en spitten in bronnen die 24/7 online beschikbaar zijn doe ik uiteraard wel. Op basis daarvan vermoed ik dat het eerste Mosselfeest in 1997 werd georganiseerd. Waarschijnlijk was Barend Midavaine van de Mug de initiatiefnemer toen. Des te grappiger is het dan dat zijn opvolgster Mikkie van Ossenbruggen, samen met collega Eef van Kampenhout, dit jaar verantwoordelijk is voor de organisatie. Tussen die eerste keer en deze editie liggen veel woelige jaren, met talloze betrokkenen. Dat heeft alles te maken met het feit dat de Gemeente Middelburg het festival nooit heeft gesponsord. Het wordt gezien als een horecafeestje. Dat is het in de kern natuurlijk ook wel, maar je zou toch denken dat heel de stad hier in meer of mindere mate van profiteert. Arie Leendertse van café de Rooie Oortjes, die in 2004 in de organisatie zat, zei daar toen over dat het mosselfeest een goede manier is om de stad te promoten, en het jammer te vinden dat de gemeente die gedachte niet deelt. “Het Jazzfestival gaat ook al niet door, de tattooconventie gaat naar Vlissingen. Op deze manier houd je weinig meer over.”

Maar ook zonder die subsidie bestaat het feest gelukkig nog altijd. Er werd zo nu en dan een jaar overgeslagen, maar steeds stond er weer iemand op die het zonde vond dat het festival dreigde te verdwijnen. Er werden zo nu en dan ook andere dingen geprobeerd. Ik vond in de Beeldbank Zeeland een poster uit 2002 waarop het festival opeens, sjieke friemel, ‘Het Mossel Zeebanket Festival’ werd genoemd. In 2006 werd Mario Spetic ingehuurd met de bedoeling het festival te laten uitgroeien tot een stadsfeest dat zich ook elders zou afspelen, bijvoorbeeld op het Damplein. In 2012 was de strekking juist dat het festival weer terugwilde naar de roots; het oorspronkelijke Straatje van Verlangen. Daar is het Mosselfeest nu nog steeds. Ik zie er naar uit. De lokroep van de mossel is onweerstaanbaar!

http://www.mosselfeestmiddelburg.nl

De zegen van Nehalennia

Kees Maas werd op 14 juni 1893 geboren in de Duinstraat tegenover het padje van Janus in Domburg. Dat heb ik niet van mezelf, maar het komt uit het boek Domburgse ver’aelen van Kees Maas. Hij trouwt in 1917 met Leuntje Dingemanse. Twee jaar later openen ze pension Westeinde aan de Weststraat in Domburg. In 1930 pakken ze hun biezen naar pension Bosch en Zee aan de huidige Nehalenniaweg. Voor zijn horecacarrière startte, was Kees timmerman bij baas Schout. In die functie bouwde hij mee aan Bosch en Zee. Hij werkte ook mee aan de bouw van het houten tentoonstellingsgebouwtje dat in 1912 tegenover het Badhotel verrees. Zijn kleinzoon Cees Maas heeft de bouwtekeningen nog, maar met Cees ben ik nog niet klaar.

Kees Maas is in zijn vrije tijd altijd een verwoed kunstschilder geweest en had wat je noemt een neus voor kunst. Leuntje Dingemanse koopt in 1958 bij het Middelburgs Notarishuis een map met oude tijdschriften en prenten voor een bedrag van acht gulden. Een van die prenten was een nogal slordig uit de lijst gesneden doek (60 x 40 cm), gesigneerd met Piet Mondriaan. Kees Maas kende Mondriaan en de andere kunstenaars persoonlijk omdat hij als timmerman lijsten voor hun doeken maakte.

In 1957 nemen zoon Jan Maas en schoondochter Lijntje Provoost Bosch en Zee over van Kees en Leuntje. Jan en Lijntje schrappen de ‘ch’, het is dus Bos en Zee te na en niet te voor. André en Wilma Hollestelle nemen de zaak in 2002 over en herstellen de ‘ch’. Robbert Vreeke is vanaf 2014 de eigenaar en het is gelukkig nog steeds Bosch en Zee dat de klok slaat. Teune, een andere zoon van Kees Maas, koopt in 1953 de oude burgemeesterswoning Nehalennia, waar tot dan zijn neef Jan Maas en echtgenote Willemina Brasser pension houden. Zo baten de twee zoons Jan en Teune in de jaren vijftig twee hotels uit aan de duinrand. De oude Kees Maas, inmiddels gepensioneerd, woont in een huis (Het Veer) naast Bos en Zee er tussenin. Kees Maas had een vruchtbaar leven en overleed op 4 januari 1985 op 91-jarige leeftijd – echtgenote Leuntje was hem op 82-jarige leeftijd voorgegaan op 9 augustus 1973.

Teune trouwt in 1952 met Martina van de Kreeke uit Wolphaarstdijk. Hun zoon Cees wordt in 1954 geboren in kamer tien van Nehalennia, inmiddels een hotel. Later neemt de derde zoon, Kees, het hotel over en laat het na aan zijn zoon Tom – een volle neef dus van Cees – die tot op de dag van vandaag hotel Nehalennia uitbaat. De zegen van de godin Nehalennia is een rijke en vruchtbare zegen. In eerste aanleg voor Tom Maas en in tweede voor Cees Maas. Sinds mijn oude RHBS-makker Cees Maas me vorig jaar een dagje meenam naar Domburg, lijkt die zegen ook mij aan te kleven. Het lijkt wel of Domburgs bloed mij door de aderen vloeit. Ik moet toch eens een keer een zoenoffer gaan brengen in de tempel van Nehalennia in Colijnsplaat.