Karting in Wasschappel

Andries Passenier uit Domburg opent op 10 juni 1964 Karting Walcheren aan de Hoge Weg in Westkapelle. Het is een spektakel van jewelste. Burgemeester Theo de Meester snelt over de baan en rijdt een rood-wit-blauw lint aan flarden. Passenier rijdt zijn rondjes als ‘waarnemend burgemeester’ van Domburg. Ook burgemeester Nico Elsen van Heinkenszand is van de partij. Burgemeester De Meester zegt in zijn openingstoespraak dat de toeristen in Westkapelle naast het strand nu ook op een andere manier kunnen recreëren. Wethouder Willem ‘de Redder’ Gabriëlse rijdt ook een rondje. Hij meldt na afloop dat hij blij is het er heelhuids vanaf te hebben gebracht. Karting Walcheren is iedere dag open, ook in de weekends. Naast de kartbaan is er ook een speeltuin en een midgetgolfbaan.

Karting Walcheren timmert flink aan de weg in het Domburgsch Badnieuws. In de zomer van 1965 staat er een advertentie in met de volgende tekst: ‘Karting Walcheren sensationeel voor jong en oud! Een maximum aan spanning en vermaak. Bezoek het kartingcircuit “Walcheren” gelegen onder aan de zeedijk in Westkapelle. Kartverhuur: f2,- per 5 ronden, f3,50 per 10 ronden. Reductie voor gezelschappen en clubs. ’s Avonds verlicht! Uitgebreide vrije parkeergelegenheid’.

Bowlingbaan

Naarmate de jaren vorderen breidt de zaak uit. Er worden steeds meer recreatiemogelijkheden toegevoegd. In de zomer van 1970 beschikt Karting Walcheren ook over een bowlingbaan en trampolines. Karting Walcheren heeft de wind mee en vol in de zeilen. Passenier heeft grote plannen met zijn zaak, plannen die in 1974 leiden tot het omdopen van Karting Walcheren tot ’t Vroon. Op maandag 21 mei van dat jaar opent commissaris van de koningin Jan van Aartsen het complex. Passenier kan er trots op zijn. ‘t Vroon beschikt ook over een gebouw waarin bruiloften en partijen kunnen plaatsvinden. De Verlof A-vergunning die het gebouw heeft, is een prettige bijkomstigheid.

Misschien dat de jaren gaan tellen bij Passenier, want in 1978 verhuurt hij ’t Vroon aan Geert de Kort. Hij plaatst in september 1978 in de provinciale courant de volgende advertentie: ‘Rekreatiecentrum ’t Vroon Westkapelle. Openingstijden: van 10 tot 18 uur de hele maand september. ‘s Maandags gesloten. Oktober en november alle weekends. Zaterdag speciaal voor de kinderfeestjes. Nieuw Nieuw Bij ’t Vroon mosselen eten, recht uit de mosselputten van de buurman. Dus nergens verser!!! Gekookte mosselen met friet of boerenbrood en sausje f9,75’.

Donkere wolken

Het is een hele mondvol, maar wie tekent er nu niet voor een portie mosselen met friet voor 9,75? Ik heb er nooit gegeten, doch in een ver verleden wel eens een rondje gekart. In 1984 pakken donkere wolken zich samen boven ’t Vroon. De Nederlandse Middenstands Bank eist in maart van dat jaar het vertrek van De Kort, maar Geert zet door en geeft geen gehoor aan die eis. Het erfgoed van Passenier is voorlopig gered. Helaas is het een paar maanden later toch uit met de pret, want het complex wordt in november te koop gezet.

Drama in de Sint Janstraat

Op zaterdag 13 juni 1914 opent Jasper Munter café de Witte Ballon aan Sint Janstraat 34 in Middelburg. Hij drijft het café met zijn echtgenote Pietje van der Weele. Net als Simon weet zij van wanten. Ze hebben samen het één en ander meegemaakt dat hen niet in de koude kleren is gaan zitten. Zij zijn erg pril getrouwd, maar niet één van hun vier kinderen is ouder geworden dan een half jaar.

Jasper en Pietje serveren in de wintermaanden iedere donderdag snert, zodat de marktgangers er warmpjes bij zitten. Jasper maakt op 17 oktober 1918 in de Middelburgsche Courant bekend dat ‘zijn café ingericht is met electrische piano en Ie klasse Biljart’. Wie aan de weg timmert oogst veel bekijks. Tijdens de kermis is het vaak bal bij de Witte Ballon. Zo is er op 6 en 7 augustus 1924 pianomuziek ‘door Heer J. Adriaanse van Vlissingen’.

Als Pietje op 5 januari 1931 op 51-jarige leeftijd overlijdt, ziet Jasper het niet meer zitten. Hij weet het niet meer en twijfelt aan de zin van een leven. Op 24 september 1931 speelt zich een drama af in de Sint Janstraat. Jasper slaat de hand aan zichzelf. Hij is dan 54 jaar.

Paaschdagen

Het café staat een tijdje leeg totdat Johan Frederik Yisberg de Witte Ballon op 26 maart 1932 heropent.  Zijn eerste advertentie op 26 maart 1932 in de Middelburgsche Courant meldt het volgende: ‘Ie klasse Dansmuziek gedurende de Paaschdagen. Vrij entreé. Goede consumptie. Billijke prijzen. Aanbevelend J.F. Yisberg Accordeon-Musicus’.

Hij kan in zijn café de accordeon wijd open trekken en weer dicht doen. Yisberg blijft slechts een jaar in zijn café. De accordeon heeft dus maar kort geklonken. Augustinus Alfred Wieme neemt de zaak in 1933 over van  Yisberg. Wieme is de laatste eigenaar van de Witte Ballon, maar zal later zijn sporen in de horeca nog verdienen. Hij zit een periode in café Lommerijk aan de Nieuwe Vlissingseweg in Middelburg en ook in Camping Duinzicht in Dishoek.

Bij de neus

Het pand aan de Sint Janstraat 34 krijgt in 1977 weer een horecabestemming. In dat jaar openen Anneke en Hans Smits er de Harlekeijn. Als de zaak in 1986 nat gaat, neemt Ad van der Heijden – om het even welke god hebbe zijn ziel – de zaak over en noemt die Sjénee wat ‘bij de neus’ betekent. Na Sjénee volgen achtereenvolgens (S)Tapperij De Harlekijn, Zuidlande, Mangerie T & T, De Heeren van St. Jan en Il Senso.

Zuidlande van Arend Nieboer is mijn favoriete restaurant geweest. Hij is in 1995 naar Amsterdam verhuisd waar hij ook een Zuidlande op de kaart heeft gezet. Als Il Senso in 2016 verkast naar de Lammerensteeg staat het pand even leeg. In mei van dat jaar openen Patricia Buitelaar en Albert Minderhoud Restaurant Basalt. Ik hoor hele goede berichten over het eten. Dat moet ik binnenkort toch eens gaan proberen.

Doorzakken in Duinoord

Op zaterdag 27 mei 1950 heropenen Jacobus Duvekot en echtgenote Mietje Osté theeschenkerij en pension Duinoord in Vrouwenpolder. De advertentie in de provinciale courant vermeldt dat zij bezoekers hopen tevreden te stellen met een goede consumptie. Tevens wordt aangegeven de gelegenheid te bezoeken tijdens de motorrace. Duinoord is gevestigd op het adres dat later Breezand 65 zal worden. Jacobus en Mietje houden al pension sinds 1929, het jaar waarin ze trouwen. Mietje staat trouwens pront op de foto bij deze Kroegpraat. Ze bekijkt de wereld met een open blik. Met ingang van 30 maart 1968 dragen Jacobus en Mietje de zaak over aan Kees Duvekot en echtgenote Irene van Doorn. Gelegenheid tot feliciteren heeft die dag plaats van 15.00 uur tot 17.00 uur. Natuurlijk kan er ook, onder het genot van een drankje, afscheid worden genomen van Jacobus en Mietje.

Gemeentebestuur

Begin 1974 wordt Duinoord ingrijpend verbouwd. Er komt een extra verdieping. Op 3 mei 1974 wordt Duinoord heropend en fungeert het behalve als café-restaurant nu ook als hotel. Het gemeentebestuur is present en zet het echtpaar Duvekot-van Doorn met recht in de bloemen. In 1988 wordt Duinoord een vennootschap onder firma. Op 24 november 1989  trouwt Kees’ zoon Pieter Duvekot met Monique Klootwijk. De receptie vindt plaats in HCR Duinoord. Daar moet natuurlijk op worden gedronken. Pieter en Monique komen in 1989 in Duinoord, evenals Pieters zus Janet Duvekot en echtgenoot Huibert Wattel. Pieter, Monique, Janet en Huibert openen op 5 april 2003 pannenkoekenhuis de Heksenketel aan de Elzenoordlaan 1 in Vrouwenpolder.

In 2007 is er opnieuw een verbouwing bij Duinoord. Later in het jaar wordt het heropend. Een jaar later slaat het noodlot hard toe. Janet Duvekot overlijdt op 17 juli 2008 op 39-jarige leeftijd. Het is een hard gelag voor Huibert en de familie Duvekot, een gelag dat door merg en been gaat. Erg verdrietig dat Janet in de bloem van haar leven het leven heeft gelaten.

Heksenketel

Op 2 mei 2014 bracht ik samen met Marco Doeleman, Edwin Mijnsbergen en Remco van Schijndel een bezoek aan de Boekanier aan de Dorpsdijk in Vrouwenpolder. Daar ontmoette ik Pieter Duvekot van Duinoord, Natasja Lautenslager van Uitspanning Oranjezon en Edwin Joosse van de Heksenketel. Er was meteen een klik met Pieter. Hij had een memorystick bij met foto’s van Duinoord. We hebben samen gedineerd in de Boekanier. Nadien zijn een paar van ons doorgezakt in De Lamme Goedzak, een eindje verderop. Een taxi bracht ons diep in de nacht terug naar Middelburg.

Naderhand heb ik met Pieter meer dan eens een terrasje gedaan bij Seventy Seven in Middelburg. Het bier vloeide, zoals dat heet, rijkelijk. De Vrouwenpolderse delegatie zou nog een keer een tegenbezoek in Middelburg brengen, maar dat is er helaas nooit van gekomen. Ik heb Pieter wel eens opgezocht in Duinoord. Helaas had hij het toen te druk. Binnenkort hoop ik per fiets Breezand 65 aan te doen om eens lekker met hem door te zakken in Duinoord.

Van Denemarken tot en met Zanzibar

Een advertentie uit de Middelburgsche Courant van 17 maart 1818 meldt het volgende: ‘Denemarken zijnde een vanouds beroemd logement en herberg, staande en gelegen op de groote Markt Wijk K. No. 168 wordt openbaar verkocht in het Huys van Domburgh er schuin tegenover’. Helaas heb ik niet kunnen achterhalen wie herbergier in Denemarken was. Misschien was het Jan Baptist Mulders wel, die in 1817 werd veroordeeld voor ‘twee wijverij’. Dat zou mooi geweest zijn.

Jan Mattheus Blom opende in 1822 het Gouden Truweel in het pand. Acht jaar later verkocht hij de zaak aan François Rubens, een zadelmaker die wel eens wat anders wilde. Toen François in 1834 overleed, zette zijn weduwe Francina Gerritse de zaak voort tot 1844. In dat jaar verkocht ze de zaak aan Willem van den Abeele, die zijn café de Kersenboom noemde.

Op 9 juli 1844 verscheen een merkwaardige advertentie in de Middelburgsche Courant: ‘De Reiziger van F. Canongette, te Amsterdam, zal nog tot Woensdag den 10 dezer, met alle Monsters en Prijs-Courant te ontbieden zijn, ten huize van W. van den Abeele, op de groote Markt, Lett. K. No. 168, te Middelburg. Le Juif Errant est paru à la maison à Amsterdam’. Ofwel: ‘De Wandelende Jood is na 10 juli naar huis vertrokken in Amsterdam’.

Sociëteit

Toen Willem in 1874 kwam te overlijden zetten zijn erfgenamen de tent te koop. Ze moesten nogal een tijdje leuren met het pand. Pas vier jaar later werd de zaak gekocht door Clara Lauwereins-van der Looi. Ze was kien op haar handel en plaatste op 31 juli 1879 deze advertentie in de Middelburgsche Courant: ‘Kersenboom, Markt. Gedurende de kermis puike versche saucijzen De Wed. Lauwereins’. Een jaar later was het uit met de pret en kocht sociëteit de Vergenoeging het pand.

Na sociëteit de Vergenoeging volgde de Electrobioscoop waar Jan Frederik Strengholt in 1912 de plak zwaaide. Toen Strengholt’s weduwe Hinderika Lackroij in mei 1930 overleed, kocht Heinrich Wöhler de bioscoop. Ik ging in mijn jonge jaren vaak naar het matinee in de Electro en zag er vooral films van Lemmy Caution. De rol van Lemmy werd vertolkt door Eddie Constantine, een ruwe bolster zonder blanke pit. Sophia Loren kwam ook voorbij. Ik was toen stil van haar schoonheid en ben dat eigenlijk nog steeds.

Dikke sigaar

De bioscoop werd in mijn tijd uitgebaat door de heer Vermeulen die altijd een dikke sigaar tussen de lippen had. Mevrouw Wöhler hield echter altijd een oogje in het zeil. De familie Wöhler had inmiddels ook bioscoop City aan de Lange Delft. Daar woonde mevrouw Wöhler boven. Ze hield van een stevige borrel. Naar verluidt had ze een eigen rekening bij De Vlieger Verdonk, maar van horen zeggen krijg je natuurlijk liegen. Na de bioscoop volgden achtereenvolgens discotheek Electro, Club Divine, The Opera en tenslotte Cityclub Zanzibar. Martin Priem houdt niet van stil zitten. Dat kun je goed merken. Cityclub Zanzibar loopt als een spreekwoordelijke trein en heeft een brede, vaste klantenkring opgebouwd. Van Denemarken tot en met Zanzibar, van verleden naar heden.

Horecabaron in Domburg

Johan Frans Seijdel was, vrij naar ‘Dik Trom’, een bijzondere man en dat was ie. Hij kwam op enig moment in Domburg aanwaaien en schopte het er ver. Zowel in de horeca als in de politiek. De heer Seijdel – hij was een heer van stand – schafte in 1946 Hotel de l’Europe aan de Noordstraat 21 aan. Met gevoel voor stijl voegde hij de naam Excelsior aan het hotel toe. Het was een prachtig hotel waar de groten der aarde gaarne vertoefden. Seijdel verkocht het hotel drie jaar later aan de Amsterdamse Bank. De bank voer verder onder de vlag van Amsterda, een vakantieoord annex hotelpension. In 1985 verdween Amsterda van de Domburgse kaart en kwam er een appartementencomplex voor in de plaats.

Wigwam

Seijdel zat niet bij de pakken neer en kocht in 1949 het pand aan de Markt 9. Enige tijd later opende hij bodega-restaurant De Dolphijn in het pand. De zaak stond als een huis en kreeg in de zomermaanden veel aanloop op het terras. Zo rond 1960 werd zijn zoon Martin mede-eigenaar van De Dolphijn. Wellicht veranderde Martin Seijdel de naam van de zaak in In den Walcherschen Dolphijn, maar zeker weten doe ik dat niet. Vijf jaar later nam het echtpaar Verbeek de zaak over.

Seijdel senior zat inmiddels niet stil, want hij kocht in 1951 het pand Herenstraat 12. Daar opende hij drie jaar later hotel-restaurant The Wigwam. Na negen jaar verkocht hij de zaak aan de heer Damhoff. The Wigwam kwam in 1975 in het bezit van de familie Bimmel en is dat tot op de dag van vandaag.

Populist

Seijdel had zich inmiddels in de politiek begeven voor de partij Gemeentebelangen. Men zou kunnen zeggen dat hij een populist was voordat de term was gemunt. In 1958 werd Seijdel wethouder van onderwijs en fungeerde hij als waarnemend burgemeester. Een geheimzinnige politieke controverse gooide echter roet in Seijdel’s eten. Hij werd in 1964 ontslagen als wethouder en waarnemend burgemeester. De druiven waren ongetwijfeld zuur.

Het mag vreemd klinken: een carrière in de horeca én politiek. Toch kwam het wel vaker voor. Enfin, Seijdel ploegde voort door de horeca en zag niet om. Ik vind het eigenlijk wel mooi dat hij een, zij het een kleine horecabaron in Domburg was. Daar moet je niet licht over denken, want een horecabedrijf heeft risico’s in zich. Seijdel was een bijzondere man en dat was ie. Na een rijk en roemrucht leven overleed hij op drie september 1982 in Leiden. Hij werd 89 jaar. Je hoort vaak dat werken in de horeca gezondheidsrisico’s heeft. Dat zal best zo zijn, maar de horecabaron in Domburg is een uitzondering. De uitzondering die de regel bevestigt. Gelukkig maar.