Kroegpraat: Veldonderzoek naar Veldzicht

Soms gaat er om een onverklaarbare reden iets aan je voorbij en verdwijnt een snipper informatie in de prullenbak van het geheugen. Zo ontsnapte het feit dat Rob Akkerdaas zo’n twee jaar geleden zijn bar American Trash opende volledig aan m’n aandacht. Natuurlijk is deze fout rechtgezet en prijkt American Trash sinds kort op www.veeredronk.nl, maar het adres, Singel 12, riep vraagtekens bij me op, vraagtekens die vroegen om nader veldonderzoek; vorige week maandag fietste ik derhalve naar Domburg. Eenmaal ter plaatse veranderde het vraagteken in een uitroepteken, want American Trash bleek een opvolger te zijn van café Veldzicht dat vroeger zijn ingang aan de Stationsstraat had; een ingang die nu aan de Singel zit. Ik kan me Veldzicht nog goed herinneren uit mijn vlegeljaren, maar de herinneringen van Jaap Labrujere – beschreven in zijn prachtige “De Domburgse caféhouders in de twintigste eeuw 1930 – 1970.” – zijn toch van een ander, hoger kaliber. Jaap heeft namelijk een tijdje bij zijn oba en opoe Leunis Maas en Janna Schoonenboom, die 31 jaar in Veldzicht zaten, gewoond en weet nog als de dag van gisteren dat boven een café wonen nachtrust kost. Afijn, hij kan het beter vertellen dan bovengetekende dus daarom volgend citaat: “Soms als ik op bed lag en weer eens wakker was geworden omdat de klanten ouwerwesse aan het zingen waren, heb ik dat zingen vaak verwenst. Mijn slaapkamer was namelijk recht boven den toog, tegen de muur van de buren (familie Verhage / ‘t Vroagje). Nu vind ik het prachtig als ik deze liederen hoor. En vreemd genoeg gaan mijn gedachten dan naar die tijd terug. Ik hoor dan nog die typische stemmen van de lange Chris (bulderen) Jan de Meijer (hoog) , Pieter Klopmeijer (sparren) , mijn oba Leus (zwaar / bas) enz….enz….enz……”

De ouders van Jaap, Jan en Koos Labrujere-Maas, kwamen in 1960 in strandpaviljoen Het Westerstrand dat ‘’in elkaar werd getimmerd” door oba Leus Maas die tijd genoeg had, want hij had twee jaar daarvoor Veldzicht over gedaan aan zoon Kees. De horeca werd Jaap dus met de papfles ingegeven en later werd de pap vervangen door bier, want de houdbaarheidsdatum van pap verstrijkt nu eenmaal na verloop van tijd.

De maandagmorgen is een stiefkind, ergo waren zowel American Trash als het ertegenover staande Tramzicht gesloten en diende ik mijn dorst elders te hoeden. Ik besloot het nuttige aan het aangename te paren en er nog een schepje veldonderzoek bovenop te doen. Dronkmakker Edwin Mijnsbergen wijdde recentelijk een Barcodes aan het fenomeen van het Chinees-Indische restaurant en ik besloot de proef op de som te nemen bij China Garden in de Weststraat die helaas pas om 16.30 uur open ging. Uiteindelijk belandde ik op het terras van De Visbar aan de Ooststraat voor de morgenkoffie. Het eerste biertje wenkte aanlokkelijk, maar mijn Blookertijd ligt toch wat later op de dag. Vroeg offeren aan Bacchus leidt niet onvaak tot het kwijt raken van het noorden, dus koffie, want te veel ogen gericht op Kwatta.