Barcodes: Nog één keer naar ‘De Hooi’

Hooizolder_Parking

Toen de Gemeente Veere vorig jaar november bekendmaakte dat discotheek De Hooizolder in Westkapelle voor onbepaalde tijd werd gesloten regende het reacties van Walchenaren op het web. Dat had meer te maken met nostalgie dan met een actueel gemis; het gros van de reacties verwees naar het verleden. Het leek wel alsof iedereen tussen de 18 en 65 ooit minstens één mooie avond of zomer in de dancing beleefde. Al die reacties bevestigden wat iedereen eigenlijk al lang wist: De Hooizolder was een begrip, ook buiten de provincie. Sinds de opening van de zaak in 1972 brachten duizenden jongeren vanuit heel Nederland en Duitsland er hun vakantieavonden door, wat ook weer een aanzuigende werking had op feestminnende Zeeuwen. Het was misschien juist wel die rol als toeristische trekpleister die ‘De Hooi’, zoals veel bezoekers de discotheek liefkozend noemden, onvergetelijk maakte.

Ik ben benieuwd of die grote groep Walchenaren er zoveel jaar na dato voor voelt om het jeugdhart nog één keer op te halen. Eerder deze maand maakte de nieuwe eigenaar Support Service Group uit Goes bekend dat het pand aan Grindweg 6 vanaf juli nog een laatste zomer als discotheek zal fungeren; daarna zal het worden verbouwd tot een onbekend soort dagattractie. Hoe andere mensen erover denken weet ik niet, maar toen ik dat nieuws las was mijn eerste reactie “da’s een mooie kans om alsnog fatsoenlijk afscheid te nemen”. Niet veel later hoorde ik mezelf in het café de belangstelling polsen voor het charteren van een discobus, in de jaren ’90 hét vervoermiddel voor ‘een avondje Hooi’. Daar hadden de meesten wel oren naar. Het grappige daarbij was dat iedereen die avond dan wel graag zou beleven zoals toen. In mijn geval en veel van mijn leeftijdsgenoten komt dat neer op de periode tussen 1988 en 1994.

Het was overigens niet zo dat onze avonden veel om het lijf hadden. Ik werkte voor een strandpaviljoen bij Dishoek en stapte na het werk meestal daar, bij de camping, op de discobus. M’n makkers ontmoette ik dan bij de Hooizolder. Het ‘feesten’ kwam meestal neer op veel biertjes bestellen en uren turen naar het vrouwelijk schoon op de dansvloer. We deden alleen actief mee als de band ‘Fragment’ speelde, die uitblonk in covers van Rod Stewart en The Isley Brothers (Shout!). Daar ging de tent altijd helemaal op los, iedere avond weer. Natuurlijk hoopten we op zulke avonden ook altijd iemand te versieren, maar dat gebeurde maar zelden. Bij het vaste afsluitnummer van Het Goede Doel, ‘Alles Geprobeerd’, dropen wij meestal af naar snackbar ‘De Hooivork’. Wie niet zoenen mag kan maar beter wat eten tenslotte.

Is het gek dat we toch nog eens terug willen naar die tijd? Misschien wel, maar wij vinden van niet. Het was fantastisch immers! Nog één keer willen we luidkeels meezingen, met Henk Westbroek en consorten, juist daar: “Ik heb geen afscheid durven nemen, want afscheid nemen dat doet pijn”.

En dan rap om een broodje frikandel.

Barcodes: Henk en Ingrid pikken een terrasje

Centrum_en_Bar_American_1974

Vele jaren geleden was ik met Jan Snoeij, toenmalig stadsarchitect van Middelburg, op weg naar de reïncarnatie van de molen van Nijpjes aan de Veerseweg. We liepen over het Damplein toen Jan zei dat deze ingreep in het stadsbeeld – het plein zorgde er voor dat de Lange Giststraat, een groot deel van de Korte Delft en bovenal de Graanbeurs van de aardbodem verdwenen – hem nu vervulde met schaamte. Maar ja, de gouden koe dicteerde destijds de dromen en wangebeden van politici en, dientengevolge, volgzame ambtenaren. Wat dat betreft is er weinig veranderd, zeker nu er vijf wethouders zijn en de politieke armoede zich navenant middels die twijfelachtige meerwaarde verveelvoudigt. Dualisme is een gedoemd begrip, veroordeeld tot de vergetelheid en daar moeten wij het, dorstig naar waarachtige participatie, maar mee doen. Want ja, we gooien al vele jaren dubbel zes om uit de put te komen; de put die in een ommezien zal worden dichtgegooid, maar dan toch weer als een adder aan de boezem wordt gekoesterd en alle badeendjes doet blozen.

Het “Werkprogramma 2014-2018” voor het dagelijks bestuur van de gemeente Middelburg rept trots van een andere bestuurscultuur – een leesbare hand voor velen? – en klaroent o.a. het volgende: “We stellen ons ten doel om al vroeg in het traject participatie toe te passen. We denken hierbij aan inspiratiesessies om de raad, inwoners en bestaande adviesraden door een aantal mensen te laten inspireren die (sic!) op hun gebied iets hebben bereikt. We kunnen ondernemers of wetenschappers uit Middelburg vragen naar hun beeld over Middelburg in (bijvoorbeeld) 2025.”

Een romantische idee of verkiezingslyriek? Dat is vaak het zelfde, maar het begrip participatie heeft voor bestuurders toch vaak een wat andere lading dan voor bestuurden en vergroot de zo vermaledijde kloof tussen beide partijen. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de omtrekkende bestuurlijke bewegingen rond het Plein 1940 waar de ondernemers het bestuur zo langzamerhand ziende blind en Oost-Indisch doof waant. Het is een jong plein dat vroeger o.a. restaurant de Koperen Ketel en de café’s Centrum en de Krab ter plaatse wist en nu de zaken Bar Americain, Hildernisse en de Tamboer kent. Welnu, een aantal ondernemers van Plein 1940 en de Pottenmarkt dacht, op grond van kniediepe inspiratiesessies, een afspraak te hebben gemaakt met de gemeente over de invulling van het plein met o.a. terrasjes – men had zelfs aangegeven mee te zullen betalen en dacht dat een bestuurlijk woord een woord was. Buiten de waard gerekend, want het “Kwaliteitsteam”, een schimmige entiteit van gemeentewege geboren, besliste anders. En dat is een vreemde procedure, want waarom werd het plan voor Plein 1940 niet voorgelegd aan de Welstandscommissie? De Welstandscommissie behandelt normaliter dergelijke plannen en heeft de expertise daarvoor in huis. Natuurlijk had die commissie het verhaal ook af kunnen schieten, maar dat zullen we nu nooit weten. Een inspiratiesessie van Henk en Ingrid op een terrasje aan het Plein 1940 lijkt vooralsnog een utopie – bestuurlijke kwaliteit gaat soms mank en de schaamte voorbij.

Barcodes: Een werkelijk unieke woning

Discotheek_Meccano_april_2014

Een paar weken geleden verscheen op de website van het Middelburgse bedrijf De Monumentenmakelaar een advertentie voor ‘een werkelijk unieke woning in een verborgen zijstraatje van de Dam’. Het pand werd aanprezen als een 2300 kubieke meter groot woonhuis dat in 1650 is gebouwd, met een rijke historie als pakhuis, atelier, filmzaal, discotheek en galerie. Dat kon alleen maar het pand aan Pauwpoort 3 zijn, waar in de  jaren 80 eerst filmhuis Meccano was gevestigd en later de gelijknamige discotheek. De vraagprijs weerhield me er niet van de bijbehorende foto’s te bekijken. Wat zou er na 25 jaar geworden zijn van de plek waar ik mijn eindexamentijd zo vaak was te vinden?

Tot mijn verbazing bleek het woonhuis er nog bijna helemaal uit te zien als de discotheek van toen, maar dan mooier en sfeervoller. In dezelfde hoek nog steeds een bar, en in het midden van de voormalige dansvloer een biljarttafel. Later zag ik op Facebook dat de huidige eigenaar de afgelopen jaren regelmatig huiskamerconcerten had georganiseerd, met optredens van behoorlijk beroemde Nederlandse artiesten. Ik concludeerde dat de horecageest nog altijd rondwaart in de Pauwpoort, zij het in besloten vorm. De foto’s brachten uiteraard veel mooie herinneringen boven. Dansen op die gekke housemuziek, die toen net was overgewaaid vanaf Ibiza. Het eeuwige sjansen. De stevige knokpartijen die je er soms zag. Maar ook: de teloorgang van het uitgaansleven van het toen nog bruisende Damplein.

In 1983 opende Cees Rijn in het pand dat aan de achterzijde van Damplein 27 grensde, met de entree aan Pauwpoort 3, ‘Bar Dancing discotheek Meccano’. Die zaak moest al snel weer sluiten van de gemeente, als gevolg van een bezwaarschrift van omwonenden, die stelden dat een discotheek in strijd was met het bestemmingsplan. Die beroepsprocedure was in het voorjaar van 1982 al in gang gezet. Het pand werd daarom in 1984 in gebruik genomen als filmhuis Meccano. In 1986 verleende de gemeente alsnog een vergunning voor een discotheek, waarna filmhuis Meccano weer moest wijken (in 1987 zouden er nieuwe filmtheaters worden geopende in Electro aan de Markt en in het Schuttershofcomplex).

Vanaf toen was de ingang van de discotheek niet meer aan de Pauwpoort te vinden, maar inpandig, achterin Café Meccano op Damplein 27. De discotheek was drie avonden per week open en werd een groot succes. De omwonenden gaven de strijd tegen de zaak echter niet op. Zo werd er wekelijks gepost met decibelmeters en ging men door tot de Raad van State om in het gelijk gesteld te worden. Uiteindelijk met succes. De sluitingstijden van de horeca op het Damplein werden teruggedraaid van 5.00 naar 2.00 uur, waarmee de concentratie van het nachtleven op het gebied rondom Markt en Vlasmarkt in gang was gezet. Dat proces verliep niet zonder protesten. Vaste bezoekers plaatsten nog een paginagrote rouwadvertentie in de krant met de tekst “Rust in vrede, uitgaansleven Middelburg”. Het mocht niet baten. Wat een kwart eeuw later rest is een woning. Werkelijk uniek, dat dan weer wel.

Barcodes: Tramlijnbegeerte

Tram_Domburg_1928

De tramlijnbegeerte die ik voel is niet ontleend aan Tennessee Williams, noch aan het belletje dat in mijn hoofd gaat rinkelen als ik terugdenk aan mijn studententijd in Den Haag. Nee, die begeerte is louter gebaseerd op de stoomtram die ik ken van foto’s uit de beeld- en artikelen uit de krantenbank van de Zeeuwse Bibliotheek. Al grasduinend in beide banken voor Middelburgdronk kwam ik tot de ontdekking dat de stoomtram op 24 december 1881 voor het eerst tussen Middelburg, vanaf de Markt, en Vlissingen spoorde. De horeca speelde gretig in op dit fenomeen en in zowel Middelburg en Vlissingen kwamen er cafés die de naam Tramzicht droegen – in Middelburg aan de LangeViele en in Vlissingen in de Aagje Dekenstraat. In West-Souburg was er ook nog een café, op de Nieuwe Vlissingseweg ter hoogte van het Marnixplein, dat de naam Tramhalte droeg.

Toen we vorig jaar met Veeredronk begonnen struinde ik opnieuw de banken af om onderzoek te doen naar de tramverbinding Middelburg-Domburg. Die tram had zijn maiden voyage op 14 april 1906 en volgde de route Middelburg, vanaf de Loskade, Koudekerke-Biggekerke-Zoutelande-Meliskerke-Boudewijnskerke-Westkapelle-Aagtekerke-Domburg. Ook nu stapte de horeca in met café Tramhalte aan de Middelburgse Blauwedijk en naast het nog steeds bestaande café Tramzicht aan de Stationstraat in Domburg stond er een naamgenoot aan de Poppekerkseweg in Westkapelle. De notabele Westkappelaar Willem Gabriëlse was er stamgast en in zijn terugblik ´T oude Westkappelse leefpatroon doet hij ook een boekje open over het café van Jacob Minderhoud (Jaop van Keesje) en echtgenote Pieternella Lievense (Piete van Jaop of ’t Radijsje). De Belgische loodsen die bijna dagelijks in Westkappel van boord gingen waren kind aan huis in Tramzicht. Ze warmden zich ’s winters aan het vuur en het gehele jaar door aan de oude klare – op die manier werden uit- en inwendige mens versterkt in het wachten op de tram.

In de meeste Walcherse dorpen was een station met wachtkamer waar ook een alcoholische versnapering kon worden genuttigd. De agent van de N.V. Stoomtram Walcheren, die overigens bij het station woonde, beschikte over een alcoholvergunning en mocht dus schenken – in de praktijk was het echter veelal de echtgenote die uit dat vaatje tapte. De stoomtram vervoerde niet alleen personen, maar ook goederen (b.v. materialen voor de Westkappelse dijk), vee en al wat Gods akker gaf . In de sukerpeejentied (oktober-december) werden er zelfs speciale bietentrams ingezet om de rijke oogst te transporteren – in topjaren werd er zo’n 16.000 ton suikerbieten per tram vervoerd. Helaas kon de zoetheid van een tramritje naar het zilte van de zee niet voor altijd blijven duren. In december 1936 werd de tram op het traject Middelburg-Domburg vervangen door een autobus en de laatste tram van Middelburg naar Vlissingen reed in augustus 1944. Ik heb eigenlijk nooit goed begrepen waarom de stoom- en na 1910 elektrische tram uiteindelijk het loodje legde. Natuurlijk, tijd vliegt, maar per tram was het nu perfect onthaasten geweest, de Tramzicht’s niet van de lucht en mijn tramlijnbegeerte eindelijk ten volle bevredigd.

Barcodes: Het kroegterras op Facebook, Facebook op het kroegterras

Over de voor- en nadelen van sociale media is al veel gezegd en geschreven. De een vindt dat de kracht ervan overschat wordt, de ander zweert erbij en ziet zelfs geen reden meer om ook nog een website in de lucht te houden. Wat je er echter ook van vindt: je ontkomt niet aan de vaststelling dat sociale netwerken onlosmakelijk zijn verbonden met internet. Alleen even inzoomen op het gebruik van Facebook in Nederland is al veelzeggend genoeg: 8,9 miljoen Nederlanders van 15 jaar en ouder maken er gebruik van. Als je een website beheert en op zoek bent naar interactie met je publiek, dan is het in ieder geval raadzaam ook de mogelijkheden van sociale media te verkennen.

Voor Middelburg Dronk en zustersites is Facebook ook een platform van belang. Op onze pagina’s daar plaatsen we de mooiste foto’s en verhalen van de eigenlijke sites, om de doodeenvoudige reden dat ons bereik er groter is en mensen er makkelijker kunnen reageren op bijdragen. Wij ervaren Facebook als een kruising tussen een promotie- en een communicatiekanaal. Toch nemen we medium ook weer niet al te serieus. Veel mensen ervaren het netwerk als een virtuele kroeg of als ‘een digitale dorpspomp’. Er wordt gelachen, geroddeld en geouwehoerd. Nieuwtjes worden er razendsnel doorverteld, maar er wordt ook gesproken over dat wat er op tv was of is, over de voetbal en het weer. Over alles, kortom, wat mensen bezighoudt. Dat die sfeer zich goed leent voor het luchtige karakter van kroegverhalen moge duidelijk zijn.

Maar soms zijn sociale netwerken meer dan een promotie- of communicatiekanaal. Zo nu en dan zijn ze opeens als een spiegel of een verlengstuk van het analoge leven. Een Middelburgse actie, deze maand, is daar een mooi voorbeeld van. Toen een paar Middelburgers de Facebookpagina ‘Buitenbad Middelburg’ begonnen en iedereen opriepen een badeendje in de bouwput te gooien, als ludiek protest tegen het al jaren uitblijven van initiatieven rondom de beruchte bouwput aan de Zuidsingel, vonden wij het een goed idee om bij die actie aan te haken. Wij waren niet de enigen. Binnen twee weken werd de actie opgepikt door talloze andere pagina’s en gaven 2750 mensen blijk van hun waardering in de vorm van een Facebookduimpje. Foto’s, ideeën en andere bijdragen stroomden via alle kanalen binnen. Diverse media besteedden aandacht aan de actie. Het initiatief was daarmee al geslaagd. Op dat moment was de enige doelstelling tenslotte het genereren van aandacht.

Het leuke van dit ‘burgerinitiatief’ is dat het verder reikt dan de digitale wereld. Ook op straat en in de horeca van de stad gonsde het van de badeendverhalen. Gekochte eendjes werden ook daar verdeeld, en eendenwerpers spraken af op het terras, voordat zij naar de bouwput togen. Eenmaal ter plekke werden er uiteraard talloze selfies geschoten, die meteen naar de pagina Buitenbad Middelburg werden verstuurd. Je zag de digitale en analoge wereld letterlijk met elkaar versmelten. Voor even waren de Facebookpagina’s als kroegen en de kroegen als Facebookpagina’s.