Bunkeren bij Big Hill

Op zaterdag 15 maart 1980 openen Joost Roelse en echtgenote Lenie Passenier petit-restaurant Big Hill. Het kleine etablissement is te vinden aan de Herenstraat 26 in Domburg. De advertentie in de PZC meldt het volgende: ‘Opening Zaterdag 15 maart a.s. openen wij onze nieuwe zaak  petit-restaurant ‘Big Hill’ Herenstraat 26 Domburg. Wij houden receptie van 16.00 tot 19.00 uur’. Waarvan akte.

De naam Big Hill verwijst naar de Hoge Hil in Domburg. Een hoogduin waar een schilder als Piet Mondriaan veel en graag heeft geschilderd. Vormgever en kunstenaar Guus Bayards heeft veel zomervakanties doorgebracht bij familie in Domburg op de plaats waar nu restaurant Big Hill staat. Hij organiseert in augustus 1986 een tentoonstelling in dorpshuis het Schuttershof aan de Kanonweistraat in Domburg. Op deze expositie worden zowel foto’s als oude ansichtkaarten van de Hoge Hil getoond.

Terug naar Big Hill en Joost en Lenie. In april 1993 verschijnt er een advertentie die niets aan het toeval overlaat: ‘Het adres waar je met het hele gezin goed en gezellig kunt eten. Restaurant ‘Big Hill’ Herenstraat 26, Domburg.’ Ik heb in die tijd gehoord van verschillende mensen gehoord dat je er heerlijk kon eten. Het maakte niet uit wat de pot schafte, want er werd altijd iets lekkers op je bord getoverd. Het was kortom heerlijk bunkeren bij Big Hill.

Peertjes

In 1994 is het echter uit met de pret voor Joost en Lenie. Zij verkopen de zaak aan Peter Bommeljé die restaurant de Gebakken Peertjes opent. Eerst bemenst hij het restaurant zelf. In april 1998, druk als een klein baasje, legt hij de leiding van het restaurant in handen van Ron Dunnes en Lianne Baas. Sommige advertenties zijn te gek voor woorden, zoals deze in de PZC van juni 1999: ‘De peer is los! Een peregoed drie-gangen-keuzemenu voor maar f 42,50. U kiest een voor-, hoofd- en nagerecht van onze kaart, neemt het er even flink van en voelt u voor slechts f 42,50 de koning te rijk! Het best-bewaarde geheim van Domburg vindt u tussen hoofdstraat en Hoge Hil’.

Fantastisch

Thijs Jansen is in deze periode naast Dunnes ook kok in de Gebakken Peertjes. Hij heeft daarvoor gewerkt in Veldzicht en Eetsael d’n Roemer, beide gevestigd aan de Stationsstraat in Domburg. Ik heb meerdere keren gegeten in Eetsael d’n Roemer en het was iedere keer meer dan fantastisch.

In augustus 1999 zijn er grote veranderingen op til. ‘Restaurant De Gebakken Peertjes is een nieuwe koers gaan varen. In april traden Ron Dunnes en Lianne Baas er aan om het restaurant een nieuwe impuls te geven’, was in de PZC te lezen. Een jaar later zitten ze echter in Stefano’s aan de Boulevard Bankert in Vlissingen. Bommeljé blijft niet met de gebakken peren zitten, want in mei 2000 vraagt hij een enthousiaste gastvrouw voor Restaurant B. Hij trekt het bij zijn Apparthotel Bommeljé gevestigd aan Herenstraat 26. Zo komt alles op zijn pootjes terecht. Helaas heb ik nooit kunnen bunkeren bij Big Hill. Daar heb ik nog steeds spijt van.

Water en vuur in de Jodengang

Op vrijdag 10 april 1896 opent Kees Gilde een wielerbaan aan de Jodengang. De wielerbaan beschikt over een gelagkamer waar men een consumptie kan nuttigen. Een biertje of wijntje en Trijntje behoren tot de mogelijkheden, maar daarover later meer. De aanwezigen worden bij de opening toegesproken door Aleida Boasson. Zij trouwt op 15 juni 1897 met arts Jozef de Hartogh en daarna het echtpaar verkast naar Amsterdam. Dat echter terzijde.

De Middelburgsche Courant meldt in mei 1897 het volgende: “Op 26 januari 1897 werd des avonds te omstreeks 8 uren, in den Jodengang uit de gelagkamer in het wielerbaangebouw, waartoe zij zich den toegang hebben verschaft door een raam met geweld open te breken en daardoor te klimmen het volgende gestolen: twee flesschen madera, eene flesch lemonsquash, een likeurglas, eene bus, gevuld met poederchocolade, en uit een gesloten toonbanklade, die zij met geweld hebben opengebroken, vijf centen.”

Bergplaats

Het wordt nog erger. Op zondag 5 december 1897 brandt de wielerbaan van Gilde tot op de grond af. De Vlissingsche Courant weet er alles van: “Gisterenavond omstreeks half 8 ure is brand ontstaan in de restauratie van de van de wielerbaan van den heer P.C. Gilde in de Jodengang. Het gebouwtje zelf zoowel als de eraan grenzende bergplaats voor rijwielen zijn totaal – alles was geheel van hout – in de asch gelegd, terwijl mede enkele rijwielen verbrandden. Het geheel is door assurantie gedekt.”

Kunstenaar

Schrijver en beeldend kunstenaar Chris van Schagen woont in die tijd aan de Seissingel, bijna om de hoek van de Jodengang. Hij doet in Zeeuwse Reflexen en Complexen verslag van de brand: “Eens heb je het meegemaakt,  dat die angst in één slag helemaal over was, dat was toch zo fijn, dien keer dat de fietsbaan van Gilde achter ons huisje afbrandde. Gilde, dat was de smid van de Seisweg, een ondernemend man, die er altijd als de kippen bij was, als er iets nieuws te beleven viel. Maar dat alles lag nog ver in het verschiet toen Gilde een hele wei achter ons, aan den overkant van de Jodengang – die achter het Singeltje om liep – met een planken vloer had laten beleggen. Daar kon je op leren fietsen. Fietsen was toen nog heel moeilijk om te leren, de knecht van Gilde in zijn blauwe boezeroen ging dan zelf met je mee om je op te duwen en erachteraan te hollen – die meid van Slinkers die kon het natuurlijk zό en die fietste in haar rooie bloeze met mannen, maar soms, als het dikke juffrouwen waren, dan was het echt leuk en kon je er lang met vader naar staan kijken – wel, maar laat daar nu op een donkeren avond de hele boel in de brand vliegen! Want die hoge, gele vlammen, dat was allemaal nog niets bij de vonkenregens in alle kleuren, blauw en geel en groen en oranje hόόg de lucht in.”

Het was dus een zaak van water en vuur in de Jodengang. Helaas heeft Gilde geen nieuwe poging gewaagd en is de wielerbaan met gelagkamer slechts een klein feit uit de Middelburgse geschiedenis.