Barcodes: Vozen in de Middelburgse sozen

Hofplein_1986Als je begint aan een digitaal project ontkom je niet aan een afbakening. Toen wij begonnen aan de drie websites over de geschiedenis van de horeca op Walcheren besloten we ons te beperken tot locaties en gelegenheden waar ooit alcohol werd geschonken. Dat leek ons wel zo overzichtelijk. In de praktijk pakte dat echter anders uit. Zo bewaren wij, en velen met ons, goede herinneringen aan de Middelburgse instuiven, jongerencentra en jeugdsozen die we in het verleden bezochten. Voormalige jongerencentra, zoals De Beuk, ’t Schuutje en Midgard konden we zonder problemen aan de website toevoegen, maar de jeugdsozen van de jaren 80 vielen buiten de boot. Daar werd immers alleen frisdrank verkocht. Dat vonden we zó spijtig dat we besloten te breken met onze eigen regels. We zouden de kinderdisco’s van weleer ook gewoon opnemen. We konden als verweer nog altijd iets mompelen over naar binnen gesmokkelde zakflacons. Ofzo.

Dat de sozen nog altijd een glimlach op onze gezichten toveren heeft alles te maken met gemijmer over de puberteit. Als je een jaar of 13, 14 bent hunker je naar (kalver-) liefde, zo simpel is het. Dan ben je maar wat blij met plekken waar je die liefde kunt verkennen. Rond 1983 waren de Middelburgse sozen zulke plekken. Op vrijdagavond kon je tot elf uur naar de Hofpleinsoos aan het Hofplein, op zaterdag kon je naar Second Home in de Stromenwijk of naar Disco Double D in Dauwendaele en op zondagmiddag kon je naar Trefpunt aan de Nassaulaan. Die vier disco’s hadden één ding gemeen: de La Bamba werd er gedraaid, vaak meerdere keren per avond of middag.

Met La Bamba scoorde Ritchie Valens al in 1958 een grote hit. Is het dan niet vreemd dat het bewuste nummer 25 jaar later nog steeds grote aantrekkingskracht uitoefende op de Middelburgse jeugd? Niet helemaal, ook al had het enthousiasme met de muziek zelf niet veel van doen. Het ging alleen om de extra lange versie van het liedje, die minstens een kwartier duurde. Die versie maakte het namelijk mogelijk dat er gezoend kon worden, soms zelfs getongzoend. Daar zijn pubers wel voor te porren, dat weten we allemaal.

Zodra het nummer werd opgezet ging de ene helft van de aanwezigen in een grote kring staan, schouder aan schouder, en ging de andere helft rondjes lopen binnen die kring. Het aardige was dat je als ‘loper’ een vrijbrief had om de mensen die de kring vormden te benaderen met kusjes. Als je iemand écht interessant vond probeerde je aan te sturen op een tongzoen. Dat lukte soms nog ook. Je kunt je die taferelen nu haast niet meer voorstellen. Een hormonenfestival, dat was het. De DJ’s waren vaak ook nog zo coulant om na de La Bamba drie ‘slownummers’ (voorheen bekend als ‘slijpen’) te draaien. Kon je lekker verder tongen, als het echt goed beviel.

Gedronken werd er dus niet of nauwelijks, maar wie denkt dat we daar om maalden heeft het mis. Al dat gezoen van toen leidde evengoed tot een roes, een onvergetelijke bovendien.

Een nieuwe webserver

Vorige week zijn we bezig geweest met het installeren van een nieuwe webserver. De harde schijf van de huidige webserver ging kapot door een te hoge belasting, welke inherent is aan de software die we gebruiken. Om dit te voorkomen zijn we nu overgestapt op cloudhosting en is de webserver specifiek ingericht voor gebruik van MediaWiki.

Hiervoor hebben we veel onderzoek gedaan naar verschillende combinaties van software (Nginx/Apache, Facebook HHVM/PHP-FPM) en denken nu de beste te hebben gevonden. Mocht er genoeg interesse zijn naar de instellingen van deze “optimale” configuratie dan zullen we die beschikbaar stellen.

Vooralsnog draait alleen Middelburg Dronk op de nieuwe webserver, maar uiteindelijk is het de bedoeling dat ook Vlissingen en Veere Dronk hier naar toe zullen verhuizen.

 

Barcodes: Hoog bezoek aan Campveerse Toren

Prins Reinier en prinses Grace van Monaco in de Campveerse Toren, foto Adrie van Wyngen 30 juni 1958

Prins Reinier en prinses Grace van Monaco in de Campveerse Toren, foto Adrie van Wyngen 30 juni 1958

In zijn befaamde Cronyk van Zeeland (1696) schrijft Mattheus Smallegange het volgende: “Aen ’t einde van de Zuidzijde van de haven, staet een grooten schoonen tooren genaemt den Campveerschen tooren, Zeewaerts rond, en landwaerders platformig (.) annex den selve tooren zijn alsnoch bysonder, kameren, en vertrekken om luiden van qualiteit, of andere passanten, te logeren of tracteren.”

Die ankerplaats in het silhouet van Veere was Henk van Cranenburgh niet onbekend toen hij in 1948 met zijn boot de Lickebaert het stadje binnen zeilde. Adrianus Bruggeman – huurder van de Campveerse Toren, die eigendom was van de gemeente – vroeg Van Cranenburgh of hij zijn zaak niet over wilde nemen. Henk, op dat moment vrachtrijder voor eigen rekening, hoeft er niet lang over na te denken en gaat vrijwel direct op het aanbod in. De gemeente accepteerde hem als nieuwe huurder met die restrictie dat hij wel zijn horecapapieren moest halen – op grond van een eeuwenoude eis mocht de gemeente alleen verhuren aan bekwame herbergiers.

Hij was wellicht van nature een bekwame herbergier, want hij ontwikkelt zich al snel tot een succesvol horecaondernemer. Henk en zijn vrouw Johanna hebben ook oog voor de toekomst en de evoluerende eisen in de hotelbranche. Tussen 1950 en 1951 wordt de Campveerse Toren door middel van een ingrijpende verbouwing aangepast aan die eisen en weet het hogere marktsegment het hotel blindelings te vinden. In juni 1958 logeren prins Reinier en prinses Grace van Monaco in de Campveerse Toren en ook het Oranjehuis komt er regelmatig over de vloer. Nu was dat niet nieuw, want Willem van Oranje en Charlotte de Bourbon vierden in 1575 hun bruiloft in de herberg. De graven Egmont en Hoorne, die later hun hoofd verloren, logeerden er in 1563 en tsaar Peter de Grote in 1717.

Schrijvers wisten ook de weg naar Veere te vinden – Charles de Coster schrijft het in 1896 verschenen De legende en de heldhaftige, vrolijke en roemruchte daden van Uilenspiegel en Lamme Goedzak in Vlaanderenland en elders gedeeltelijk in de herberg – Tijl Uilenspiegel is in het laatste hoofdstuk van het boek torenwachter in de Campveerse Toren. Nescio schreef er in 1908 brieven aan zijn vrouw Agaat Tiket – in die brieven en in fragmenten van De Uitvreter speelt de Campveerse Toren ook een niet onbelangrijke rol. Henk van Cranenburgh was zich bewust van die rijke geschiedenis en speelde daar dan ook adequaat op in, maar hij speelt ook in op de toekomst. Zo opent hij eind jaren zestig een tweede zaak, namelijk restaurant De Struysvogel aan de Kaai in Veere. In de loop der jaren komen dochters Hendrina en Trijntje in de zaak en zij volgen hun vader in 1999 op als huurders van de Campveerse Toren. Vanaf 2005 krijgen ze een nieuwe huurbaas, want in dat jaar verkoopt de gemeente Veere het pand aan de Vereniging Hendrick de Keyser. Henk van Cranenburgh overlijdt op 2 september 2007, maar Hendrina en Trijntje zitten tot op de dag van vandaag in de Campveerse Toren.

Barcodes: De Nieuwe Drankwet

Mambo's in Middelburg

Mambo’s in Middelburg

Toen GGD Zeeland in november onderzocht hoe Zeeuwse jongeren dachten over de aanpassing van de Drank- en Horecawet, die hen vanaf 1 januari 2014 strafbaar stelt als ze alcohol bij zich hebben, bleek dat ruim de helft van de 217 ondervraagden het (een beetje) eens was met die wetswijziging. Nu heb ik geen enkele reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van dat onderzoek, maar de uitkomsten zijn niet in overeenstemming met hetgeen ik jongeren hoor zeggen als ze het er, al dan niet met elkaar, over hebben. Het zal ongetwijfeld zo zijn dat jonge voorstanders zich anders uiten tijdens een telefonisch onderzoek van de GGD dan op sociale media of onder vrienden, maar is het ook niet denkbaar dat sommige respondenten eigenlijk hadden willen zeggen dat ze wel begrip hebben voor maatregelen in het kader van de volksgezondheid, maar niet zitten te wachten op een verbod? Dat lijkt me aannemelijker. Ik bedoel: ken jij veel jongeren die zouden tekenen voor minder vrijheid? Nee toch zeker? Het is waarschijnlijker dat je nu denkt aan de verboden uit je eigen jeugd. Als je vader je zei dat je niet naar een bepaalde gelegenheid mocht wilde je eigenlijk nog maar één ding. Juist: een keer naar die tent. Je wou toch op z’n minst ontdekken waarom je daar dan niet heen mocht.

In het geval van alcohol valt er natuurlijk wel iets te zeggen voor een ontmoedigingsbeleid. Daar geven websites als www.naar18jaar.nl genoeg argumenten voor. Iedereen zou moeten beseffen welke gevolgen overmatig alcoholgebruik kan hebben, op welke leeftijd dan ook. Maar zullen de resultaten van het verbieden van alcohol onder de 18 werkelijk zo positief uitpakken als die websites ons willen doen geloven? Ik waag het te betwijfelen. Tijdens het verbod op alcohol (‘de drooglegging’) in de Verenigde Staten, in de jaren 20, nam de consumptie aanvankelijk ook af, maar kort daarop volgde juist een toename in het gebruik, en had de georganiseerde misdaad vrij spel. Die situatie van toen is niet te vergelijken met die van de Walcherse jongeren nu, maar ik ben erg benieuwd hoe zij zullen reageren op de nieuwe situatie. Zullen er meer illegale feesten worden georganiseerd? Worden zuipketen straks ook een fenomeen in Zeeland, als ze dat niet al zijn?

Of zal het allemaal wel meevallen en berusten de jongeren in hun lot omdat de nieuwe wet ook geldt voor alle leeftijdsgenoten? Dat kun je niet uitsluiten. Soms speelt gelijke behandeling een rol bij berusting. Dat was ook het geval tijdens de Middelburgse Kermis van 1920. Die stond bekend als ‘de eerste droge kermis’; er gold een tapverbod van een week. De kermis verliep zonder grote incidenten, maar toen op zaterdagavond bleek dat de hoge heren van Sociëteit De Vergenoeging op de Markt wél mochten drinken, omdat hun bar langer open mocht blijven dan die van andere etablissementen, ontstond er een kleine volksopstand waarbij enkele ruiten van de sociëteit sneuvelden en de politie charges moest uitvoeren. Het leek wel alsof de Middelburgers wilden zeggen: prima hoor, dat verbieden, maar verbied het ons dan wel allemaal.

Barcodes: Bordeelsluipers

In 1460 bepaalden baljuw, burgemeesters en schepenen van Middelburg dat alle gemeene vrouwen van levene, die hem (= zich) laten mynnen of cussen omme gelt nergens anders mochten vertoeven dan in de strate genaemt Spaengen. Maar in 1565 mochten de dames van plezier zich alleen beroepshalve bevinden in de straete, genaempt de Geere ende thiende hof. Een jaar later bepaalde de gemeente in een verordening dat bordeelhouders geen vaantje (= bierkroes) mochten uithangen maar alleen eene tinne pints kanneken met een pallemboemke. Soms bepaalde een stad dat wiven van ligten levene zich ’s avonds niet buiten de voor hen aangewezen gebieden in de stad mochten vertonen; bij kerkelijke plechtigheden de hele dag niet. In 1575 werd in Delft het houden van een hoerhuis verboden; Middelburg volgde in 1576.

Sfeerbeeld Zusterstraat 1938

Sfeerbeeld Zusterstraat 1938

De gemeente stelt in 1856 een verordening op de publieke huizen in. P.G. Visscher, uitbater van bierhuis annex bordeel De Graaf van Mansveld in de Zusterstraat maakt in de gemeenteraadsvergadering van juli 1860 zijn bezwaren kenbaar tegen genoemde verordening en vraagt tevens verruiming van de openingsuren aan. De Zusterstraat was in die jaren de Spanjaardstraat van de 19de eeuw, alleen waren de dames niet, zoals in de 15de eeuw, aan de Zusterstraat gebonden voor het uitoefenen van hun vak. De Zusterstraat kende nog twee bordelen, namelijk Van Minkelen en De Gouden Top. In juni 1869 worden Sophia Maria Laros en haar zus Maria Helena – ze hadden een tapperij in de Lambrechtstraat – veroordeeld tot 6 maanden gevangenis en Fl. 25,– boete wegens een feitelijk vergrijp tegen de zeden.

De rosse buurt van Middelburg bevond zich in die tijd echter vooral in de warme driehoek Vlissings Wagenplein-Teerpakhuizenstraat-Winterstraat, waar men hartstochtelijk aan Bacchus en Eros offerde. Een heel bekende dame had al een bordeel op het Wagenplein rond 1810. Zij duikt in verschillende krantenartikelen op als J.W. De ene keer betreft het een verslag van een politie-inval, de andere keer van door kwajongens ingegooide ruiten. Waar J.W. precies woonde is niet duidelijk, maar het is heel goed mogelijk dat zij open huis hield in een van de logementen of café’s. Het bierhuis van Carl Trappmann aan het Vlissings Wagenplein was een bordeel, want uitbater P.J.E. Stosberg wordt in februari 1893 veroordeeld tot 6 dagen hechtenis voor het zonder vereischte toestemming houden van een bordeel.

Ook Tannetje Groenhof van herberg Nooit Gedacht aan het Vlissings Wagenplein had een bedenkelijke reputatie. Haar buurtgenote Maatje Florisse had Tannetje en plein publique toegevoegd: “gij houdt een publiek h…met je dochter, gij zijt een h…”. In november 1885 meldt Madame Anna (Anna Stossberg) per advertentie in de Middelburgsche Courant dat ze van de Winterstraat naar de Molenberg is verhuisd. Het is niet duidelijk waar ze bordeel hield in de Winterstraat, maar vanaf 1885 baat ze dus haar bordeel uit op de Molenberg. In 1892 doet ze de zaak over aan R. Tillenberg met wie ze vier jaar later trouwt. Tillenberg neemt in 1895 een bierhuis aan de Beestenmarkt over van Carl Trappmann Dit bierhuis annex bordeel moet in 1903 sluiten, omdat er vanaf dat jaar een bordeelverbod van kracht is.

Gang_Tete_a_teteIn 1978 kregen de bordeelsluipers weer vaste voet, want op de bovenverdieping van The Pub aan de Nieuwe Vlissingseweg werd het bordeel Psychosexueel Therapeutisch Instituut Tête à Tête geopend. Vanaf 1988 is Middelburg echter weer bordeelloos tot er dit jaar een illegaal bordeel opdook boven de voormalige Coffeeshop 62 in de Sint Janstraat, maar dat wordt in juni schielijk gesloten. Het gemeentelijk beleid biedt ruimte aan twee bordelen in het buitengebied, dus er komen voorlopig geen gemeene vrouwen van levene in de Sint Janstraat.