Baden in het Badmotel

Op 4 november 1963 slaat gedeputeerde en geboren Westkapellaar Ad Kaland de eerste paal voor Badmotel Westkapelle. Kaland had in die tijd veel in de melk te brokken en had de bijnaam “Onderkoning van Zeeland’ niet voor niets gekregen. De bouw neemt enige tijd in beslag, maar het badmotel wordt 29 mei 1964 geopend op het adres Provincieweg E 28, nu Grindweg.

Het badmotel is eigendom van de Exploitatie Maatschappij Scheveningen NV (E.M.S.) van Reinder Zwolsman. Naast een tennisbaan beschikt het badmotel ook over een zwembad. Gerard van der Veen is de eerste  directeur – hij vertrekt later naar hotel Britannia in Vlissingen dat ook toebehoort aan E.M.S. van Zwolsman.

Midden jaren ’70 heeft er een wisseling van de wacht plaats. Willem en Adrie van den Tol-Munters worden de nieuwe eigenaren van Badmotel Westkapelle. Zij verhuren twee tennisbaan aan de in 1976 opgerichte Lawn Tennis Club (LTC) de Westkaap. Maar dat gaat niet van harte, want er zijn conflicten over het gebruik van de tennisbanen. Per april 1977 zegt Van den Tol LTC de Westkaap de huur op. De Westkaap verkast naar tennisbanen aan de Joossesweg tot de gemeente in 1980 te hulp schiet. Er wordt een kantine gebouwd en twee betonnen tennisbanen aangelegd op sportpark de Prelaat aan de Domineeshofweg. Daar huist LTC de Westkaap tot op de dag van vandaag.
Het echtpaar Van den Tol leeft mee met Westkapelle en laat dat ook weten. Zo schrijven ze in oktober 1990 een protestbrief aan Commissaris der Koningin Cees Boertien over het Westkappelse oorlogsmonument achter de Kreek.  Het monument wordt in de volksmond de pispaal genoemd, doch dit terzijde.

Ze schrijven o.a.: “Omdat u de meest invloedrijke bestuurder bent van Zeeland en wij ons machteloos voelen tegenover burgemeester en wethouders van Westkapelle, vragen wij u om het monument van zijn voetstuk te krijgen.” en “Horizonvervuiling, een zwartgallige blikvanger die beter wat verscholen in de duinen had kunnen staan.” Je hebt, zoals ik, hart voor Westkapelle of je hebt het niet.
Hendrik Willem van den Tol volgt zijn ouders midden jaren ’90 op en hij brengt nieuw elan in het badmotel. Zo bedenkt hij in 2002 een ludieke en luxe manier om te dineren. Hendrik plaatst een schaftkeet aan de Grindweg die hij de naam het Keetje geeft. Hij had het idee voor een exclusief minirestaurantje al twee jaar eerder en wilde het op een ponton in de Kreek plaatsen. Helaas ging de gemeente Veere daarmee niet akkoord.
De schaftkeet werd omgebouwd tot een restaurantje en voorzien van o.a. een uitklapbare tafel, een koelkast en een televisie. Gasten die in het Keetje wilden eten konden vooraf reserveren van een speciale menukaart. Bestellingen konden via gsm worden doorgegeven.

In 2008 valt het doek voor zowel het Badmotel Westkapelle als voor het Keetje. Het erfgoed van de familie Van den Tol wordt afgebroken en op het terrein verrijst een appartementencomplex. Het valt natuurlijk wel te begrijpen, maar aan de andere kant was het een vorm van kapitaalvernietiging. Want nu kan ik nooit meer baden in het Badmotel.