Sommige herbergen en later cafés hadden en hebben namen die je op heel Walcheren tegenkwam – de Roode Leeuw was bijvoorbeeld zo’n naam. In Middelburg waren drie herbergen met die naam, maar ook Nieuw- en Sint Joosland, Domburg, Veere en Zoutelande waren van zo’n herberg voorzien. Maar deze Kroegpraat richt zich op de Roode Leeuw in Zoutelande – wellicht komt er later nog eens een andere roode leeuw over het voetlicht.
De geschiedenis van de Roode Leeuw begint in 1805 wanneer Jacomina Platschor een huis aan de Langstraat 11 koopt voor 50 pond Vlaams waar ze een herberg in begint. Vervolgens dient zich een hele rits eigenaren aan, te veel om op te noemen dus we pakken de rode draad pas weer op in 1883 wanneer Maria Sanderse eigenaar van de Roode Leeuw wordt. Ze trouwt twee jaar later met Marinus van Vlaanderen en samen zetten ze koers naar de twintigste eeuw. Het vertier in de herberg staat soms op een laag pitje dat af en toe opvlamt als bijvoorbeeld een draaiorgel de straat aandoet. Maria en Marinus figureren op de foto bij dit verhaal en hopen natuurlijk dat het feestje zich in hun herberg voortzet.
De rode draad duikt opnieuw op in 1938 wanneer Gerrit Gabriëlse caféhouder in het pand wordt. Gerrit is een echte Westkappelaar – zijn vader Lourus zat trouwens in Duinzicht aan de Langstraat 1 – en die zijn altijd strijdbaar wanneer hun broodwinning in het geding komt. In 1956 wordt het pand Langstraat 11 onteigend en mede met de onteigeningsguldens heropent Gabriëlse op 10 juli 1959 een hagelnieuwe Roode Leeuw op het adres Zuidstraat 9.
Aangezien de preciezen in de (gereformeerde) leer talrijker dan de rekkelijken waren, mochten de cafés in Zoutelande in die tijd niet op zondag geopend zijn en dat schuurde bij Gerrit. Hij gooide in 1967 de kont tegen de krib en ging toch open op zondag en lokte op die manier een reactie van de sterke arm der wet uit. Een bekeuring volgde, maar daar liet Gerrit het niet bij zitten en hij stapte naar de kantonrechter. De rechter had meer oren naar de zogenaamde zondagswet dan de gemeenteverordening en stelde Gabriëlse in het gelijk. Het openbaar ministerie tekende nog wel beroep aan, maar het kwaad was al geschied en sindsdien kon de zondagsrust in de Zoutelandse cafés worden genoten met een biertje en borreltje. De schreeuw van de Roode Leeuw, in de persoon van Gerrit Gabriëlse, ging als een kogel door de kerk en het was nog lang onrustig in het dorp.
Waar een proefproces, en dit in de meest brede zin van het woord, niet allemaal toe kan leiden. Het leidde in Zoutelande in ieder geval tot een ontknoping van de blauwe knoop op zondag. Het is niet bekend hoelang Gerrit Gabriëlse nog in zijn Roode Leeuw heeft gezeten – misschien dat iemand dat nog weet – maar eind jaren ’80 opent hotel Valkenhof in het pand waar je nog steeds voor een drankje,ook op zondag, terecht kunt.