We schrijven 1778, een roerig jaar in Westkapelle waar men vasthield aan het zingen van psalmen op het metrum van Petrus Datheen. Een jaar eerder had de overheid een nieuwe manier van zingen verordonneerd, maar velen gingen voor dat zingen de kerk uit. Men gooide in Wasschappel de kont tegen de krib en belegde menige vergadering in herberg de Oranjeboom. De Oranjeboom stond op de hoek van de Kapelle en de Bartstraat. Jakob Lous en echtgenote Elizabeth Gabriëlse zwaaiden er de scepter. De zaak liep hoog op en Westkappelaar IJsbrand Burggraaf werd gearresteerd. Hij werd op 27 oktober 1778 vrijgelaten en trakteerde zijn stadsgenoten in de Oranjeboom op een ‘drinkpenning’. Het verhaal kreeg nog een onverwacht staartje, want twee weken later verscheen een bende van 80 ruiters en soldaten. Lourens Caland, Willem Lous en Izak Verstraate werden gearresteerd en op water en brood gezet in de Campveerse Toren. In mei 1779 werden Caland en Verstraate gegeseld en vervolgens verbannen. Lous werd met een bord, waar het woord ‘oproermaker ‘op stond geschreven, te pronk gezet en daarna ook verbannen.
Jakob en Elizabeth zaten in de Franse tijd nog steeds in de Oranjeboom. Ze werden in 1795 gesommeerd de naam van de herberg te veranderen en dat op het uithangbord kenbaar te maken. Jakob liet de oranjeappels die het bord sierden overschilderen en Oranjeboom werd Vrijheidsboom, zo meldde de Middelburgsche Courant. Willem Gabriëlse schreef in zijn prachtige terugblik ‘’t oude Westkappelse leefpatroon’ dat de Oranjeboom de Meiboom werd en ik vaar blind op ‘Willem de Redder’. In 1830 kwamen zoon Pieter Lous en echtgenote Klara Looijse in de zaak, die dan weer gewoon de Oranjeboom heet; oranje boven. Zij werden in 1840 opgevolgd door dochter Elizabeth Lous en echtgenoot Gerrit van Sighem. Lourus den Hollander kocht in 1858 de Oranjeboom van de erven Lous voor de aanzienlijke som van 8100 gulden. Huibregt van Rooijen kocht de herberg in 1889 aan voor de gekelderde prijs van 5120 gulden. Hij ging zelf echter niet in de zaak, maar liet dat over aan zijn zoon Andries ‘Riêsje van Ronneele’ van Rooijen en schoondochter Adriana Minderhoud.
Bovengetekende krijgt vaak ‘oendurvleis’, oftewel kippenvel, wanneer hij bronnenonderzoek naar Westkapelle doet. Niet zo gek natuurlijk, als je weet dat Wasschappel in 1223 stadsrechten kreeg, amper zes jaar later dan Middelburg. Maar goed, terug naar de Oranjeboom dat vanaf het prille begin het honk was van de dijkwerkers. De bende rijswerkers en de ‘elfde bende’ waren honkvast en verkasten niet naar een andere herberg. In de Oranjeboom werden de lonen uitbetaald en dan nam men weleens een mokje jenever op de goede afloop. In 1923 maakte Andries van Rooijen bekend dat hij met ingang van 1 mei de deuren van ‘Café, Logement en Stalling, genaamd: Oranjeboom’ zou sluiten. Hij bedankte ‘voor het genoten vertrouwen, gedurende 34 jaren ondervonden.’ Het vreemde is dat Gabriëlse in ‘’t oude Westkappelse leefpatroon’ schrijft dat de Oranjeboom aan het eind van de mobilisatiejaren 1914-1918 in vlammen op gaat. Wie het weet mag het zeggen.