Denkend aan Daan

“Schrijvenderwijs was ik ingeslapen, schrijvenderwijs werd ik wakker bij nacht omdat er woorden stonden te blaten onder het open raam waar ik lag.” Deze dichterlijke woorden zijn niet van mij, maar van Guillaume van der Graft. Nu dommel ik schrijvenderwijs ook wel eens in om vervolgens wakker te schrikken van een woord dat zich plotseling aandient. Een woord dat precies op zijn plek valt. Toen ik een paar weken geleden schreef over Karting Walcheren in Wasschappel dacht ik vaak aan Daan Hengst. Hij zou ongetwijfeld de ins en outs hebben geweten van Karting Walcheren en opvolger ’t Vroon. Helaas kan ik het hem niet meer vragen, aangezien hij vorig jaar op 27 augustus overleed. Ik zat nog vol met vragen, bijvoorbeeld over het cafeetje dat Willem ‘Semijn’ Brasser begin vorige eeuw had aan de Zuidstraat. We hebben het er wel even over gehad, maar nog niet genoeg.

Stamboom

Daan maakte op enig moment een stamboom van de familie Minderhoud in Westkapelle. Deze familie zwermde uit over Walcheren waar ze veel herbergen en cafés uitbaatten. Zo zat Willem Minderhoud, en later zoon Jacobus, in ’t Sincken Tooghje aan de Beddewijkstraat in, zijn broer Kobus Minderhoud, en later zoon Aarnoud, in een café aan de Segeerstraat. Johanna Minderhoud zat in het Bredasche Veerhuis aan de Turfkaai, Noach Minderhoud, later zoon Piet, in een café aan de Gravenstraat, Maatje Minderhout in de Eendracht aan de Markt, Joost Minderhoud in Kanaal en Spoorzicht aan de Teerpakhuizenstraat en later in de Eendracht aan de Varkensmarkt en tenslotte was er Fransina Minderhoud. Zij had een café op de hoek van de Vlasmarkt en de Kromme Weele.

Dat liegt er niet om. Maar er is meer. Pieternella Minderhoud zat in de Roode Leeuw in Zoutelande en Johanna Willemina Minderhoud in de Schoone Waardin in Ritthem. Vanzelfsprekend was de familie Minderhoud ook in de Westkappelse horeca actief. Johannes Kornelis Minderhoud zat in de Noordstar aan de Noordstraat, Willem Minderhoud in de Oranjeboom aan de Zuidstraat.

In 1843 zat Huibregt Minderhoud in het Kasteel van Batavia. Huibregt en zijn tweede vrouw Abigael Houmes kregen in 1875 bezoek van schrijver Charles de Coster en tekenaar Adolphe Dillens. Zij nuttigden het middagmaal in het Kasteel en lieten zich dat goed smaken. Later kwamen Aarnout en Jakoba Minderhoud in het Kasteel dat weer iets later werd overgenomen door zoon Hendrik Minderhoud oftewel Eine van Ko.

Monumentje

Samen met Edwin Mijnsbergen vertrok ondergetekende vorig jaar op een regenachtige dag in februari naar Westkapelle. We gingen niet naar Bommel om de brug te zien, maar naar het Kasteel om Daan te   zien. Het was een zeer leerzame middag in het Kasteel. Daan vertelde prachtige verhalen over de Westkappelse horeca uit verleden, heden en over de toekomst. Ademloos luisterde ik en maakte aantekeningen op een ongelinieerde blocnote. Ik heb nu eenmaal een hekel aan regels. Als ik denk aan Daan Hengst krijg ik nog steeds vochtige ogen. Een monumentje zou wel op zijn plaats zijn, een monumentje voor een wijze, zeer wijze man.

Centraal is centraal

Op 21 mei 1900, Hemelvaartsdag, opent Cornelis Botting café Centraal aan het Dorpsplein 6 in Koudekerke. De Middelburgsche Courant meldt het volgende: ‘Ondergetekende maakt het geacht publiek van Koudekerke en omstreken bekend dat hij op Hemelvaartsdag zijn Café-Centraal met vergunning te Koudekerke zal openen, waar ook des zondags wordt verkocht. Hopende door een nette en vlugge bediening op veler gunst. Koudekerke, 21/5 1900. J. Botting’.

Het is in die tijd een klein wonder dat er ook op zondag wat kon worden gedronken. De christelijk moraal op Walcheren is daar eigenlijk niet van gediend. Op de dag des heren dient men slechts de enige en echte heer te dienen. In 1902 trouwt Botting’s dochter Jacoba met Cornelis Johannes Mommaas. Cornelis wordt met ingang van 1 januari 1907 de nieuwe eigenaar van café Centraal. Hij zet het café te koop in oktober 1913. De zaak wordt voor 5007 gulden gekocht door Jacobus Schreijenberg. Cornelis en Jacoba vertrekken naar café Duinzigt aan de Koudekerkseweg in Vlissingen.

Café de Vriendschap

Jacobus staat niet alleen in Centraal, ook zijn echtgenote Prina Wielemaker draagt haar steentje bij. Wellicht botert het niet tussen Jacobus en Prina, want in 1933 scheiden hun wegen zich. Prina krijgt het café uit de boedelscheiding. Alleen is echter maar alleen. Misschien is dat de reden dat ze Centraal na een jaar verkoopt aan Adriaan Simpelaar. Simpelaar is geen onbeschreven blad in de horeca. Hij heeft eerder in Café de Vriendschap gezeten op Dorpsplein 18, een eindje verderop.

Simpelaar blijft lang hangen in Centraal, langer dan welke andere eigenaar dan ook. Hij zet café Centraal in mei 1956 te koop of te huur. De advertentie meldt onder meer: ‘Te koop of te huur café ‘Centraal’ te Koudekerke. Vloeroppervlakte 180 m2, met strandbedrijf, bestaande uit: consumptietent, terras en 10 badcabines, staande op het strand te Dishoek. Voor solide huurder is de eigenaar bereid om het café ‘Centraal’ te verbouwen tot café-restaurant-hotel, tot ca. 16 kamers. Voor ernstige koper of  huurder, boeken ter inzage. A. Simpelaar, café “Centraal” te Koudekerke’.

Boven water

Een hele mondvol, maar er komt noch koper noch huurder. Dat gebeurt pas een dikke twee jaar later. Op zaterdag 22 november 1958 heropent M. Brouwer café Centraal ’s middags om 15.00 uur. Hij meldt in de advertentie dat de zaak een prima gelegenheid voor feesten, partijen en vergaderingen is en beveelt zich beleefd aan. Ik ben naarstig op zoek geweest naar de voornaam van de heer Brouwer. Helaas heb ik niets kunnen vinden. Misschien komt zijn voornaam nu boven water. Begin 1959 breekt er brand uit in Centraal, een brand die verstrekkende gevolgen heeft en het einde voor M. Brouwer betekent. Waarnemend burgemeester J. Jasperse van Koudekerke opent op dinsdag 14 juli 1959  hotel-café-pension Centraal. Arnold Evert Rijckborst is de trotse eigenaar van de hagelnieuwe zaak. Hij is zo trots als een pauw, want de zaak is een plaatje. Centraal staat centraal in Koudekerke. De locatie genereert altijd klandizie. Iets later kiest Rijckborst voor de naam Dorpszicht, maar dat verhaal is eerder aan bod gekomen in de Middelburgse  en Veerse Bode.

Luisterrijk Lommerrijk

De meningen lopen nogal uiteen als het gaat over het jaar dat café Lommerrijk aan de Vlissingseweg 270 is gesticht. Het Handelsregisterdossier spreekt van 1879, maar meldt later 1933 als oprichtingsjaar. Wat wel zeker is, is dat Abraham Cornelis de Steur de eerste eigenaar van Lommerrijk is geweest. Hij staat niet zelf in zijn café, maar verhuurt het. De eerste huurder, in 1916, is Jan Dingemanse. Dingemanse wordt eind jaren ’30 van de vorige eeuw eigenaar van het legendarische ’t Sincken Tooghje aan de Beddewijkstraat in Middelburg. Dingemanse blijft maar twee jaar in Lommerrijk en wordt in 1918 opgevolgd door Adriaan Davidse. Davidse blijft tot 30 april 1923 in het café. Met ingang van 1 mei van dat jaar komt zijn huurbaas De Steur dan toch zelf in de zaak.

Pauw

Een jaar later verbouwt Abraham Cornelis Lommerrijk ingrijpend. Trots als een pauw heropent hij zijn zaak op 26 juli 1924 en beveelt zich beleefd aan. Tien jaar later lijkt hij er genoeg van te hebben, want op 18 augustus 1933 heropent Augustinus Alfred Wieme Lommerrijk. Wieme, die eerder in de Witte Ballon aan de Sint Janstraat heeft gezeten, is een blijvertje. Wieme zit ook een tijdje in Camping Duinzicht in Dishoek. Hij blijft tot 1952 in de zaak en emigreert dan naar Canada.

Nico Keulemans neemt Lommerrijk over. Hij blijft vijf jaar hangen. Wanneer Wieme in 1957 overlijdt, keert zijn weduwe Cornelia van Hoepen terug naar de Nieuwe Vlissingseweg 390, waar zij op 24 augustus 1957 Lommerrijk heropent. Drie jaar later geeft ze er de brui aan. Arie Reijnhout en vennoot Lein Suurmond heropenen op hun beurt Lommerrijk op zaterdag 2 april 1960.

Aannemers

Josephine Brandsma is met ingang van 1 juli 1963 de nieuwe eigenaar van het café. Nu kom ik op bekend terrein, want in die tijd ben ik met mijn vader een paar keer in Lommerrijk geweest. Achter een glaasje prik luisterde ik met een half oor naar de gesprekken die hij voerde. Vreemd genoeg waren dat gesprekken met de aannemers Rinus Uijl uit Middelburg en Rook Eland uit Vlissingen. Ik heb nooit begrepen wat de ‘pointe’ van die gesprekken was. Maar dat heb je ervan als je maar met een half oor luistert en ze niet spitst zoals het hoort.

Enfin, Henk Vink en Hendrica Janse werden met ingang van 1 januari 1967 de nieuwe eigenaren van Lommerrijk. In die tijd stond er een juke box in de zaak en ook een flipperkast. Peter Carol, die vlak in de buurt woonde, flipperde er in zijn jonge jaren behoorlijk op los. Hij deelde een foto met Middelburg Dronk waarop hij, een broekje nog, op een stoel achter de flipperkast staat. Per 1 januari 1972 viel het doek voor Lommerrijk, want de zaak werd opgeheven. Hendrica was getrouwd met ‘Bolle’ Kees Snellens. Ze verkasten in 1973 naar het al even legendarische café de Vriendschap aan de Vlissingsestraat. Ik blijf het eeuwig zonde vinden dat het luisterrijke Lommerrijk ten onder ging, maar gelukkig niet aan drank en vrouwen.

Karting in Wasschappel

Andries Passenier uit Domburg opent op 10 juni 1964 Karting Walcheren aan de Hoge Weg in Westkapelle. Het is een spektakel van jewelste. Burgemeester Theo de Meester snelt over de baan en rijdt een rood-wit-blauw lint aan flarden. Passenier rijdt zijn rondjes als ‘waarnemend burgemeester’ van Domburg. Ook burgemeester Nico Elsen van Heinkenszand is van de partij. Burgemeester De Meester zegt in zijn openingstoespraak dat de toeristen in Westkapelle naast het strand nu ook op een andere manier kunnen recreëren. Wethouder Willem ‘de Redder’ Gabriëlse rijdt ook een rondje. Hij meldt na afloop dat hij blij is het er heelhuids vanaf te hebben gebracht. Karting Walcheren is iedere dag open, ook in de weekends. Naast de kartbaan is er ook een speeltuin en een midgetgolfbaan.

Karting Walcheren timmert flink aan de weg in het Domburgsch Badnieuws. In de zomer van 1965 staat er een advertentie in met de volgende tekst: ‘Karting Walcheren sensationeel voor jong en oud! Een maximum aan spanning en vermaak. Bezoek het kartingcircuit “Walcheren” gelegen onder aan de zeedijk in Westkapelle. Kartverhuur: f2,- per 5 ronden, f3,50 per 10 ronden. Reductie voor gezelschappen en clubs. ’s Avonds verlicht! Uitgebreide vrije parkeergelegenheid’.

Bowlingbaan

Naarmate de jaren vorderen breidt de zaak uit. Er worden steeds meer recreatiemogelijkheden toegevoegd. In de zomer van 1970 beschikt Karting Walcheren ook over een bowlingbaan en trampolines. Karting Walcheren heeft de wind mee en vol in de zeilen. Passenier heeft grote plannen met zijn zaak, plannen die in 1974 leiden tot het omdopen van Karting Walcheren tot ’t Vroon. Op maandag 21 mei van dat jaar opent commissaris van de koningin Jan van Aartsen het complex. Passenier kan er trots op zijn. ‘t Vroon beschikt ook over een gebouw waarin bruiloften en partijen kunnen plaatsvinden. De Verlof A-vergunning die het gebouw heeft, is een prettige bijkomstigheid.

Misschien dat de jaren gaan tellen bij Passenier, want in 1978 verhuurt hij ’t Vroon aan Geert de Kort. Hij plaatst in september 1978 in de provinciale courant de volgende advertentie: ‘Rekreatiecentrum ’t Vroon Westkapelle. Openingstijden: van 10 tot 18 uur de hele maand september. ‘s Maandags gesloten. Oktober en november alle weekends. Zaterdag speciaal voor de kinderfeestjes. Nieuw Nieuw Bij ’t Vroon mosselen eten, recht uit de mosselputten van de buurman. Dus nergens verser!!! Gekookte mosselen met friet of boerenbrood en sausje f9,75’.

Donkere wolken

Het is een hele mondvol, maar wie tekent er nu niet voor een portie mosselen met friet voor 9,75? Ik heb er nooit gegeten, doch in een ver verleden wel eens een rondje gekart. In 1984 pakken donkere wolken zich samen boven ’t Vroon. De Nederlandse Middenstands Bank eist in maart van dat jaar het vertrek van De Kort, maar Geert zet door en geeft geen gehoor aan die eis. Het erfgoed van Passenier is voorlopig gered. Helaas is het een paar maanden later toch uit met de pret, want het complex wordt in november te koop gezet.

Drama in de Sint Janstraat

Op zaterdag 13 juni 1914 opent Jasper Munter café de Witte Ballon aan Sint Janstraat 34 in Middelburg. Hij drijft het café met zijn echtgenote Pietje van der Weele. Net als Simon weet zij van wanten. Ze hebben samen het één en ander meegemaakt dat hen niet in de koude kleren is gaan zitten. Zij zijn erg pril getrouwd, maar niet één van hun vier kinderen is ouder geworden dan een half jaar.

Jasper en Pietje serveren in de wintermaanden iedere donderdag snert, zodat de marktgangers er warmpjes bij zitten. Jasper maakt op 17 oktober 1918 in de Middelburgsche Courant bekend dat ‘zijn café ingericht is met electrische piano en Ie klasse Biljart’. Wie aan de weg timmert oogst veel bekijks. Tijdens de kermis is het vaak bal bij de Witte Ballon. Zo is er op 6 en 7 augustus 1924 pianomuziek ‘door Heer J. Adriaanse van Vlissingen’.

Als Pietje op 5 januari 1931 op 51-jarige leeftijd overlijdt, ziet Jasper het niet meer zitten. Hij weet het niet meer en twijfelt aan de zin van een leven. Op 24 september 1931 speelt zich een drama af in de Sint Janstraat. Jasper slaat de hand aan zichzelf. Hij is dan 54 jaar.

Paaschdagen

Het café staat een tijdje leeg totdat Johan Frederik Yisberg de Witte Ballon op 26 maart 1932 heropent.  Zijn eerste advertentie op 26 maart 1932 in de Middelburgsche Courant meldt het volgende: ‘Ie klasse Dansmuziek gedurende de Paaschdagen. Vrij entreé. Goede consumptie. Billijke prijzen. Aanbevelend J.F. Yisberg Accordeon-Musicus’.

Hij kan in zijn café de accordeon wijd open trekken en weer dicht doen. Yisberg blijft slechts een jaar in zijn café. De accordeon heeft dus maar kort geklonken. Augustinus Alfred Wieme neemt de zaak in 1933 over van  Yisberg. Wieme is de laatste eigenaar van de Witte Ballon, maar zal later zijn sporen in de horeca nog verdienen. Hij zit een periode in café Lommerijk aan de Nieuwe Vlissingseweg in Middelburg en ook in Camping Duinzicht in Dishoek.

Bij de neus

Het pand aan de Sint Janstraat 34 krijgt in 1977 weer een horecabestemming. In dat jaar openen Anneke en Hans Smits er de Harlekeijn. Als de zaak in 1986 nat gaat, neemt Ad van der Heijden – om het even welke god hebbe zijn ziel – de zaak over en noemt die Sjénee wat ‘bij de neus’ betekent. Na Sjénee volgen achtereenvolgens (S)Tapperij De Harlekijn, Zuidlande, Mangerie T & T, De Heeren van St. Jan en Il Senso.

Zuidlande van Arend Nieboer is mijn favoriete restaurant geweest. Hij is in 1995 naar Amsterdam verhuisd waar hij ook een Zuidlande op de kaart heeft gezet. Als Il Senso in 2016 verkast naar de Lammerensteeg staat het pand even leeg. In mei van dat jaar openen Patricia Buitelaar en Albert Minderhoud Restaurant Basalt. Ik hoor hele goede berichten over het eten. Dat moet ik binnenkort toch eens gaan proberen.