Barcodes: Kouwe kletsen bij Janus in de Kanaalstraat

De_Vriendschap_Kanaalstraat_1967

Exact een week geleden maakte ik weer eens een pelgrimage; een voettocht naar mijn jeugd. Als ik 200 jaar eerder was geboren had ik Napoleon nog kunnen ontmoeten in herberg het Groenewoud aan het begin van de Oude Vlissingseweg, doch die krent sierde wis en waarachtig niet m’n pap. Dus welgemoed op weg naar Groot-Abeele waar eens herbergen als Capootjes (foei!), de Zevenster, de Rijzende Zon en Belle Vue stonden. Ook daar ben ik te jong voor, hoewel ik er wel een dorstig feest van kroegmaat Harm – toen op kamers in de voormalige Belle Vue – meevierde. Wandelenderwijs zou ik vroeger bij het Zwaantje zijn aangeland waar ik op een zondagmiddag als 13-jarige mijn eerste dansje maakte op muziek van Black Andy and the Formation – Black Andy aka Boet Tahitu was de broer van vriend Daan; vandaar.

Als vanzelfsprekend kwam ik in “De Wijk” terecht waar ik in de jaren ‘70 aan het kerstmaal zat bij tante Aya, haar zoon Junus en Emang met wie ik toen een optrekje in de Blindenhoek deelde. Oost-Souburg bezat een magisch magnetisme, niet in het minst omdat het dorp twee van mijn grote liefdes telt. De eerste is een oude koe die in de sloot blijft, maar de tweede, die toen aan het Stenen Padje woonde, leerde me, onder andere, de diverse culinaire rijkdom van het dorp. Zo heb ik Bourgon leren kennen en de fantastische frites van Kuzee in de Kanaalstraat – gegarandeerd een zevenster van Michelin.

Eenmaal zwaar aan de verkering kwam ik geregeld bij haar ouders thuis en soms werd de drukte tijdens verjaardagen me weleens te veel. Dat meldde ik dan en ook dat het beter was de geest even te laten waaien tijdens een ommetje rond het Ronde Putje. Daar werd altijd begripvol op gereageerd en vervolgens verraadde ik dat sprookje en spoedde me naar de kroeg van Janus in de Kanaalstraat. Het café heette eigenlijk De Vriendschap maar geen kniesoor legde zich daar te luister. Janus had twee dochters van wie ik me eigenlijk alleen Jeannette herinner. Gezegend met een brede visie – zalig zijn de schelen – zag ik altijd twee Jeannette’s en er is weinig mooier dan schoonheid in duplo. Bij Janus raakte ik vertrouwd met het Oostsouburgse lingo en ontdekte ik de variabele benamingen van een glas bier. In die tijd was vooral de kouwe klets in zwang, zo van “Geef mij nog een kouwe klets en doe de rest ook wat” – bij zo’n bestelling maakt de wijsvinger van de besteller de karakteristieke omtrekkende beweging. Exact een week geleden sprak ik na mijn pelgrimage tijdens de vrijmibo in Seventy Seven Ko, een Oostsouburger in hart en nieren. Hij is van het zelfde bouwjaar als ik dus dat schept een band en een gedeeld geheugen. We kletsten over de nog steeds bestaande Vriendschap in de Kanaalstraat, de fantastische frites van Kuzee, de fantastische Jeannette van Janus en de kouwe kletsen waren oudergewoonte weer niet aan te slepen op het terras.

Barcodes: Gezocht, historische foto’s en verhalen van en over Walcheren

Tram_passeert_De_Vriendschap_en_Koophandel_1910

Met Middelburg Dronk en de zustersites hopen we een steentje bij te kunnen dragen aan het beter zichtbaar en vindbaar maken van (gedigitaliseerd) cultuur erfgoed uit de regio. Natuurlijk bestaan er al veel websites waar dat erfgoed is verzameld maar juist dat grote, versnipperde aanbod zorgt voor een informatieprobleem. Als je alles wilt weten over de geschiedenis van een persoon, een pand, een winkel of een horecagelegenheid kun je weken zoet zijn met het spitten in bronnen als de Beeld- en Krantenbank Zeeland, Het Geheugen van Nederland, of de Beeldbank van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Wij putten voor onze websites uit minstens dertig verschillende bronnen.

Nu denken veel mensen dat je de inhoud van al die websites eenvoudig kunt vinden en doorzoeken met behulp van zoekmachines, maar dat is lang niet altijd het geval. Google kan bijvoorbeeld niet bij de miljoenen gedigitaliseerde pagina’s die in krantenbanken zijn opgeslagen. Die moet je ter plekke doorzoeken, en dat niet alleen; je moet ook rekening houden met oude spellingsvarianten en de goede combinaties van zoektermen. Hetzelfde geldt voor veel online fotocollecties. De inhoud van sites als Gahetna.nl kun je doorzoeken met Google, maar als je zoekt op een Zeeuwse straatnaam leidt de zoekmachine je maar zelden naar de Beeldbank Zeeland. Google heeft beperkt toegang tot de database en kan dus ook geen informatie herleiden uit de beschrijvingen bij de afbeeldingen.

Ook aan onze sites valt nog veel te verbeteren, maar ze hebben als voordeel dat zoekmachines er wél raad mee weten. Het is niet voor niets dat we hebben gekozen voor het platform dat ook wordt gebruikt door Wikipedia, een website die vaak opduikt in zoekresultaten. Die keuze heeft z’n vruchten afgeworpen. Zo zijn alleen al de ruim 22.000 pagina’s van Middelburgdronk.nl bijna 7,5 miljoen keer bekeken. Statistieken mogen dan leugens zijn, maar wij vinden het zelf best indrukwekkend. En bemoedigend. We zijn dankbaar dat we uit al die bronnen – en daarmee uit het goede werk van anderen – kunnen putten, maar dat doet niets af aan het feit dat er nog veel informatie ontbreekt. Mensen sturen ons regelmatig foto’s en verhalen toe, maar wat ons betreft zou dat vaker mogen gebeuren. Daarom een oproep: heb jij historische foto’s van Vlissingen, Middelburg of de gemeente Veere, en wil je die graag delen op internet? Stuur ze dan naar ons op! Als je ze niet digitaal hebt kunnen wij ze ook scannen. Verhalen zijn ook welkom. Natuurlijk het liefst over de horeca, maar er zijn zoveel dwarsverbanden dat dat niet eens noodzakelijk is. We kunnen er bijna altijd wel iets mee. Aardig om te vermelden in dit kader is dat je ons op zaterdag 1 november kunt ontmoeten in het café van het Zeeuws Archief in Middelburg, tijdens de open dag van die instelling. Kom gerust langs met die oude schoenendoos vol foto’s, we maken maar wat graag kennis met je!

Barcodes: Rad van avontuur draait voor Hotel The Roosevelt

Polderhuis_Middelburg_1970

Eergisteren startte wethouder Johan Aalberts symbolisch de verbouwing van Hotel The Roosevelt aan de Nieuwe Burg in Middelburg. Een prachtig en moedig initiatief van Martin en Raymonde van der Louw dat alle lof verdient, want het oude Polderhuis (geopend op 21 december 1950) stond daar al veel te lang te verpieteren. Architect Hein Klarenbeek zou zich in zijn graf hebben omgedraaid – deze parel van de Delftse School had beter verdiend. Wie desalwelteplus denkt dat dit de eerste keer is dat er in de buurt van de locatie horeca plaats heeft, heeft het mis.

In de 16de eeuw zit er een herberg op de Wal – de Wal liep van het Koorkerkhof langs de Lange Jan naar de toenmalige Lange Burg. Stijne Bernaerts maakt in 1570 ten huize van Anna in herberg ’t Rat van Avontur zeker dranck voer zeker pacient; deze kuur voor de patiënt van het Onze Lieve Vrouwegasthuis aan de Lange Delft levert Stijne het alleszins redelijke bedrag van 6 schellingen en 4 groten op. In de 17de- en 18de eeuw is herberg St. Pieter er gevestigd en een artikel uit de Middelburgsche Courant van 5 januari 1854 over een brand in de Lange Jan op 1 augustus 1712 meldt het volgende: “Men had drie stukken geschut geplaatst voor de herberg St. Pieter op de wal, met oogmerk om den toren van boven neer te schieten, dat evenwel ondoenlijk was. De brand duurde van ’s maandags morgens ten half-zes tot dingsdag avond ten tien ure, en daar de wind west-zuid-west was is het dak van de koorkerk ook zoo fel aangetast, dat hetzelve binnen den tijd van tien uren geheel afbrandde ” – de Maneblussers namen geen halve maatregelen.

In 1888 heeft Geertruida de Fluijter een bierhuis op de Wal; zij werd in juni 1884 veroordeeld tot 15 gulden boete en 5 dagen gevangenisstraf wegens het als vrouw beneden de 45 jaar tusschen 4 uur ’s namiddags en 8 uur ’s morgens zich bevinden in een publiek huis van ontucht in Middelburg zonder boekje. Haar zus Maria neem het bierhuis in 1897 over; zij heeft dan net haar bierhuis in de Schuddebeursstraat verkocht. Zus Gijsbertina, net als Geertruida en Maria ongetrouwd , had een bierhuis in de Sint Sebastiaanstraat – de drie gezusters waren verre van stoffige joffers, eerder Dolle Mina’s avant la lettre.

De 20ste eeuw kende de cafés De Congo en Het Gouden Slot, doch stukken zwaar geschut veegden in 1940 de Wal volledig van de kaart. Na de oorlog waren de straatnamen niet meer wat ze geweest waren – de Lange Burg verdween en werd Nieuwe Burg ; de Wal werd Onder de Toren en de naam reïncarneerde in Walgang en Walplein. Wanneer je in de nabije toekomst wat drinkt op het terras aan het Walplein bij Martin en Raymonde in Hotel The Roosevelt, had je voor de zelfde schellingen en groten in het verre verleden bij Anna in ’t Rat van Aventur op de Wal kunnen zitten.

Barcodes: De arcades van de jaren 80

Wat is het toch jammer dat de behendigheidsspelen van weleer uit de cafés en cafetaria’s zijn verdwenen. Natuurlijk, in veel zaken kun je nog altijd darten, poolen, of een potje tafelvoetballen maar als je zin hebt om te flipperen, of een videogame te spelen, kom je meestal bedrogen uit. Tot vorig jaar was er in ieder geval nog één kroeg op Walcheren waar een flipperkast stond. Die is inmiddels ook verdwenen. Misschien staan er hier en daar nog in Vlissingen of de gemeente Veere, maar ik zou niet weten waar.

Het ligt voor de hand om te denken dat het digitale tijdperk de zogenoemde arcadespellen heeft doen verdwijnen (op Wikipedia worden die omschreven als ‘muntslikkende vermaakmachines’) maar er zijn meer oorzaken. Als je begin jaren 90 bij kroegbazen informeerde waarom de flipperkast was weggehaald mompelden ze meestal iets over de kwetsbaarheid en onderhoudsgevoeligheid van de machines. Dat was blijkbaar ook een reden om ermee te stoppen. Je zag vervolgens nog wel een paar jaar het arcadespel Photoplay als alternatief maar ook dat raakte geleidelijk uit beeld. Alleen de fruitautomaten overleefden; die genereerden nu eenmaal veel omzet. Voor sommige horeca-exploitanten waren ze zelfs de redding. Zonder de inkomsten van gokkasten zouden ze zonder meer op de fles zijn gegaan.

De ontwikkelingen doen je met enige weemoed terugdenken aan de jaren 80. In de eerste vijf jaar domineerde de flipperkast. Je speelde overal. Als je te jong was voor het café kon je terecht in de foyer van het Citytheater in de Lange Delft, waar je met een kwartje zonder veel moeite een vrij spel kon scoren. Niemand dwong je daar tot het nuttigen van een consumptie bovendien. Vermaak won het van winstbejag. In de ‘natte horeca’ was dat anders, maar ook daar was men soepel. Ik herinner me nog goed de periode dat we voor het eerst uitgingen in Middelburg. Zaten we eerst een paar uur Ghost ’n Goblins te spelen op drie colaatjes in café De Bloesbak, en sloten we de avond af in dancing La Folie, waar we tot twee uur ’s nachts Wonderboy speelden, met ons zuurverdiende bessenjenevertje. Nu gluurt de jeugd naar het andere geslacht vanachter het kleine scherm van het mobieltje, toen vanachter het grote scherm van de arcadekast.

In de snackbars van toen was het helemaal een feest. Het waren ontmoetingsplekken, en voor veel jongeren de voorlopers van het latere kroegleven. Die functie heeft menig cafetaria nog steeds maar het is anders nu. Toen hing je er de hele dag en stond de arcade centraal in het contact met je vriendjes. Martin’s Automatiek (later Fonsie’s) op de Markt stond er zelfs bekend om. Tegenwoordig verloopt het contact mobiel, via games en Whatsapp. Daar is weinig mis mee, maar het beeld verleidt tot vreemde uitspraken. “In onze tijd stonden we tenminste nog gezellig achter een videogame, met z’n allen.” Iets zegt me dat ik dat gevoel aan mensen van voor 1960 niet goed kan uitleggen.

Barcodes: Cafévloer vol confetti

Terras_PiBo,_2014

Aangezien ik niet over een rijbewijs beschik, ben ik aangewezen op de bus, de benenwagen of de fiets. Dat laatste vervoermiddel heeft mijn voorkeur en zo heb in de jaren die achter mij liggen talloos veel miljoenen kilometers afgelegd. Ik fietste veel met mijn vriend dichter Laurens Geerse die de sentimentele aardrijkskunde van Walcheren en de vogelen des velds als zijn broekzak kent. We gingen in eerste aanleg vogeltjes kijken, maar wanneer het dorstig weer was – en wanneer is het dat nu niet – was de tweede aanleg daar. Er werd vaak gepleisterd bij Ties in Bekerke, de Uitspanning Oranjezon of de Gouwe Geit in Hrieps, maar jammer genoeg nooit in dat naamloze, ietwat morsige café in Meliskerke.

Het etablissement in Melis ging me steeds meer fascineren – ik kwam er nogal eens langs als ik, geplaagd door de lekkere honger, omfietsboerenleverworst ging halen bij slager Wisse er schuin tegenover. Dat gebeurde echter veelal ’s morgens vroeg en dan was het café nog niet open – een koppeltje terrasstoelen tegen de gevel wachtte er dan ietwat verweesd op betere tijden. Toen www.middelburgdronk.nl eind vorig jaar zusje www.veeredronk.nl op het net ten doop hield, besloot ik op jacht te gaan naar informatie over die magnetische graal aan de Torenstraat. Al snel hoorde ik dat het café onder intimi bekend stond als PiBo, afkorting van Piet Boone, de eigenaar. Piet nam de zaak, café annex winkel, in 1985 over van vader Willem Boone die op zijn beurt vanaf 1961 eigenaar was.

In de PZC van 6 januari 2004 vertelt Willem Boone – hij werd een dag eerder 83 en vierde tegelijkertijd zijn 60-jarige bruiloft – over zijn echte dorpscafé waar het altijd gezellig was en nooit rottigheid gebeurde. Er kwam veel jeugd en dat hield hem jong. Het is een stoffig cliché, de zich herhalende geschiedenis, maar het café was eigenlijk nog een jonkie, want in 1818 vestigde herberg annex winkel Het Wapen van Zeeland zich in het pand. Piet Boone begint in 1993 een supermarkt in het voormalige gemeentehuis van Mariekerke en de oude winkel wordt bij het café getrokken – meer vierkante meters tegen de dorst. De dorst die nu ook via de tap kan worden bedwongen, maar daar reageerden de notoire flesdrinkers wellicht enigszins meesmuilend op, hoewel een droge mond natuurlijk overal op past. Piet begint, zij het soms met frisse tegenzin, ook met het spijzen van de hongerige – men moest immers met zijn tijd mee, zeker omdat het bierworstje zo langzamerhand rijp voor het museum was.

Hoewel ik nog steeds geen voet in de graal gezet heb, staat me wel een beeld voor de geest. Dat beeld wordt vooral bepaald door Franca Treur die ik als schroomvallig Meliskerks meisje ranja met een rietje drinkend in PiBo voor me zie; een wensbeeld dus. Exact een week geleden opende Film by the Sea met de wereldpremière van “Dorsvloer vol confetti”, maar helaas geen feestelijke after party met Franca in Melis en geen cafévloer vol confetti – helaas geen wensbeeld dus dat beklijft.