Barcodes: Terug naar Tref

Op vrijdag 27 maart wordt in café ’t Hart van Middelburg een reünie georganiseerd door en voor oud-medewerkers vanTrefcenter en Maxis. Het is deze maand respectievelijk 41 en 26 jaar geleden dat die Middelburgse supermarkten werden geopend in het pand aan Pottenbakkerssingel 2, waar nu Albert Heijn is gevestigd. Het idee voor de reünie ontstond in een besloten groep voor oud-medewerkers op Facebook, die begin februari werd aangemaakt door Anne Bosschaart.

Ik volg die groep met veel belangstelling. Ten eerste omdat ik zelf, als scholier, ooit ook voor het concern werkte, ten tweede omdat ik voor Middelburg Dronk al een paar jaar op zoek was naar foto’s van het interieur van de supermarkt. Trefcenter staat al drie jaar op de website omdat er van meet af aan ook een goedbezocht restaurant bij hoorde. Het valt me op dat oude foto’s van het pand op Facebook altijd buitengewoon veel nostalgische reacties oproepen. Alleen de kiekjes van het voormalige zwembad Poelendaele overtreffen die van de supermarkt in populariteit. De nostalgie gaat bij velen zelfs zo ver dat zij na al die jaren thuis nog steeds zeggen dat ze ‘even naar Tref gaan’ als het tijd is voor boodschappen bij Albert Heijn. Maar ondertussen hadden wij tot voor kort alleen de beschikking over oude krantenknipsels en een paar foto’s van het pand. De Facebookgroep van Anne heeft daar verandering in gebracht. De groep telt inmiddels bijna driehonderd leden, die massaal oude foto’s zijn gaan scannen om ze onderling te delen. We waren er uiteraard als de kippen bij om toestemming te vragen voor hergebruik op onze website. Dat bleek gelukkig geen probleem te zijn.

Met de foto’s komen ook de mooie verhalen los. Het is heerlijk om die te lezen of te horen. De een herinnert zich alle ongein van de kaasafdeling, de ander vertelt lachend over die ene medewerker die menig vrouwelijk collega wist te verleiden tot romantische affaires achter de schermen van de super. Ik zelf heb helaas niet zo veel verhalen. Ik werkte slechts een half jaar voor Maxis, als vakkenvuller. Wat me daarvan nog het best bijstaat is de ongeschreven regel van toen, dat als je bij het uitladen van de rolcontainers schade veroorzaakte aan het verpakkingsmateriaal, je dan best mocht snoepen van de producten. Het was dus logisch dat veel vakkenvullers enorme messen bij zich droegen, waarmee ze, met de regelmaat van de klok, te diep staken in een doos chips of een pak koekjes. Dat lesje pikte ik snel op. Ik kocht bij Brammetje Dump een mooi, groot zakmes en meldde me de dag daarop bij ploegchef Willem, stiekem hopend dat ik die avond de chocolade of borrelnootjes mocht aanvullen. Dat liep anders dan ik had gehoopt. “Jij helpt vanavond bij de dierenvoeding”, hielp Willem me uit de droom. Zat ik daar met mijn mooie mes, tussen de blikken Bonzo en Whiskas. Ik zou daar drie maanden blijven zitten bovendien.

De verhalen van anderen zullen ongetwijfeld sterker zijn, daar in ’t Hart van Middelburg. Bier en wijn doen nu eenmaal wonderen, wat dat betreft. Wij gaan dus zeker even kijken de 27e. En luisteren.

Barcodes: Waarover men wel spreken kan…

Als wij met mensen spreken over de handel en wandel van de Walcherse horeca gaat het meestal over de informatie die we wél delen op de websites. Dat we daar zo zorgvuldig als mogelijk mee om proberen gaan stipte ik al eens aan in ‘Moordverhalen uit de Walcherse horecageschiedenis’ (Barcodes 18 juli 2014). Maar dat we de privacy van mensen respecteren betekent uiteraard niet dat we nooit dromen van een encyclopedie die echt alles in kaart brengt, ook de zaken die het daglicht niet verdragen. Neem nu alle dwarsverbanden die je zou kunnen leggen op het gebied van relaties en seks binnen de horeca. Als je dat ook in kaart zou brengen en zou koppelen aan alle gegevens over exploitanten, medewerkers en klanten van de horeca, dan zou het verschijnsel ‘ons kent ons’ een compleet andere lading krijgen. Hoe vaak er al grappen over zijn gemaakt aan de bar durf ik niet te zeggen, maar feit is dat veel mensen zich wel iets kunnen voorstellen bij domeinnamen als Veerevoosde.nl. Smullen geblazen! Sommigen beweren zelfs dapper dat ze bereid zouden zijn te betalen, voor toegang tot zulke informatie.

Maar hoe verleidelijk en smeuïg zo’n concept ook moge zijn: we gaan onze vingers er natuurlijk niet aan branden. Je kunt het gewoon niet maken om openlijk te benoemen wie het allemaal met wie deden. Dat zou je hooguit kunnen rechtvaardigen vanuit de gedachte dat er zo veel mensen zijn die zich ooit bezondigden aan (on-)gewenste intimiteiten op de werkvloeren van de horeca. Ook in de Middelburgse cafés ondervonden we dat laatste letterlijk aan den lijve, toen begin jaren 90 chlamydia wild om zich heen greep. Chlamydia is al jaren de meest voorkomende bacteriële soa in Nederland. De aandoening is weliswaar goed behandelbaar, maar de symptomen blijven soms lang uit, of zijn niet goed herkenbaar. Daarom lopen veel mensen ermee rond zonder het te weten. In De Faam van 26 juni 1996 lezen we dat in 1995 bij 110.000 mensen een soa werd vastgesteld. In 60.000 gevallen betrof het chlamydia.

Nou, de Middelburgse horeca deed leuk mee, kan ik je wel vertellen. Het begon, zoals zo vaak, met één persoon bij wie de diagnose werd gesteld, en die het fatsoen had dit te melden bij twee dames met wie hij het bed had gedeeld. Die twee lieten zich ook onderzoeken en zagen zich geconfronteerd met dezelfde diagnose. Ook dat duo ging met de billen bloot bij oud-minnaars. Toen ging het opeens hard. Na een paar maanden bleken tientallen mensen het te hebben en al snel werd duidelijk dat lang niet alle escapades even legitiem waren geweest. Man, man, man: het leek wel of iedereen het met iedereen had gedaan. Die barman met die getrouwde klant, zij weer met een andere barman. En zo voort. Het was in feite zo erg dat iedereen er maar wat besmuikt om zat te lachen uiteindelijk. Niemand had er tenslotte blijvend letsel aan overgehouden, en niemand leek van plan om de eerste steen te gaan werpen. Dat was, in tegenstelling tot de genoten seks, wel zo veilig. Inmiddels is het zo lang geleden dat het is verworden tot een mooie anekdote voor bij een biertje, aan de bar. Maar online blijft het een taboe. Of om meneer Wittgenstein maar eens vrij te citeren: waarover men wel spreken kan, daarover kan men niet schrijven.

Barcodes: Het meisje van je dromen

Connie_en_CeesNu de discussie over nachtvergunningen in Middelburg weer volop wordt gevoerd denk ik terug aan de jaren 80 en 90. Het was toen niet zo dat er veel meer zaken open mochten zijn ’s nachts, maar de etablissementen van toen waren wel iets groter dan de huidige. Zo ook de Stadsdanszaal, die tussen 1989 en 1997 was gevestigd in de Beddewijkstraat, in het pand waar nu podium De Spot zit. Daar kwamen wij als twintigers graag. Die discotheek richtte zich op verschillende doelgroepen, waardoor het er altijd wemelde van de oude bekenden. Toen het management op zeker moment besloot af en toe zogenoemde Rock Nights te organiseren konden wij ons geluk helemaal niet meer op. Eindelijk een danstent waar je uit je plaat kon gaan op de klanken van Nirvana, Pearl Jam en Stone Temple Pilots! In een discotheek als de Hooizolder werd je zonder pardon naar buiten gedirigeerd, als je daar alleen nog maar aan dacht.

De omslag kwam -voor ons boeren- toen de Danszaal zich meer en meer ging richten op het echte danspubliek, naar model van de grote discotheken in België en de Randstad. (Acid-) House was in opkomst en sloeg ook aan in Zeeland. Tijdens het eerste grote feest gingen ook wij helemaal uit ons dak (en dat zonder xtc!) maar we hadden al snel in de smiezen dat je tijdens die avonden weinig anders kon doen dan dansen. Dat was slecht voor de dorst. Omdat je verderop in de straat ’s nachts inmiddels ook terecht kon bij de Rooie Oortjes was het pleit snel beslecht: wij kozen voor de kroeg en bezochten de Danszaal alleen nog sporadisch.

Toch was het juist in die overgangsperiode dat ik één van de meest gedenkwaardige avonden in de Danszaal beleefde. Connie de Lange organiseerde het eerste extravagante evenement in de zaak, onder de naam Hysterical. Toen ze mij vroeg om die avond als ‘stagemanager’ mee te helpen, twijfelde ik geen moment. Dat leek me een stoere klus. Een beetje helpen met de rekwisieten en opruimen, maar vooral: zorgen dat het de optredende artiesten aan niets zou ontbreken. Een leuke bijkomstigheid was dat Kentucky Martha de hoofdact was. Dat was de artiestennaam van Martin Samson, een oud-klasgenoot van de lagere school, die -inmiddels Amsterdammer- een bescheiden hit had gescoord met het nummer I’m the girl of your dreams.

Toen het evenement eenmaal daar was wist ik niet wat ik zag. De tent zat ramvol, met heel veel nieuwe gezichten. Voor mij voelde die avond alsof heel homoseksueel Zeeland opeens uit de kast kwam. Onzin natuurlijk, maar feit is wel dat ik toen voor het eerst mannen en vrouwen zo massaal openlijk zag uitkomen voor hun geaardheid. Ze waren in de meerderheid en genoten daar met volle teugen van. Het was één groot, hitsig feest. Of die avond ook iets heeft betekend voor de acceptatie van ‘de homescene’ in Middelburg durf ik niet te zeggen, maar 20 jaar na dato beschouw ik 1995 nog steeds een beetje als een mijlpaal. Als het jaar waarin de losbandigheid van steden als Amsterdam eindelijk éch was doorgedrongen tot de provincie.

Barcodes: Proosten op vakidioten

Azijnfabrikant_Mes

Over vakidioten kun je van alles zeggen. Ze slaan soms een beetje door. Ze zijn soms misschien iets té specialistisch. Dat beeld klopt ongetwijfeld, maar ik heb toch een zwak voor mensen die ergens écht diep induiken, of die veel tijd stoppen in liefhebberijen, ook als het gaat om onderwerpen die mij persoonlijk wat minder interesseren. Zo zat ik onlangs hardop te lachen toen ik op Facebook een discussie volgde over een oude Middelburgse foto, in dit geval van een kermistafereel. Omdat dit een evenement is dat raakvlakken heeft met de geschiedenis van de horeca, volgde ik de dialoog. Iemand stelde dat de foto van een bepaald jaar was. Die vergat echter dat de ander Peter Lenting was, een echte kermisfanaat. Die gaf al vrij rap uitsluitsel over de werkelijke datering: “Even op de computer gekeken , en ik kan nu met een gerust hart een positief antwoord geven. Deze foto is uit het jaar 2008, het 2e jaar dat de No limit in Middelburg op de kermis stond. 2007 het eerste jaar. Daarna 3 jaar de booster van Ordelman , toen 1 jaar de booster die nu van Spelbrink is (ipv de aangekondigde Booster Maxx van Ordelman) en de laatste 2 jaar de Booster Maxx.” Zo’n reactie vind ik dus prachtig. Het verraadt de passie van deze man.

Toon Franken, medewerker van het Zeeuws Archief, en co-auteur van het prachtboek Hop en Gerst veredeld, is ook een vakidioot. Dat zie je onder meer terug in zijn hobbyproject Briefhoofden en reclameafbeeldingen. Toon doet ook acquisitie van collecties bij het Archief en krijgt regelmatig dingen in handen die niet in aanmerking komen om te worden bewaard door het archief (daar moet nu eenmaal streng geselecteerd worden), maar die wel verdomd interessant kunnen zijn voor onderzoekers, zowel de professionals als de amateurs.

Ik herinner me nog dat Toon de nota’s waar de briefhoofden van afkomstig zijn, net bemachtigd had. Ik geloof dat hij ze vond in een paar dozen van een oude oesterleverancier in Yerseke. De dozen roken zelfs nog een beetje naar vis. Ik denk dat veel archivarissen de dozen, met inhoud en al, zonder meer zouden hebben weggegooid. Toon niet. Veel van die oude briefhoofden zijn namelijk niet alleen buitengewoon fraai, ze bevatten ook veel waardevolle informatie over de afnemers. Winkeladressen, persoonsnamen; details die je elders niet vindt. Voor projecten als Middelburg Dronk en Wij zijn De Stad zijn het zonder meer waardevolle gegevens. Voor Toon voldoende aanleiding om de documenten in zijn vrije tijd in te scannen en voorlopig in alfabetische albums te ontsluiten via Facebook. Dat platform heeft met de duurzaamheid van archieven uiteraard niet veel van doen, maar het is honderd keer beter dan het zomaar weggooien van deze pareltjes.

Het is een vorm van liefde voor het vak, die me doet denken aan fultonhistory.com van amateur Tom Tryniski. Op die lelijke website heeft één man in zijn vrije tijd meer dan 29 miljoen (!) Amerikaanse krantenpagina’s ontsloten, die hij zelf digitaliseerde met een eenvoudige scanner. Daar kan de Krantenbank Zeeland (iets meer dan 2 miljoen pagina’s) nog een puntje aan zuigen.

https://www.facebook.com/Briefhoofden

Barcodes: Muziek in het park, herrie in het hospitaal

Gasthuis_Noordpoortplein_Middelburg_1970

Op zaterdag 17 januari a.s. wordt in verschillende cafés rondom de Middelburgse Vlasmarkt het benefietfestival ‘Speel de armoede uit Zeeland’ georganiseerd. Het is bemoedigend om te zien dat zo’n evenement op poten wordt gezet maar als ik eerlijk ben vond ik het nog interessanter om te zien hoe dat gebeurde. In het najaar zag ik op Facebook de eerste berichten opduiken, van een café-eigenaar die vond dat er iets gedaan moest worden voor Zeeuwen die onder de armoedegrens leven. Een paar weken later zag ik dat hij een paar gratis bands had weten te strikken. Toen volgde er opeens nog een café dat mee wilde doen, en toen nog één. Vervolgens werden er ook weer nieuwe namen van artiesten gepresenteerd. Het eindresultaat is dat er naast vier sponsors acht horecagelegenheden meedoen, waar die dag achttien bands en artiesten zullen optreden. Zelfs die goeie ouwe George Baker wipt even aan in de hoofdstad.

Allemaal samen, voor het goede doel: dat kan toch alleen maar een succes worden? En zelfs als het een bescheiden succes is: dan nog is het toch prima? Misschien is het wel de kiem voor een jaarlijks terugkerend festijn. Zo zijn veel festivals op Walcheren immers ooit begonnen. In 1994 had nog niemand gehoord van Surrender Hrieps, nu is het een begrip. In de geschiedenis van festival Rhythm ‘n’ Booze (1980-1988), op Vlissingendronk.nl, zie je die jaarlijkse groei ook. En zo had Middelburg er ook een paar, van Hofpop in de jaren 80 tot Southpark nu. Ik vind het héérlijk om de foto’s van toen weer eens te bekijken en om de bijbehorende verhalen nogmaals te lezen, zeker als het gaat om festivaloptredens waar ik zelf ook bij aanwezig was.

Het is desondanks een Middelburgs festival van kort voor, en van kort na mijn geboorte dat het meest tot mijn verbeelding spreekt: ‘Music in the park’, in 1970 gehouden op het Molenwater, in 1971 in Park Toorenvliedt. Vooral van die tweede editie zijn veel beelden bewaard gebleven. Het zijn foto’s in de sfeer van het legendarische Woodstock en Holland Pop Festival in Kralingen. Muziek, vrijheid, liefde en drugs. Dat werk. Dat er ook opnames werden gemaakt voor het VPRO-programma Campus maakt het totaalplaatje extra indrukwekkend. Daar gebeurde wat! Van de optredens een jaar eerder hebben we nauwelijks beeldmateriaal, maar de knipsels uit de PZC van dat jaar spreken boekdelen. Jongerencentrum De Beuk organiseerde het festival toen voor de eerste keer en had de band ‘Man’ als hoofdact geprogrammeerd.

Maar zoals de krant een dag later nuchter vaststelde ontbrak de ‘volumefunctionaris’ van de gemeente die dag. De geluidsman zag daarop zijn kans schoon, met als gevolg dat het nabijgelegen Gasthuis vanwege de herrie had overwogen afdelingen te ontruimen. Projectleider Burny Bos van de Beuk verzachtte de pijn achteraf ietwat door de afdelingen bossen bloemen te sturen, maar andere klachten wees hij van de hand. De enige rommel die volgens hem was achtergebleven op het Molenwater bestond uit briefjes die waren uitgedeeld door Jehovah’s Getuigen. Briefjes met de tekst “Bent u wel gelukkig?” Maar dat was iedereen al, volgens Bos. Daarom waren die briefjes achtergebleven.

Foto’s De Beuk