Barcodes: Naar de Chinees?

Een maand geleden las ik op de website van een makelaar dat de twee panden van Chinees-Indisch restaurant Nan King op de Varkensmarkt in Middelburg al enige tijd te koop staan. Dat moest ik even goed tot me door laten dringen. Dat zaken worden verkocht is natuurlijk niets bijzonders maar als Nan King verdwijnt betekent dat het einde van 56 jaar horecageschiedenis. Voor zover ik weet is deze zaak de oudste nog bestaande Chinees van de stad. De zaak werd in 1959 geopend door de familie Fu, als opvolger van restaurant Shanghai, dat drie jaar eerder op die plek werd gestart door ene S.J. Wu uit Den Haag. Je kunt wel stellen dat Nan King een pioniersrol op dit gebied vervulde. Andere gekende Chinese restaurants in Middelburg volgden namelijk pas een paar jaar later. Hong Kong (op de bovenverdieping van De Vriendschap op de Markt) begon in 1965, Kota Radja aan de Vlasmarkt in 1967, Au Paradis Chinois op de Pottenmarkt in 1972 en Tah-Xin, ten slotte, startte pas in 1982, in het pand van het voormalige Nederlands Koffiehuis op de Markt.

Kort na het bezoek aan de makelaarswebsite stuurde iemand ons een foto van een papiertje op de deur van Indonesisch restaurant Surabaya in de Stationsstraat. Op dat papiertje lieten Ernst en Netty van Toll weten dat zij, na de zaak dertig jaar geëxploiteerd te hebben, met pensioen gaan. Dat is hen uiteraard van harte gegund, maar opeens begon ik me af te vragen hoeveel traditionele Aziatische restaurants er nog zijn op Walcheren. Met traditioneel doel ik op zaken die behalve van klanten die maaltijden komen afhalen ook nog kunnen bestaan van mensen die ter plekke komen eten en niet op de zaken die het van modernere concepten moeten hebben, zoals van diverse wokvarianten volgens het ‘all you can eat-concept’. Die vraag kwam bij me op omdat ik nog maar zelden mensen hoor zeggen dat ze een avondje uit eten zijn geweest bij de Chinees. De laatste keer dat ik zelf aan tafel zat bij het type zaak dat ik voor ogen heb moet een jaar of vijf geleden zijn geweest, toen we met de hele familie naar New China Garden in de Badhuisstraat in Vlissingen gingen. We smulden er van gerechten die warm werden gehouden op van die rechthoekige waxinelichthouders. Na het eten was ik bijna geneigd om aan de ober te vragen waarom ik deze keer geen papieren minilantaarn in een doosje kreeg. Dat idee.

Toen we hier op het terras over kletsten werd ik er fijntjes op gewezen dat er nog genoeg van zulke zaken bestaan, onder meer in Domburg en Souburg. Die zaken schijnen nog steeds genoeg mensen te trekken die ook ter plekke komen eten. Dat zijn niet alleen toeristen. Ik ga daar de komende tijd eens wat beter op letten. Ik geloof het weliswaar meteen, maar toch is er iets dat me zegt dat ‘de oude Chinees’ aan het verdwijnen is, door concurrentie van nieuwe concepten, bezorgdiensten en keukens uit andere landen. Zo veel als er ooit waren zijn er in ieder geval niet meer.

Barcodes: Die leerzame eerste keer

Ah, Clairvaux-les-Lacs. Wat bewaar ik toch veel goede herinneringen aan dat niet eens zo heel bijzondere plaatsje in de Franse Jura. Ik ging er in mijn jeugd vier keer op vakantie maar de zomer die me voor altijd bij zal blijven is die van 1985. De verklaring daarvoor is simpel: het was de zomer van mijn eerste keer, of beter nog: van verschillende eerste keren. Het begon ermee dat ik een dag na aankomst vriendjes werd met een andere Zeeuwse knaap, die ook met zijn ouders op de camping stond. Laat ik hem Sjors noemen. Hij kwam uit Heinkenszand en hij was even oud als ik maar er was een belangrijk verschil: hij was stouter dan ik, veel stouter. Dat merkte ik de eerste avond in het plaatselijke jeugdhol al. Daar kon je niet alleen videogames en tafelvoetbal spelen, je kon er ook alcohol drinken. Sjors vroeg of ik ook een biertje wilde. Ik weigerde beleefd. Hij liet zich daar echter niet door van de wijs brengen en kwam aanzetten met een zogenoemde Monaco; een biertje, aangelengd met grenadine. Ik vond het lekker. Het bleef die vakantie dus niet bij die ene.

Die vakantie werd ik ook voor de eerste keer in mijn leven gearresteerd. Tijdens een wandeling in het dorp vond Sjors het grappig om van een leegstaand gebouw in verval de laatste intacte lamp stuk te gooien met een steen. Even later dook er een blauwe Renault 4 op met daarin twee gendarmes, die ons met getrokken pistool arresteerden. We wisten niet wat ons overkwam. Uiteindelijk werden we in een arrestantenbus naar de camping vervoerd, waar onze ouders werden ingelicht. We kregen een taakstraf. We moesten de bouwval helemaal schoonmaken en een nieuwe lamp ophangen. Omdat het aanbod schaars was werd het uiteindelijk een soort kroonluchter van een paar tientjes. Een dure les, vonden we.

Maar het hoogtepunt moest nog komen. Sjors en ik hadden ook allebei een vakantieliefde. Op een van de laatste avonden belandden we ergens in een weiland en wat begon als geintje werd werkelijkheid: we werden allebei ontmaagd. Heel indrukwekkend was dat overigens niet. Met de sokken nog aan een heupbeweging of drie. Dat werk. Maar het kon ons weinig schelen op dat moment. Binken waren we! Daar dronken we maar wat graag een extra Monacootje op.

Na die vakantie zag of hoorde ik Sjors nooit meer. Tot vijf jaar geleden. Opeens hoorde ik een stem in een café in Middelburg, die me aan hem deed denken. En verdomd: hij was het. Herinneringen ophalen natuurlijk. Lachen! Totdat ik hem vroeg hoe het hem verder was vergaan. “Niet al te best”, zei hij. “Ik heb een paar jaar vastgezeten.” Hij zei het in onvervalst Zeeuws, maar ik begreep het maar al te goed. “Bin mee een musse over m’n kop bie ’n echtpaar naer binnen gestuukt”. Ik besefte: de een ziet een eerste keer als waarschuwing, de ander als een uitdaging. Ik vond het sneu voor hem, maar was toch ook blij dat ik mijn lesje wél had geleerd. Het lesje van die gendarmes dan toch.

Barcodes: Ondernemen met plezier

Dinsdag werd in Vlissingen een discussieavond over het lokale horecabeleid georganiseerd. Uit het verslag in deze krant maakte ik op dat er parallellen zijn te trekken met het gemopper over het nieuwe Middelburgse terrassbeleid, waar ik twee weken geleden over schreef. Het komt er voor mijn gevoel op neer dat iedereen is doordrongen van het feit dat er meer flexibiliteit in de regelgeving nodig is, maar dat men het tegelijkertijd erg belangrijk vindt dat nieuwe regels of tarieven gelden voor iedereen. Het schuurt tussen politiek en ondernemers als die laatsten het gevoel hebben dat nieuwkomers of andere partijen voordelen genieten waar zij zelf naar konden fluiten in het verleden. Daar kun je van alles van vinden, maar het is wel begrijpelijk. Als het gaat om je brood is het moeilijk te verkroppen als dat met hulp van de overheid uit je mond wordt gestoten. Gelijke kansen voor iedereen, dat zou het uitgangspunt van overheden moeten zijn.

Minstens even belangrijk is dat diezelfde overheden een klimaat creëren waarin iedereen met plezier kan ondernemen. Ik heb de indruk dat klanten het gewoon voelen, als een goed ondernemersplan op een relaxte manier kan worden uitgevoerd. Dat gevoel kregen mensen de afgelopen jaren bijvoorbeeld in de Timmerfabriek, toen daar het team van Gastrovan neerstreek. De meeste gasten ervoeren dat als een smakelijk en geslaagd experiment, zonder enige vorm van ondernemingsstress. Dat zorgde ervoor dat zij er enthousiast over spraken met vrienden en familie, die vervolgens ook nieuwsgierig een tafel reserveerden. Een succesverhaal kortom. Die vrijheid menen we ook te herkennen in andere recente projecten op Walcheren, zoals het nieuwe hotel The Roosevelt of het Abdijbierfestival in Middelburg. We weten uiteraard niet precies hoeveel moeite de ondernemers die daarachter zitten zich hebben moeten getroosten om hun plannen uit te kunnen voeren maar het voelt alsof het vlot ging, met alle medewerking van betrokken instanties en overheden. Dan is dat plezierige ondernemingsklimaat er ook meteen, en is iedereen enthousiast. Precies het duwtje in de rug dat je nodig hebt, als je ergens aan begint.

Dat duwtje gun ik een bevriende ondernemer uit Vrouwenpolder ook. Al in 2001 ontvouwde hij de eerste plannen voor de bouw van een hotel bij de Veerse Dam, als reactie op een oproep van de provincie Zeeland om in het kader van revitalisering met ideeën te komen voor de ontwikkeling van het Veerse Meer. In de veertien (!) daaropvolgende jaren sprak en onderhandelde hij met alle partijen die je je maar voor kunt stellen. Keer op keer anticipeerde hij op de wensen van al die partijen en paste hij de plannen aan. Natuurlijk lag hij daar wel eens wakker van. Hij vergeleek zichzelf ooit zelfs gekscherend met het beroemde romanfiguur dat vocht tegen windmolens. Maar hij hield wel vast aan zijn droom, met bewonderenswaardig doorzettingsvermogen. Nu de realisatie van het project dan eindelijk écht in beeld komt is hij de eerste die aangeeft waar hij zich nog wel het meest op verheugt: weer kunnen ondernemen met plezier.

Het is hem van harte gegund.

Steun ons! Rabobank Clubkas Campagne 2015

Clubkas 2015

Ook dit jaar doet Middelburg Dronk (en daarmee Vlissingen Dronk, Veere Dronk en Tholen Dronk) mee aan Rabobank Clubkas Campagne! Voor de mensen die deze campagne niet kennen de uitleg van de website van Rabobank Walcheren/ Noord-Beveland:

Onze leden brengen tijdens deze campagne hun stem uit op de vereniging(en) en/of stichting(en) die zij een warm hart toedragen. Voor onze leden betekent dit: ledeninvloed in de meest zuivere vorm. Voor verenigingen en stichtingen: hoe meer stemmen, des te hoger is de bijdrage die aan de club wordt uitgekeerd. Per jaar wordt bepaald of en welk bedrag er voor de Rabobank Clubkas Campagne beschikbaar wordt gesteld. Nadat alle stemmen uitgebracht zijn, wordt het totaal bedrag gedeeld door het aantal stemmen en wordt de waarde per uitgebrachte stem duidelijk. Aan het bedrag dat per vereniging of stichting wordt uitgekeerd is geen minimum of maximum verbonden. In 2015 wordt een totaalbedrag van € 125.000,- verdeeld over verenigingen en stichtingen in het werkgebied van de bank.

Onze stichting doet mee aan deze campagne omdat wij weliswaar vrijwillig én met veel plezier werken aan Middelburgdronk.nl en de zusterwebsites, maar wel geconfronteerd worden met stijgende kosten. We betalen bijvoorbeeld steeds meer voor hosting, omdat de website continu moet worden uitgebreid om al het beeldmateriaal te kunnen aanbieden. Daarnaast willen we geld inzamelen om de kosten van onze plannen voor de toekomst te kunnen financieren, zoals het bouwen van een sterk verbeterde website, koppelingen met activiteiten van de horeca, uitbreiding naar andere steden en onderzoek. Die plannen waren voor ons genoeg reden om in 2012 een stichting te starten.

Aangezien wij ook een rekening hebben bij de Rabobank hopen wij natuurlijk dat jij, als Rabobanklid uit de regio, ons project zal steunen door op ons te stemmen. Elk lid ontvangt eind maart een unieke code waarmee op de website van de Rabobank gestemd kan worden. Stemmen kan van dinsdag 2 tot en met woensdag 14 april 2015.

Bij voorbaat hartelijk dank voor je steun!

-Team Middelburg Dronk-

Web

Barcodes: Middelburgs terrasgemopper

Mopperen op de keuzes die politici maken doen we waarschijnlijk allemaal wel eens, maar als die keuzes directe invloed hebben op ons welzijn of onze portemonnee verandert dat gemopper niet zelden in gescheld of ongenuanceerde uitlatingen. Ik maak me mezelf daar ook wel eens schuldig aan, eerlijk is eerlijk. Toch slaag ik er ook steeds vaker in dingen wat neutraler te bekijken, van een afstandje. Dat lukt enerzijds omdat ik nu eenmaal geen ondernemer ben die vaak te maken krijgt met lokale regelgeving en belastingen, anderzijds omdat ik door Middelburg Dronk en het vergelijkbare project Wij zijn De Stad (dat zich meer richt op de detailhandel en nieuwtjes uit Middelburg Centrum) informatie krijg van een zeer diverse groep mensen. Nu eens hoor je wat van een café-eigenaar of zijn klanten, dan weer van een winkelier of een ambtenaar. Soms is dat best verwarrend, maar na verloop van tijd ga je ‘de waarheid’ dan toch ergens in het midden zoeken, en roep je minder snel dat iets goed of slecht is.

Een mooi voorbeeld daarvan is het nieuwe terrassenbeleid van de Gemeente Middelburg. Vorig jaar zomer kwam eetcafé De Herberg in het nieuws omdat het vernieuwde, kleurrijke terras van de zaak niet voldeed aan de eisen van de bij ondernemers vrij beruchte welstandscommissie. Ik volgde de ontwikkelingen op de voet maar hoewel mijn sympathie lag bij de exploitanten van het café gaf ik ze weinig kans. Het kan best zijn dat ik toen iets heb gezegd als “van een gemeente win je het toch nooit”. Ik bleek me echter te hebben vergist. Het terras van de Herberg werd gedoogd tot het eind van het terrassenseizoen en in de winter zou er nieuw beleid worden ontwikkeld, zo werd gezegd. Ook daar was ik vrij sceptisch over, maar uiteindelijk voegde de gemeente nog daad bij woord ook. Begin maart werd het nieuwe beleidsplan ‘Gezellige terrassen in een mooie monumentengemeente’ gepubliceerd, een plan met soepelere regels. Toen ik bij De Herberg informeerde wat zij ervan vonden gaven ze aan tevreden te zijn.

Maar het nieuwe beleid roept ook verzet op bij een aantal horecaondernemers, omdat het tevens voorziet in minder regels voor de detailhandel. Die krijgt nu, gedurende een proeftijd van een jaar, de mogelijkheid om uitstallingen voor de zaak te vervangen door een paar stoeltjes en tafels, zodat klanten er even een bakje koffie van de zaak kunnen nuttigen, of een gekocht broodje. Sommigen beschouwen dat als oneerlijke concurrentie. Dat is, gezien de kosten die moeten worden opgebracht voor het exploiteren van een horecaterras, begrijpelijk maar niet iedereen ziet in dat die miniterrassen niet commercieel uitgebaat mogen worden en evenmin een drankvergunning zullen krijgen. Het is bedoeld als impuls voor meer samenwerking en de uitstraling van Middelburg, niet als stimulans voor meer en oneigenlijke horeca. Zo’n plan is het uitproberen toch best waard? Als het niet werkt kan het immers altijd nog teruggedraaid worden. De gemeente heeft in ieder geval aangetoond dat wat sneller schakelen en anticiperen op ambtelijk niveau best mogelijk is. Moeten we het alleen daarom al niet gewoon eens –al dan niet mopperend- een kans geven?