Kroegpraat: Geen dag zonder de Lange Jan

Cap en Grace van Dalen zijn dol op Middelburg en zijn geschiedenis. Toen bijna twee jaar geleden de kans zich voordeed om een café te beginnen, hoefde het stel dan ook niet lang na te denken. Het voelde bijna als de hoofdprijs in een loterij, zeker voor Cap. Hij werkte vele jaren voor een Middelburgse drankenhandel, maar riep al van jongs af aan dat hij ooit zijn eigen zaak wilde beginnen. Op 1 april 2014 werd zijn droom werkelijkheid. Op die dag opende het stel na een grootscheepse verbouwing café De Zaak (1), in het monumentenpand Groot Hollandt aan Pottenmarkt 24.

Dat het pand een rijke historie heeft merkte het stel goed tijdens de verbouwing. Ik wipte in die periode regelmatig binnen om de vorderingen te bekijken. Bij ieder bezoek vertelde Cap dan lachend wat ze nu weer allemaal hadden aangetroffen bij het afbikken van een muur of het uitgraven van een kelder. De ene keer kwam er een oude muur tevoorschijn, de andere keer stuitten de bouwvakkers op een oude bakkersoven. Prachtig. Het was alsof de geschiedenis, waarin wij eerder al namens Middelburg Dronk hadden zitten graven, opeens tot leven kwam. Op een kaart van Middelburg uit 1575 had ik gezien dat er toen al bebouwing was op die locatie. De vondst van de oven kon ik ook wel verklaren. Op de website staat een advertentie uit de Middelburgsche Courant van 1849, waarin J.W. Veraart aankondigt dat hij zijn ‘Bakkers-affaire’ heeft geopend op Pottenmarkt K 192, het oude adres.

De bewoners van Groot Hollandt zijn sinds Veraart bijna niet te tellen. Je had bakker Snoek, begin 20e eeuw en in de jaren ‘30 kapper Verelst. Adriaan Burger opende er halverwege de jaren ‘60 een tweede vestiging van zijn chocolaterie. Het caféleven begon er in 1971, toen rijwielhandelaar De Pree er café Old Dutch opende, een zaak die ook bij veel vrouwen nog in het geheugen staat gegrift, omdat de knappe muzikant en charmeur Turry Thurnim er achter de toog stond. Daarna volgden nog café De Kreukel, van de altijd zingende Aart van de Gruiter, en de cafés ’t Hoekje en ’t Geintje.

Maar nu dus De Zaak. Het mooie is dat Cap en Grace het historische karakter van het pand hebben teruggehaald, maar tegelijkertijd ook hebben gebroken met de wat donkere uitstraling die de kroeg in de 35 jaar daarvoor had. Het café is nu licht en open, maar voelt nog steeds als een zaak die er al jaren zit. Dat heeft alles te maken met de inrichting en alle Middelburgse voorwerpen en symbolen aan de muur.

Dat voelt vertrouwd. Het maakt dat het echtpaar tevreden kan terugkijken op de eerste 1,5 jaar. Er zijn inmiddels veel vaste klanten, maar ook toeristen en andere passanten weten het café weer te vinden. Ze moeten er best hard voor werken, maar je voelt gewoon dat Cap en Grace gelukkig zijn met het feit dat ze juist daar kunnen wonen en werken. Bijna iedere ochtend wenst Cap zijn vrienden op Facebook een goedemorgen met een foto van zijn uitzicht op de Lange Jan. Dat zegt genoeg. Dan weet je dat iemand op zijn plaats is, in het hart van zijn stad.

Kroegpraat: ’t Uusje ten alve: Van ruige herberg naar rustiek woonhuis

Je kunt er nooit zomaar vanuit gaan dat je de stad waar je woont en bent opgegroeid op je duimpje kent. Dat ondervond ik eerder deze zomer zelf ook, toen ik op bezoek was bij Marco Adriaanse van Restaurant Peper en Zout. Halverwege het gesprek vroeg hij opeens of het me al was opgevallen dat de familie Schroevers nooit meer met de paardentram door het centrum van Middelburg rijdt. Ik snapte de vraag niet goed. Ik had de tram nota bene diezelfde ochtend nog zien passeren in de Korte Noordstraat. Toen ik dat zei, moest Marco lachen. “Dat is de tram van Stalhouderij Labrujère-Boone, die vertrok voorheen altijd vanaf de Groenmarkt, maar sinds dit jaar is de standplaats dus voor het stadhuis, op het plekje waar voorheen altijd Schroevers stond.”

Pas toen viel bij mij het kwartje. Ik wist weliswaar dat er meerdere trams waren, met verschillende, vertrouwde gezichten op de bok, maar het was me simpelweg nooit opgevallen dat er daarbij sprake was van twee concurrerende ondernemers. Een dag later nam ik contact op met Lien Schroevers om te vragen waarom zij en haar man Jan waren gestopt. Zij nodigde me daarop uit om eens langs te komen. Daar had ik wel oren naar. Enerzijds omdat ik benieuwd was naar het verhaal over de paardentram, anderzijds omdat het huis van de familie ook op de website van Middelburg Dronk staat. De familie woont al 35 jaar aan Veerseweg 105, precies op de gemeentegrens van Veere en Middelburg. Sinds de Tweede Wereldoorlog fungeert het pand als woonhuis, maar voor die tijd was het een vermaarde herberg, die ook al bestond in de 18e eeuw. Die herberg stond op Walcheren bekend als ’t Uusje ten alve. Misschien zou ik tijdens het bezoek nog dingen aantreffen die herinneren aan de horecafunctie van weleer.

Een paar weken later ging ik op bezoek bij Lien. Ze hielp me meteen uit de droom. Ze legde uit dat de er aan het oorspronkelijke pand weinig is veranderd in al die jaren, maar dat de elementen die hoorden bij de herberg niet meer als zodanig herkenbaar zijn. Toen de familie het pand kocht, in 1980, zat de originele achterdeur van het café er nog wel in, inclusief een behoorlijk uitgesleten drempel, maar die was echt aan vervanging toe. We kletsten natuurlijk wel over die tijd. Over de notarissen bijvoorbeeld, die daar decennialang landbouwgronden, huizen en de tollen van de Walcherse wegen veilden of verpachtten, maar ook over de diverse uitbaters en hun – soms wel erg ruige – klanten. In 1787 dronk ‘het gepeupel’ zich er juist daar moed in, voordat zij de huizen van de Patriotten in Veere gingen plunderen. Lien vertelde ook over haar jeugd in Koudekerke en over haar liefde voor de stad Middelburg. Ze had na dik 22 jaar paardentram nog best wat langer door willen gaan, maar na het verlies van een aantal paarden, met de pensioensgerechtigde leeftijd in zicht, besloten zij en Jan te stoppen. Nu genieten zij van de moestuin (‘Kijk eens, hoe mooi deze spinazie bloeit!’) en gaan zij er regelmatig op uit met de caravan, steeds een beetje verder van huis. Het is de familie van harte gegund.

Kroegpraat: Dancing Zippo

We zijn voor Middelburgdronk.nl en alle zustersites altijd op zoek naar beeldmateriaal. Alleen al op de Middelburgse variant hebben we bijna 20.000 bestanden verzameld. Nu zijn vrijwel alle foto’s welkom, maar we hebben een zwak voor beelden uit privécollecties, die een verhaal alleen op indirecte wijze vertellen. Zo’n foto bemachtigden we een paar weken geleden ook.

Tijdens een lunch met mensen uit de horecawereld overhandigde één van de aanwezigen ons een glansfoto op A4-formaat. Op die foto was alleen een aansteker te zien, van het merk Zippo. We keken hem niet-begrijpend aan. “Dit is dé Zippo, heren”, sprak hij slechts. Toen ging er opeens een lampje branden. Hij had het hier over de aansteker die in maart 1986 voor opschudding had gezorgd in het Middelburgse uitgaansleven. In dit tijd zaten aan de Beddewijkstraat discotheek The Cavernen nachtclub Xenon. Dat waren populaire uitgaansgelegenheden. Toen de discotheek in de nacht van 4 op 5 maart volledig uitbrandde, verspreidde dat nieuwtje zich razendsnel. Als een lopend vuurtje, zou je bijna zeggen. Het geruchtencircuit sloeg op hol toen bekend werd dat de brand was aangestoken na een inbraak. Wie kon dat nu gedaan hebben? De meest wilde verhalen deden de ronde. De daders werden nooit gepakt, maar het incident betekende wel het einde van een tijdperk. The Cavern zou nooit meer terugkeren.

Kort na de brand kwam er wel een noodvoorziening, met een naam die extra olie op het roddelvuurtje gooide: Dancing Zippo. Die zaak bevond zich in de latere cinema aan het Schuttershofstraatje, maar had de ingang aan Kromme Weele 5, het adres waar nu café Rooie Oortjes is gevestigd. Het is een zaak die veel stappers van toen zich herinneren door de smerige brandlucht die nog maanden in het pand hing. Prettig was dat natuurlijk niet, maar bijna niemand liet zich erdoor uit het veld slaan. Ondanks alles ademde Zippo nog steeds een beetje de geest van The Cavern.

Voor mij persoonlijk betekende Zippo juist het begin van een tijdperk. Het was de zaal waar ik m’n eerste betaalde concert ooit bezocht. Ik was vijftien en had kort daarvoor hardrock en heavy metal ontdekt. Dat vond ik spannende muziek. In april van dat jaar was mede-eigenaar Kees Petiet erin geslaagd de Amerikaanse speedmetalband Agent Steel te boeken voor Zippo. Ook dat nieuws zorgde voor opwinding in de stad, zij het deze keer alleen onder de liefhebbers van ruige muziek. Ik had geen flauw idee wat me te wachten stond en vroeg om tips bij mijn buurmeisjes, die wel vaker evenementen bezochten die door Petiet georganiseerd werden. Geduldig legden ze uit hoe stoer hardrockers dienden te kijken en deden ze voor hoe headbangen werkt. Ik mocht zelfs een puntenband lenen, voor aan mijn pols. Het moet er belachelijk uitgezien hebben. Het concert was grandioos. Zippo was strak uitverkocht en dampte gewoon. Ik vond het allemaal zeer vernieuwend en bleek niet eens de enige te zijn. Tijdens de toegift nam de zanger een korte aanloop met de bedoeling te gaan ‘stagediven’. Dat was in Middelburg blijkbaar nog nooit vertoond, want iedereen sprong geschrokken opzij, waardoor de man half te pletter sloeg op de harde dansvloer van de zaal. Het was zowel gênant als grappig. Als ik denk aan Zippo zie ik juist dát beeld voor me, en ruik ook ik die brandlucht weer. Prachtig.

Barcodes: Zuipketen kun je maar beter niet verbieden

Zuipketen zijn weer volop in het nieuws. Hoeveel er precies van zijn in Nederland weet niemand, maar het moeten er honderden of misschien wel duizenden zijn. Gemeenten weten vaak af van het bestaan van de keten (die ook wel drankhokken worden genoemd) maar kiezen in veel gevallen voor gedogen. De staatssecretaris van Volksgezondheid wil dat daar verandering in komt. Hij schreef vorige week aan de Tweede Kamer dat gemeenten krachtig zouden moeten optreden tegen deze illegale bars, omdat het alcoholgebruik onder jongeren er zorgelijk kan zijn. Veel gemeenten zeggen op hun beurt geen beleid op de keten te voeren zolang die geen overlast veroorzaken. Dat er ook in Zeeland zuipketen zijn te vinden is algemeen bekend. De PZC schreef in mei vorig jaar al dat horecaondernemers in onze provincie er soms last van hebben, met name in landelijke gebieden zoals Reimerswaal, Tholen en West-Zeeuws-Vlaanderen. Mensen vragen ons regelmatig of dit ook geldt voor Walcheren. Ons antwoord daarop is altijd hetzelfde: “reken maar!” Dat leidt bijna altijd tot vervolgvragen. “Maar waar dan? Hoeveel dan? Hoe groot zijn die dan?”. Als we daar een antwoord op proberen te geven betreden we echter een grijs gebied. We weten het namelijk niet precies, of beter gezegd: we weten het niet zeker. Maar dát ze er zijn staat vast. Er zijn er minstens drie die er toe doen.

Dat we niet precies weten hoe de vork in de steel zit heeft alles te maken met respect voor privacy. Toen de nieuwe Drank- en Horecawet eenmaal was ingevoerd hoorden we in de kroeg al snel verhalen over plekken waar jongeren onder de 18 zich sindsdien vol lieten lopen. Daar wilden we graag meer van weten, dus we gingen op onderzoek uit. Een vaste bezoeker van zo’n keet vertelde vol trots over de eigen bar en over de hoeveel drank die er daar ieder weekend doorheen gaat. Toen we informeerden wie er, behalve de jongeren zelf, allemaal van het bestaan van de keet op de hoogte waren, antwoordde hij tot onze verbazing dat bijna alle ouders ervan wisten en nog gekker: dat de burgemeester zelfs een keer op bezoek was geweest. Die had tijdens dat bezoek gezegd dat de keet mocht blijven bestaan, maar dat de bar zou worden gesloten zodra er ook maar één klacht over overlast zou binnenkomen bij de gemeente. Daar konden de jongeren wel mee leven. Aanvankelijk was het de bedoeling dat wij ook een keer op bezoek zouden gaan, om wat foto’s te nemen van het interieur van de keet, maar uiteindelijk zagen de initiatiefnemers daar toch liever vanaf. Het is nu eenmaal beter om geen slapende honden wakker te maken. Dat vonden we jammer, maar we respecteerden het wel. Omdat we het zo goed begrijpen. Wij geloven niet dat je drankgebruik uitbant door het te verbieden. Dan gaan jongeren gewoon nog wat dieper ondergronds. In die zin vinden wij de keuze van zo’n burgemeester ook verstandig. Die keuze zegt meer over doorgeslagen (nationale) wet- en regelgeving dan over onbehoorlijk lokaal beleid. Duik op Middelburgdronk.nl maar eens in de geschiedenis van droogleggingen tussen 1800 en 1940 en je begrijpt wat we bedoelen. Het werkt averechts, heus.