Barcodes: De Nieuwe Drankwet

Mambo's in Middelburg

Mambo’s in Middelburg

Toen GGD Zeeland in november onderzocht hoe Zeeuwse jongeren dachten over de aanpassing van de Drank- en Horecawet, die hen vanaf 1 januari 2014 strafbaar stelt als ze alcohol bij zich hebben, bleek dat ruim de helft van de 217 ondervraagden het (een beetje) eens was met die wetswijziging. Nu heb ik geen enkele reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van dat onderzoek, maar de uitkomsten zijn niet in overeenstemming met hetgeen ik jongeren hoor zeggen als ze het er, al dan niet met elkaar, over hebben. Het zal ongetwijfeld zo zijn dat jonge voorstanders zich anders uiten tijdens een telefonisch onderzoek van de GGD dan op sociale media of onder vrienden, maar is het ook niet denkbaar dat sommige respondenten eigenlijk hadden willen zeggen dat ze wel begrip hebben voor maatregelen in het kader van de volksgezondheid, maar niet zitten te wachten op een verbod? Dat lijkt me aannemelijker. Ik bedoel: ken jij veel jongeren die zouden tekenen voor minder vrijheid? Nee toch zeker? Het is waarschijnlijker dat je nu denkt aan de verboden uit je eigen jeugd. Als je vader je zei dat je niet naar een bepaalde gelegenheid mocht wilde je eigenlijk nog maar één ding. Juist: een keer naar die tent. Je wou toch op z’n minst ontdekken waarom je daar dan niet heen mocht.

In het geval van alcohol valt er natuurlijk wel iets te zeggen voor een ontmoedigingsbeleid. Daar geven websites als www.naar18jaar.nl genoeg argumenten voor. Iedereen zou moeten beseffen welke gevolgen overmatig alcoholgebruik kan hebben, op welke leeftijd dan ook. Maar zullen de resultaten van het verbieden van alcohol onder de 18 werkelijk zo positief uitpakken als die websites ons willen doen geloven? Ik waag het te betwijfelen. Tijdens het verbod op alcohol (‘de drooglegging’) in de Verenigde Staten, in de jaren 20, nam de consumptie aanvankelijk ook af, maar kort daarop volgde juist een toename in het gebruik, en had de georganiseerde misdaad vrij spel. Die situatie van toen is niet te vergelijken met die van de Walcherse jongeren nu, maar ik ben erg benieuwd hoe zij zullen reageren op de nieuwe situatie. Zullen er meer illegale feesten worden georganiseerd? Worden zuipketen straks ook een fenomeen in Zeeland, als ze dat niet al zijn?

Of zal het allemaal wel meevallen en berusten de jongeren in hun lot omdat de nieuwe wet ook geldt voor alle leeftijdsgenoten? Dat kun je niet uitsluiten. Soms speelt gelijke behandeling een rol bij berusting. Dat was ook het geval tijdens de Middelburgse Kermis van 1920. Die stond bekend als ‘de eerste droge kermis’; er gold een tapverbod van een week. De kermis verliep zonder grote incidenten, maar toen op zaterdagavond bleek dat de hoge heren van Sociëteit De Vergenoeging op de Markt wél mochten drinken, omdat hun bar langer open mocht blijven dan die van andere etablissementen, ontstond er een kleine volksopstand waarbij enkele ruiten van de sociëteit sneuvelden en de politie charges moest uitvoeren. Het leek wel alsof de Middelburgers wilden zeggen: prima hoor, dat verbieden, maar verbied het ons dan wel allemaal.

Barcodes: Bordeelsluipers

In 1460 bepaalden baljuw, burgemeesters en schepenen van Middelburg dat alle gemeene vrouwen van levene, die hem (= zich) laten mynnen of cussen omme gelt nergens anders mochten vertoeven dan in de strate genaemt Spaengen. Maar in 1565 mochten de dames van plezier zich alleen beroepshalve bevinden in de straete, genaempt de Geere ende thiende hof. Een jaar later bepaalde de gemeente in een verordening dat bordeelhouders geen vaantje (= bierkroes) mochten uithangen maar alleen eene tinne pints kanneken met een pallemboemke. Soms bepaalde een stad dat wiven van ligten levene zich ’s avonds niet buiten de voor hen aangewezen gebieden in de stad mochten vertonen; bij kerkelijke plechtigheden de hele dag niet. In 1575 werd in Delft het houden van een hoerhuis verboden; Middelburg volgde in 1576.

Sfeerbeeld Zusterstraat 1938

Sfeerbeeld Zusterstraat 1938

De gemeente stelt in 1856 een verordening op de publieke huizen in. P.G. Visscher, uitbater van bierhuis annex bordeel De Graaf van Mansveld in de Zusterstraat maakt in de gemeenteraadsvergadering van juli 1860 zijn bezwaren kenbaar tegen genoemde verordening en vraagt tevens verruiming van de openingsuren aan. De Zusterstraat was in die jaren de Spanjaardstraat van de 19de eeuw, alleen waren de dames niet, zoals in de 15de eeuw, aan de Zusterstraat gebonden voor het uitoefenen van hun vak. De Zusterstraat kende nog twee bordelen, namelijk Van Minkelen en De Gouden Top. In juni 1869 worden Sophia Maria Laros en haar zus Maria Helena – ze hadden een tapperij in de Lambrechtstraat – veroordeeld tot 6 maanden gevangenis en Fl. 25,– boete wegens een feitelijk vergrijp tegen de zeden.

De rosse buurt van Middelburg bevond zich in die tijd echter vooral in de warme driehoek Vlissings Wagenplein-Teerpakhuizenstraat-Winterstraat, waar men hartstochtelijk aan Bacchus en Eros offerde. Een heel bekende dame had al een bordeel op het Wagenplein rond 1810. Zij duikt in verschillende krantenartikelen op als J.W. De ene keer betreft het een verslag van een politie-inval, de andere keer van door kwajongens ingegooide ruiten. Waar J.W. precies woonde is niet duidelijk, maar het is heel goed mogelijk dat zij open huis hield in een van de logementen of café’s. Het bierhuis van Carl Trappmann aan het Vlissings Wagenplein was een bordeel, want uitbater P.J.E. Stosberg wordt in februari 1893 veroordeeld tot 6 dagen hechtenis voor het zonder vereischte toestemming houden van een bordeel.

Ook Tannetje Groenhof van herberg Nooit Gedacht aan het Vlissings Wagenplein had een bedenkelijke reputatie. Haar buurtgenote Maatje Florisse had Tannetje en plein publique toegevoegd: “gij houdt een publiek h…met je dochter, gij zijt een h…”. In november 1885 meldt Madame Anna (Anna Stossberg) per advertentie in de Middelburgsche Courant dat ze van de Winterstraat naar de Molenberg is verhuisd. Het is niet duidelijk waar ze bordeel hield in de Winterstraat, maar vanaf 1885 baat ze dus haar bordeel uit op de Molenberg. In 1892 doet ze de zaak over aan R. Tillenberg met wie ze vier jaar later trouwt. Tillenberg neemt in 1895 een bierhuis aan de Beestenmarkt over van Carl Trappmann Dit bierhuis annex bordeel moet in 1903 sluiten, omdat er vanaf dat jaar een bordeelverbod van kracht is.

Gang_Tete_a_teteIn 1978 kregen de bordeelsluipers weer vaste voet, want op de bovenverdieping van The Pub aan de Nieuwe Vlissingseweg werd het bordeel Psychosexueel Therapeutisch Instituut Tête à Tête geopend. Vanaf 1988 is Middelburg echter weer bordeelloos tot er dit jaar een illegaal bordeel opdook boven de voormalige Coffeeshop 62 in de Sint Janstraat, maar dat wordt in juni schielijk gesloten. Het gemeentelijk beleid biedt ruimte aan twee bordelen in het buitengebied, dus er komen voorlopig geen gemeene vrouwen van levene in de Sint Janstraat.

Barcodes: Met de noorderzon

De Gouden Zon: Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

De Gouden Zon: Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Het leukste van het lezen van de krant in je stamcafé is dat je het nieuws van de dag meteen kunt bespreken met andere aanwezigen. Toen ik vorige maand las dat er, dankzij een lichte economische groei, weer hoop gloort voor Zeeuwse ondernemers, kon ik het niet laten om er een borrelonderwerp van te maken. Was er onder drinkvrienden wellicht iemand die ook hoopvol gestemd was over het lokale economische perspectief? Dat bleek niet het geval te zijn. “Statistieken zeggen helemaal niks”, vond de een. “De grote klappen in de horeca vallen nu pas”, wist de ander.

Die tweede opmerking vond ik interessant genoeg om door te vragen. Omdat we Middelburgdronk.nl graag up-to-date willen houden zijn we continu op zoek naar actuele informatie over de lokale horeca, en dan vooral naar de verhalen die je maar zelden aantreft op Facebook of in andere media. Dáár lees je vooral over de successen. Die gunnen we iedereen uiteraard van harte, maar het is ook belangrijk om te weten welke zaken het niet redden, of welke ondernemers er geen brood meer in zien. Het is nu eenmaal ons streven om onze informatievoorziening zo correct en zo volledig als mogelijk te laten zijn.

Al dat doorvragen, zowel die middag als later, leerde me dat het er inderdaad niet al te rooskleurig uitziet, voor een deel van de Middelburgse horeca. Op de Dam en in de Langeviele sloten onlangs twee restaurants, op de Pottenmarkt en in de Vlasmarkt stopten drie café’s, en als je mag afgaan op alle verhalen volgen er binnenkort nog een aantal. Tel dat op bij de zaken die in 2011 en 2012 al sloten of van eigenaar verwisselden en je kunt niet anders dan constateren dat veel ondernemers moeite hebben om het hoofd boven water te houden. Misschien is dat ook wel logisch. Op dit moment telt de gemeente Middelburg meer dan 80 drinkgelegenheden (als je de clubhuizen ook meetelt). Dat zijn er misschien wel te veel. Het mag in ieder geval geen verbazing wekken dat niet alle zaken overleven.

Leuk is dat allemaal niet, maar het is wel goed om te beseffen dat de ellende van alle tijden is. Als je de moeite neemt om de geschiedenis van de honderden cafés die de stad ooit kende te bestuderen, zie je dat het wemelt van de faillissementen en sluitingen. Iedere bloeiperiode werd gevolgd door een crisis, die een deel van de etablissementen de nek omdraaide. Voor de ondernemers van toen was dat net zo wrang als voor hun opvolgers van nu, maar als neutrale lezer kun je er achteraf soms ook wel om lachen. Neem nu zo’n Friedrich Hessling, die begin 20e Gouden Zon aan de Lange Delft zat. Die verdween in 1919 opeens, na 20 jaar exploitatie, met de Noorderzon. Hij nam nog wel de moeite om een advertentie in de Middelburgse Courant te laten plaatsen. De tekst was kort maar krachtig: “F. Hessling zegt wegens vertrek, zijne lidmaatschappen en contributies op”. Je moet het maar durven!

In de afbeelding: De Gouden Zon