Kroegpraat: Van Boven naar Beneden

De inwonerslijst van Arnemuiden uit 1860 meldt dat herbergier Jacobus Bliek en echtgenote Adriana Koets op het adres Nieuwstraat 19 verblijven. De herberg waarin ze wonen en werken – zeg maar woon-werkverkeer – heet de Vriendschap. Zowat iedere stad en ieder dorp op Walcheren had of heeft wel een herberg of café met die naam, maar vandaag ligt de focus op Arnemuiden. Afijn, wanneer Adriana in 1877 overlijdt, laat Jacobus er geen gras over groeien. Hij hertrouwt een jaar later met Neeltje Valkier. Aan alles komt een einde en in 1882 verwisselt Jacobus dan ook het tijdelijke voor het eeuwige en wordt Leendert Maartense de verse herbergier. Rond 1900 komt Andries Servaas in de Vriendschap. Hij is geen vreemde eend in de bijt. Servaas heeft eerder namelijk in de Eendracht aan de Noordstraat gezeten. Als hij in 1925 naar de herberg Bloemendaal in Brigdamme vertrekt, breekt er een nieuw tijdperk aan, namelijk dat van Hameling.

Hendrik Hameling en echtgenote Catharina Maat bijten in 1925 het spits in de Vriendschap af en de familie Hameling zal het nooit meer afgeven. Ze laven de dorstige Arnemuidenaren en toevallige passanten voor een periode van 25 jaar, voorwaar geen kattenurine. In 1950 wordt de fakkel overgedragen aan Pieter Hameling en echtgenote Leu Sturm. We tasten vooralsnog in het duister over de familierelatie tussen Hendrik en Pieter, maar waar het duister is, volgt soms het licht. Pieter en Leu worden een jaar later opgezadeld met een akelig akkefietje. De courant meldt dat kapper Z. het op 13 februari 1951 op een zuipen zet in de Vriendschap en vervolgens vervaarlijk met een schietijzer zwaait. Pieter zet de verknipte kapper buiten, die vervolgens naar huis gaat. Daar wil hij zijn vrouw naar de andere wereld helpen, maar zij weet naar de buren te vluchten. Uiteindelijk weten twee politieagenten Z. te ontwapenen en wordt hij naar de Blauwedijk gebracht. Daar wordt hem twee maanden water en brood geserveerd, want zolang duurt zijn voorarrest. De officier eist zes maanden gevangenisstraf, waarvan vier voorwaardelijk, dus Z. kan per kerende post terug naar huis. Wanneer Pieter Hameling op 12 april 1969 overlijdt, zet Leu de zaak geknakt, maar niet gebroken voort. Ze vervrouwt zich, zet de schouders eronder en geeft het beste wat ze in zich heeft. En dat is veel, want Leu staat tot op de dag van vandaag, 87 jaar oud, in de Vriendschap.

Aanmerkelijk meer dan een stief kwartiertje geleden ging bovengetekende samen met kompanen Edwin Mijnsbergen en Kees Petiet een verfrissing halen bij café Spoorzicht aan de Molenweg in Arnemuiden. We werden gastvrij ontvangen door Marjan en Willem Allaart. De mooie en sterke verhalen vloeiden even rijkelijk als het bier. Zo kwam ik er achter dat Spoorzicht in de Arnemuidse volksmond ‘Boven’ heet. En, het wordt nog mooier, dat de Vriendschap ‘Beneden’ wordt genoemd. Zo kun je dus een bescheiden kroegentocht ‘van Boven naar Beneden’ maken. Ik hoop dat binnenkort eens te doen om na een biertje ‘boven’ te horen wat Leu ‘beneden’ te vertellen heeft.

Kroegpraat: Oranje boven in de Oranjeboom

We schrijven 1778, een roerig jaar in Westkapelle waar men vasthield aan het zingen van psalmen op het metrum van Petrus Datheen. Een jaar eerder had de overheid een nieuwe manier van zingen verordonneerd, maar velen gingen voor dat zingen de kerk uit. Men gooide in Wasschappel de kont tegen de krib en belegde menige vergadering in herberg de Oranjeboom. De Oranjeboom stond op de hoek van de Kapelle en de Bartstraat. Jakob Lous en echtgenote Elizabeth Gabriëlse zwaaiden er de scepter. De zaak liep hoog op en Westkappelaar IJsbrand Burggraaf werd gearresteerd. Hij werd op 27 oktober 1778 vrijgelaten en trakteerde zijn stadsgenoten in de Oranjeboom op een ‘drinkpenning’. Het verhaal kreeg nog een onverwacht staartje, want twee weken later verscheen een bende van 80 ruiters en soldaten. Lourens Caland, Willem Lous en Izak Verstraate werden gearresteerd en op water en brood gezet in de Campveerse Toren. In mei 1779 werden Caland en Verstraate gegeseld en vervolgens verbannen. Lous werd met een bord, waar het woord ‘oproermaker ‘op stond geschreven, te pronk gezet en daarna ook verbannen.

Jakob en Elizabeth zaten in de Franse tijd nog steeds in de Oranjeboom. Ze werden in 1795 gesommeerd de naam van de herberg te veranderen en dat op het uithangbord kenbaar te maken. Jakob liet de oranjeappels die het bord sierden overschilderen en Oranjeboom werd Vrijheidsboom, zo meldde de Middelburgsche Courant. Willem Gabriëlse schreef in zijn prachtige terugblik ‘’t oude Westkappelse leefpatroon’ dat de Oranjeboom de Meiboom werd en ik vaar blind op ‘Willem de Redder’. In 1830 kwamen zoon Pieter Lous en echtgenote Klara Looijse in de zaak, die dan weer gewoon de Oranjeboom heet; oranje boven. Zij werden in 1840 opgevolgd door dochter Elizabeth Lous en echtgenoot Gerrit van Sighem. Lourus den Hollander kocht in 1858 de Oranjeboom van de erven Lous voor de aanzienlijke som van 8100 gulden. Huibregt van Rooijen kocht de herberg in 1889 aan voor de gekelderde prijs van 5120 gulden. Hij ging zelf echter niet in de zaak, maar liet dat over aan zijn zoon Andries ‘Riêsje van Ronneele’ van Rooijen en schoondochter Adriana Minderhoud.

Bovengetekende krijgt vaak ‘oendurvleis’, oftewel kippenvel, wanneer hij bronnenonderzoek naar Westkapelle doet. Niet zo gek natuurlijk, als je weet dat Wasschappel in 1223 stadsrechten kreeg, amper zes jaar later dan Middelburg. Maar goed, terug naar de Oranjeboom dat vanaf het prille begin het honk was van de dijkwerkers. De bende rijswerkers en de ‘elfde bende’ waren honkvast en verkasten niet naar een andere herberg. In de Oranjeboom werden de lonen uitbetaald en dan nam men weleens een mokje jenever op de goede afloop. In 1923 maakte Andries van Rooijen bekend dat hij met ingang van 1 mei de deuren van ‘Café, Logement en Stalling, genaamd: Oranjeboom’ zou sluiten. Hij bedankte ‘voor het genoten vertrouwen, gedurende 34 jaren ondervonden.’ Het vreemde is dat Gabriëlse in ‘’t oude Westkappelse leefpatroon’ schrijft dat de Oranjeboom aan het eind van de mobilisatiejaren 1914-1918 in vlammen op gaat. Wie het weet mag het zeggen.

Kroegpraat: Het kloppend Hart van Middelburg

Ik kom eigenlijk al sinds mijn kinderjaren in Middelburgse kroegen. Niet zo gek natuurlijk wanneer je boven café Juliana aan de Markt bent geboren – de kat op het spek en dorst in de genen. Bij bar Alassio in de Zusterstraat was ik wellicht de jongste stamgast ooit. De zaak was van mijn vaders vriend Adrie de Pree en op onze zomervakanties naar de Italiaanse bloemenrivièra werden altijd parafernalia van Alassio en San Remo meegetorst. Die vaantjes en affiches brachten sfeer in Alassio en de San Remo Bar op de Pottenmarkt; nu de Herberg van Bob en Maite.

Als kind was ik kind aan huis bij de familie De Pree; ik was bevriend met zoon Ad en we hebben vele verjaardagen samen gevierd. Aan de Markt bij ons of bij oom Adrie en tante Fien in de Zusterstraat. Natuurlijk waren oudere zoon Ronnie en dochter Jeannette ook altijd van de partij. Jeannette stond later nog een periode in Old Dutch aan de Pottenmarkt – nu zit daar De Zaak van Cap en Grace. Eind jaren ’60 neemt Ronnie de Pree de zaak over van zijn vader en een jaar geleden interviewde ik hem voor Middelburg Dronk. Onze gedeelde jeugd passeerde de revue en er werd een baaierd aan herinneringen opgehaald. Ronnie vertelde dat hij in 1998 door iemand werd benaderd die kopers voor Alassio had. Er werd een afspraak gemaakt en hij verkocht zijn zaak aan Rene van Hilst en Jimmy Saya, beide werknemers van het Trefcentrum aan de Pottenbakkerssingel.

Rene en Jimmy verbouwen de zaak grondig en dopen hem het Hart van Middelburg. Drie jaar later opent Rene de Groene Papagaay aan de Langeviele en staat Jimmy er alleen voor. Niet voor lang echter, want korte tijd later pacht Eric van den Berge de zaak. Eric kun je in de zomermaanden schilderen op het terras van de Heeren van Holland aan de Vlasmarkt dat uitgebaat wordt door zijn zoon Thijs. Rond 2006 neemt Jimmy het heft weer in handen en klopt het Hart van Middelburg als nooit tevoren. Er wordt gebiljart, gekaart, gefeest en gezongen dat het een oordeel heeft. Periodiek zingt men tijdens de zogenaamde Liederentafel en dan kun je over de koppen lopen. Uit volle borst komen het meisje uit de polder en het kleine café aan de haven voorbij. Gelukkig is het Hart wat ruimer bemeten en schallen de evergreens van weleer unisono en a capella door de Zusterstraat. Ik ben er ook weleens geweest, en mijn hart sprong ruimhartig open op de tonen van Een beetje verliefd. In 2012 wordt Niels Ribbers de rechterhand van Jimmy en dat is hij tot op de dag van vandaag – Niels was eerder mede-eigenaar van de Heeren van Holland.

Op 4 december vierde Jimmy zijn 60-jarige verjaardag en was het groot feest in het Hart. De foto’s van Ricardo Kievit op de Facebook-pagina van het Hart van Middelburg laten zien dat Jimmy veel vrienden en vriendinnen heeft opgedaan in zijn horecacarrière. Het Hart klopt volop, verbroedert en verzustert – zo zal het altijd zijn.