Ah, Clairvaux-les-Lacs. Wat bewaar ik toch veel goede herinneringen aan dat niet eens zo heel bijzondere plaatsje in de Franse Jura. Ik ging er in mijn jeugd vier keer op vakantie maar de zomer die me voor altijd bij zal blijven is die van 1985. De verklaring daarvoor is simpel: het was de zomer van mijn eerste keer, of beter nog: van verschillende eerste keren. Het begon ermee dat ik een dag na aankomst vriendjes werd met een andere Zeeuwse knaap, die ook met zijn ouders op de camping stond. Laat ik hem Sjors noemen. Hij kwam uit Heinkenszand en hij was even oud als ik maar er was een belangrijk verschil: hij was stouter dan ik, veel stouter. Dat merkte ik de eerste avond in het plaatselijke jeugdhol al. Daar kon je niet alleen videogames en tafelvoetbal spelen, je kon er ook alcohol drinken. Sjors vroeg of ik ook een biertje wilde. Ik weigerde beleefd. Hij liet zich daar echter niet door van de wijs brengen en kwam aanzetten met een zogenoemde Monaco; een biertje, aangelengd met grenadine. Ik vond het lekker. Het bleef die vakantie dus niet bij die ene.
Die vakantie werd ik ook voor de eerste keer in mijn leven gearresteerd. Tijdens een wandeling in het dorp vond Sjors het grappig om van een leegstaand gebouw in verval de laatste intacte lamp stuk te gooien met een steen. Even later dook er een blauwe Renault 4 op met daarin twee gendarmes, die ons met getrokken pistool arresteerden. We wisten niet wat ons overkwam. Uiteindelijk werden we in een arrestantenbus naar de camping vervoerd, waar onze ouders werden ingelicht. We kregen een taakstraf. We moesten de bouwval helemaal schoonmaken en een nieuwe lamp ophangen. Omdat het aanbod schaars was werd het uiteindelijk een soort kroonluchter van een paar tientjes. Een dure les, vonden we.
Maar het hoogtepunt moest nog komen. Sjors en ik hadden ook allebei een vakantieliefde. Op een van de laatste avonden belandden we ergens in een weiland en wat begon als geintje werd werkelijkheid: we werden allebei ontmaagd. Heel indrukwekkend was dat overigens niet. Met de sokken nog aan een heupbeweging of drie. Dat werk. Maar het kon ons weinig schelen op dat moment. Binken waren we! Daar dronken we maar wat graag een extra Monacootje op.
Na die vakantie zag of hoorde ik Sjors nooit meer. Tot vijf jaar geleden. Opeens hoorde ik een stem in een café in Middelburg, die me aan hem deed denken. En verdomd: hij was het. Herinneringen ophalen natuurlijk. Lachen! Totdat ik hem vroeg hoe het hem verder was vergaan. “Niet al te best”, zei hij. “Ik heb een paar jaar vastgezeten.” Hij zei het in onvervalst Zeeuws, maar ik begreep het maar al te goed. “Bin mee een musse over m’n kop bie ’n echtpaar naer binnen gestuukt”. Ik besefte: de een ziet een eerste keer als waarschuwing, de ander als een uitdaging. Ik vond het sneu voor hem, maar was toch ook blij dat ik mijn lesje wél had geleerd. Het lesje van die gendarmes dan toch.