Koele pinten in de Pool

Chirurgijn Herman van Campen is in 1540 herbergier in de Pool aan de Langstraat in Arnemuiden. In het pand is eerst het oude stadhuis gevestigd, ter hoogte van het nieuwe stadhuis, rechts op de foto die rond 1900 is gemaakt. Op 27 december, derde kerstdag op Walcheren, 1540 gaat Cornelis Doens een pint halen bij Van Campen. Kastelein Van Campen wil nog een bier inschenken, doch Doens wil een kan. Als deze hem wordt geweigerd steekt Doens Van Campen met een broodmes in de schouder. Bediende Robert Jacobs grijpt in en gaat het gevecht aan met Doens. Helaas betekent dat meteen de laatste ronde voor Doens. Hij overlijdt ter plekke aan een degenstoot en ‘andere diversche ongesontheden van lichame’.

Marcheren

Bouwen Jans zit in 1581 in de Pool. Hij is ook vendumeester. Hij toucheert dat jaar vijftien pond Vlaams, één schelling en zes groten. Jans schaft namelijk de pot voor soldaten die in Arnemuiden zijn gelegerd. Natuurlijk vloeit ook het bier rijkelijk bij deze matineuze maaltijden. Op één been is het immers moeilijk lopen, twee benen marcheren een stuk eenvoudiger.

In 1717 is stadsbode Willem Gooijens herbergier in de Pool. Hij krijgt dat jaar toestemming van het gemeentebestuur om in het pand naast zijn herberg een slagerij te beginnen. Niet zo vreemd, want die combinatie komt wel vaker voor. Enfin, Willem weet van wanten, tapt lustig bier en wast tegelijkertijd varkentjes.

Hermanus Harthoorn uit Kleverskerke legt in 1744 de poorterseed af en wordt zowel herbergier in de Pool als beenhouwer in het pand ernaast. Hij heeft dus op enig moment beide zaken overgenomen van Willem Gooijens. De gemeentelijke notulen van mei 1752 melden het volgende: ‘Hermanis Harthoorn, herbergier in de Pool heeft op het pinksterfeest, tegen het verbod van de magistraat in, een speelman in zijn herberg toegelaten’.

Vleeshouwer

Als Harthoorn in 1760 overlijdt zet zijn weduwe Martha de Kam beide zaken nog drie jaar voort. In 1763 volgt zoon Jan Harthoorn zijn moeder op. Hij wordt herbergier in de Pool en vleeshouwer in het pand dat de naam Goude Hoop draagt. Jan is ook nog eens stadsbode, dus tel uit je winst. Jan lijdt echter net als zijn vader aan een ongeneeslijke vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid. Me dunkt meer een deugd dan een ondeugd. Hij krijgt, zo blijkt uit de gemeentelijke notulen in 1774, behoorlijk van onderuit de zak. ‘De stadsbode, herbergier en vleeshouwer Jan Harthoorn krijgt een reprimande. Hij moet er voor zorgen dat alle ‘passagiers’ in zijn herberg behoorlijk worden bediend, gelogeerd en te slapen’. Jan trouwt in 1787 met IJlje Blom. Het echtpaar krijgt een zoon: Barend Jan die later als stadsbode in de voetsporen van zijn vader zal treden. Op 18 januari 1805 overlijdt Jan Harthoorn. Dat is wellicht ook het einde van de herberg. Ik had graag een redelijk aantal koele pinten in de Pool gedronken, maar … helaas pindakaas.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.