“Als je als kroegeigenaar een volle bar wilt, moet je twee vrouwenfietsen voor je zaak zetten. Dan stroomt het zo vol met mannen.” Toen ik dat vorige week een gast aan de bar hoorde zeggen moest ik erg lachen. De opmerking was uiteraard over de top, maar ik begreep meteen wat hij bedoelde. Er zijn ontelbaar veel cafés waar het uiterlijk of het karakter van de medewerkers nauwelijks invloed heeft op de omzet, maar iedereen weet dat het aannemen van mooie of leuke mensen wel kan bijdragen aan het succes van een horecagelegenheid. Ik heb mensen, zeker mannen, maar al te vaak nog eens een extra rondje bier zien bestellen, omdat ze zichtbaar genoten van hun uitzicht. Bij mij en mijn maatjes uit de pubertijd was dat uitzicht ook een factor, herinner ik me. Voor onze 15e verjaardag waren we ’s avonds voornamelijk te vinden in Middelburgse jeugdsozen als Double D (in Dauwendaele), Hofplein (Centrum) en Trefpunt (Nassaulaan) en overdag in cafetaria’s, zoals Martin’s Automatiek op de Markt, maar vanaf 1986 pakten we het serieuzer aan. Toen kwamen zaken als Meccano, La Folie en Cavern in beeld. We waren er weliswaar nog net iets te jong voor, maar meestal kwamen we wel binnen. Het deurbeleid was toen minder streng dan nu.
Onze eerste ‘echte’ kroegbezoekjes vonden plaats in een Middelburgse café dat niet zo lang bestaan heeft: café Colours aan Vlasmarkt 39. Die zaak, van Harmen van Loon en Angelique Riemens, was een opvolger van de wat beruchtere zaak (In) de Verkeerde Wereld en een voorloper van Café Dangeroe van Ben Vriesman. Tegenwoordig is Café Bardot gevestigd in het pand. Je kunt er lang en kort over praten, maar uiteindelijk komt het er toch op neer dat Colours niet zo lang heeft bestaan omdat het geen groot succes was. Voor broekjes als wij, ‘die net kwamen kijken’, was het echter de perfecte tent. We kregen veel aandacht en ruimte van Harmen en Angelique. Dat was precies wat we nodig hadden. In die kroeg leerden we onder meer hoe je poolbiljart speelt en hoe je óók drankjes kunt bestellen als je met een groep op stap bent. We bestelden in het begin al die bessenjenevertjes, Pisang Ambons en andere zoete rommel een voor een, totdat Angelique er ons fijntjes op wees dat we ook een potje konden maken. Daar waren we zelf nog niet opgekomen.
Natuurlijk werden we ook door dat soort aardigheidjes vaste klantjes van de zaak, maar de belangrijkste reden was de aanwezigheid van Angelique op zich. Stiekem waren we allemaal – we waren met een man of tien – een beetje verliefd op haar. Door het leeftijdsverschil hoefden we ons natuurlijk geen illusies te maken, maar daar maalden we niet om. Dat heb je nu eenmaal, als de hormonen door je lijf gieren. We konden onze ogen niet van haar afhouden. Dat was in de gelegenheden, die in de jaren daarop zouden volgen niet anders. Overal hadden we wel een favoriet. Nu, 30 jaar later is dat eigenlijk nog steeds zo. We kunnen prima zonder, maar als er een aardige barvrouw aan het werk is, bestellen we er vaak toch nog eentje extra. ‘Boys will be boys’.