Veel mensen dromen weg bij de gedachte aan het Zeeuwse licht vanaf de Hoge Hill op Domburg. Ze dromen van de tijd dat kunstschilders als Mondriaan en Toorop zich aan het begin van de 20e eeuw thuis voelden in de Domburgse parel. Natuurlijk is het mooi dat er zoveel schoonheid door het stadje waarde. Dokter Mezger, wiens vrouw uit Middelburg kwam, beklopte, kneep en wreef de ledematen van zijn meer dan goed bedeelde klanten. Zijn gouden duimen legden hem overigens geen windeieren. Domburg floreerde in die periode als nooit tevoren. Het medisch toerisme verdween toen Mezger uit Domburg vertrok, maar het bleef een komen en gaan van mooi-weer-toeristen. Vogels van diverse pluimage landden aan en brachten jarenlang kleur in de stad, die Domburg al 793 jaar is. Natuurlijk voerden en voeren de oosterburen de boventoon met zo links en rechts Europeanen allerhande.
Zo vertelde mijn oude middelbare schoolmakker en vrije Domburger Cees Maas dat de Engelse band The Who in het begin van de jaren ’70 een bungalow huurde in het Prinsenpark. Getooid in Afghaanse jassen kuierden ze op zomerdagen door de Oost- en Weststraat. De ‘patchouli’ was niet van de lucht, evenals die van een welriekend pretsigaretje. Er logeerden vaak gasten bij The Who en dat waren op muzikaal gebied niet de minsten. Afijn, in die tijd werd er in de zomer weleens een bescheiden popfestival georganiseerd bij kasteel Westhove. Op het grote grasveld stond een podium voor de rododendrons en er was een bar bij het bruggetje. Er werd niets aan het toeval en de dorst overgelaten. Op enig moment trad Earth & Fire op met Jerney Kaagman als ‘leading lady’. In de pauze stapte een aantal muzikanten op het podium en er ontstond een jamsessie. Er stonden een solo- en basgitarist, wellicht Zeeuwen, op het toneel en een langharige, bebaarde man begon het nummer ‘Room to move’ op zijn mondharmonica te spelen. Dat was geen Zeeuw, maar John Mayall die over de hele wereld furore maakte met zijn Bluesbreakers. Even later stapte er een beer van een vent het podium op en dat was Bob ‘The Bear’ Hite, de zanger van Canned Heat. The Bear was een maatje van John Mayall. Ze deelden samen een huis in Laurel Canyon in Californië. Mayall heeft er nog een liedje over geschreven, The Bear, dat op de lp ‘Blues from Laurel Canyon’, maar dit terzijde.
Earth & Fire was not amused dat er op hun instrumenten was gespeeld, maar ja, wat wil je met ‘die boertjes en dat boerinnetje van buten’. De bandleden hadden wellicht niet eens in de gaten wie dat langharig en dikbuikig tuig waren. Er zijn foto’s van de legendarische jamsessie gemaakt en de mare gaat zelfs een super 8-filmpje. Het zou prachtig zijn als dat nog eens boven water komt. Zo zouden we kunnen verifiëren wie ‘who is who’ in de jaren ’70 in Domburg was. Dat zou nog eens cool zijn.