In den beginne, zo rond 1890, opende de Gorinchemsche Bierhal op het adres Koorkerkhof A118, op de hoek van de Reigerstraat in Middelburg. Pieter Jacobus Karreman was de eigenaar en hij was niet voor één gat of zaak te vangen. Karreman zat namelijk in dezelfde periode in een koffiehuis aan de Wagenaarstraat en schonk ook een drankje in het prachtige pand De Steenrotse aan de Dwarskaai. Hij verkocht de Gorinchemsche Bierhal in 1908 aan William Seymour en die veranderde de naam van de zaak in de Lange Jan. Kort geleden liep ik beeldend kunstenaar Han Reijnhout tegen het lijf. Hij is zeer handig met zijn handen en van vele markten thuis. Han vertelde dat hij een afbeelding van een ets had: ‘The Lange Jan Cafe’, Middleburg’. De ets werd rond 1913 gemaakt door de Brit Leslie Moffat Ward. Han dacht dat er misschien wel een verhaal voor de Middelburg en Veerse Bode in zat. Dat verhaal werd dus geschreven. Bij dezen dank ik Han voor de tip. Zo loop ik wel vaker tegen iets moois aan. William Seymour verkocht de Lange Jan in 1923 aan Johannes Brandenburg. Hij koos voor de naam Torenzicht. Zes jaar later verhuurde hij zijn negotie aan Marinus Bek en die opereerde weer onder de naam Lange Jan. Bek was bekend met de uitdrukking ‘adverteren doet verkopen’ en hij adverteerde in 1932 met de tekst: ‘Bier. Bier. Vanaf Donderdag 6 October groot glas bier 10 cent. Café ‘De Lange Jan’, Middelburg. Aanbevelend M. Bek’. Zo kon je voor weinig bieren in de Lange Jan.
Johannes Heeren kwam in oktober 1934 in de zaak. Eind 1935 tekende Johannes Surendonk een huurcontract en hij zette de Lange Jan in het zonnetje. Na vijf jaar van redelijke voorspoed begon de ellende. Het pand leed aan een verzakking en er kwamen grote scheuren in de muren. De Lange Jan moest zowel binnen als buiten worden gestut. De courant schreef: “Naar wij vernemen zal herstel wel niet meer goed mogelijk zijn en zal wel tot algeheelen herbouw moeten worden besloten.” De Lange Jan overleefde de beschietingen of het bombardement – daar raken de historici het nooit over eens- van mei 1940. Toch werd het pand een jaar later gesloopt. Dat betekende het einde van de Lange Jan.
Surendonk zat in 1940 in hotel Sonnevanck aan de Blauwedijk, maar moest het hotel een jaar later van de hand doen. Hij was zeker twee illusies armer en vertrok met meer dan gemengde gevoelens uit Middelburg. Later kwam Piet Maljers in Sonnevanck. Hij zat eerder in de Vriendschap aan de Kapellestraat in Veere. Ome Piet, ik was een oom-zeggertje, is echter een verhaal dat later wellicht nog eens wordt verteld. De teloorgang van de Lange Jan is eigenlijk een historisch misverstand. Men moest en zou herbouwen, maar vergat het pand na herbouw een horecafunctie te geven. Waarom, dat weet niemand. Het was wellicht een dubbeltje op z’n kant. Dat is jammer, want ik had graag nog eens gebierd in de Lange Jan.