Een paar weken geleden kwam ik m’n oud-collega Hans Bostelaar tegen. We werkten samen op het sportcomplex Nadorst-Nassaulaan. Hans, een begenadigd atleet in zijn gouden jaren, vroeg of ik al eens wat geschreven had over café ’t Wafeltje. Hans kon zich de zaak goed herinneren, want hij had aan de Seisweg gewoond. Daar stond vroeger ’t Wafeltje. Het huis waar Hans woonde werd, evenals het abattoir, geofferd aan de Laan der Verenigde Naties en het deel Seisweg richting Buttinge heette vanaf die tijd Walcherseweg. Afijn, Hans reikte me deze Kroegpraat dus in het voorbijgaan aan.
De zogenaamde lootjesboeken van het Onze Lieve Vrouwegasthuis in de Lange Delft vermelden op 10 augustus 1798 dat patiënte Catharina Kanter meid is van Jan Boedt in ’t Wafeltje op de Seisweg. In de Middelburgsche Courant van 30 januari 1768 staat echter al een advertentie van herberg het Wafelhuis op de Seysweg. De Middelburgsche Courant van 6 december 1859 meldt dat er bij J. Vader, met toestemming van de gemeente Grijpskerke, in herberg het Wafeltje doeken, dassen en Sint-Nicolaas worden verloot. Mosterd na de maaltijd van de versmakking die overal op Walcheren altijd op sinterklaasavond plaats heeft. Het Wafeltje valt weliswaar onder de gemeente Grijpskerke, maar is gevestigd in Buttinge. In 1815 wordt in de Buttingse herberg Het Land van Belofte besloten dat Buttinge en Hoogelande voortaan onder Grijpskerke vallen, de eerste gemeentelijke herindeling. In 1860 zet Vader zijn zaak te koop en ’t Wafeltje wordt verkocht voor 996 gulden. De jaren daarna wordt de zaak nog een paar keer verkocht, maar van eventuele eigenaren ontbreekt vooralsnog elk spoor.
Daar komt in 1886 verandering in, want in dat jaar wordt tuinder Pieter de Klerk eigenaar van ’t Wafeltje. Hij is op 7 mei getrouwd met Leintje Blaas die naast het werk in het café al snel ook haar eigen handeltje krijgt. De oogst van Pieter’s akker moet aan de man worden gebracht en vrouw Leintje doet dat met verve. Ze leurt vele jaren met paard en wagen de vruchten en groenten des velds uit in Middelburg en Vlissingen. Pieter zit ook niet stil wat onder meer resulteert in een bloeiend café en, tussen de bedrijven door, elf kinderen. Oefening baart kinderen, daar komt geen kunst bij kijken. Aangezien ’t Wafeltje aan de weg naar Middelburg staat en Grijpskerke precies in het midden van Walcheren ligt, is er veel aanloop. Van spelerieërs die een rondje Wacheren doen in een verewagen tot de dorstige, toevallige passanten op weg naar nergens en biljarters die hopelijk op tijd krijten. In 1944 moet het echtpaar vluchten voor het water dat Walcheren overspoelt. Zij worden geëvacueerd naar Waarde waar ze twee jaar later hun diamanten bruiloft vieren. Helaas kunnen ze niet terug naar Buttinge en verdwijnt ’t Wafeltje in de vergetelheid der dingen. Pieter overlijdt in 1954 op 92-jarige leeftijd en Leintje volgt hem een half jaar later, 89 jaar oud. Degenen die willen beweren dat werken in de horeca ongezond is, verklaart bovengetekende brooddronken en dwaas.