Natuurlijk kent iedere rechtgeaarde Walcherenaar de Roode Leeuw in Domburg. Wellicht weinigen, zeker wanneer je niet van Domburg komt, weten dat er lang geleden nog een leeuw in het Domburgse actief was. Dat was herberg de Witte Leeuw aan de Herenstraat. In 1765 verkoopt Hendrik Ravesteijn de herberg voor 450 pond Vlaams (ongeveer 1350 euro) aan Willem Oostdijck. Later verandert de naam van de herberg in de Vriendschap en nog later in Pension Parkzicht. Het pand wordt op 1 november 1944 verwoest en daarbij komen eigenaren Johannis en Pietje van Beveren-Passenier en hun zoon Willem om het leven. Laten we onze aandacht na dit trieste verhaal liever richten op de Roode Leeuw, want daar zijn prachtige en vrolijke verhalen over te vertellen. Jaap Labrujere schreef in 2003 het onovertroffen ‘De Domburgse caféhouders in de twintigste eeuw 1930-1970’, waarin Pier van der Meule een prominente rol speelt. Pier wordt in 1901 eigenaar van de Roode Leeuw die dan over een indrukwekkende dubbele deur beschikt. Links van de deur is het cafégedeelte en rechts een winkeltje waar je voor een cent een toffee of ander lekkers kon kopen. De toonbank bestond uit planken en tussen twee planken zat een kier waarin weleens een cent te loor ging.
In 1939 neemt Kees Schoonenboom de zaak van Pier over en samen met echtgenote Neel en dochter Maatje breidt hij de zaak gaandeweg uit. Zo beginnen ze met de verkoop van ijs dat met een ijscokar wordt uitgeleurd. Niet alleen in Domburg, maar ook op de camping, op Aagtekerke en bij Zonneveld. Kees leurde zelf met paard en wagen op het strand. Er werd ook friet verkocht eerst vanuit een frietkar en later uit een raam van de vroegere woonkamer. Friet was Neel’s domein. Ze zal in haar leven ontelbare kilo’s aardappelen hebben geschrapt, want diepvries friet was er toen nog niet.
Maar laten we Jaap Labrujere even het woord geven. “Het was er ’s zomers altijd een gezellige bedrijvigheid en Kees betaalde als de bank. Kees Schoonenboom was dus een prima werkgever. Daarbij kon hij als hij achter zijn toog (inmiddels verplaatst naar de andere muur) stond prima vertellen. Als hij een verhaal eindigde met ‘gebeurd mannen’ wisten de vaste klanten dat het verhaal waarschijnlijk enigszins was aangepast. In mijn jonge tijd was dit café een trefpunt voor de jonge Domburgers. Ook kwamen er veel vrijgezellen. Dit was ook de groep die altijd op de Markt tegen de gevel van de toenmalige woonkamer stond. Dat was voor Kees en Neel niet zo leuk want ‘s winters, als het koud was werden de voeten opgewarmd door ze met regelmaat tegen de gevel van de kamer te stampen. In de kamer hoorde je dan steeds bons, bons, bons. Daar werd je knettergek van.” Kees Schoonenboom stapt in 1958 uit het café. Eigenaren kwamen en gingen tot Wouter Saman en Debora Riemens, pas getrouwd, de zaak in 2007 overnamen. Zij zitten tot op de dag van vandaag nog steeds in de Roode Leeuw.