Barcodes – Doorzakken als de krant gezakt is

Metropole_ca._1959

Vanmiddag ga ik naar de nieuwjaarsreceptie van mijn stamkroeg Bar American in Middelburg, maar of ik een glas met een journalist van deze krant zal heffen is twijfelachtig – dat is weleens anders geweest. In de jaren ’60-‘80 bijvoorbeeld, toen Jacques Cats en Peter Verhage in de huidige Drukkery zetelden – Kees Cijsouw zat in Goes – bezat men een dorst die niet alleen op scoops gebaseerd was. Het barretje dat Cees Mulder in de krochten van Sint Joris, nu de Bommel, had gemaakt was een trefpunt, evenals de Reutel en Damzicht. In dat laatste café kwam ik vaak, de RHBS was vlakbij, en ik heb er vaak gedamd met Jacques Prince. De RHBS bleek later een broedplaats voor journalisten – ik heb de schoolbanken gedeeld met o.a. Hans Laroes, Cees Maas, Redmar Kooistra, Oscar Garschagen en Theo Richel.

In het barretje van Sint Joris legden Andreas Oosthoek en Wim Riemens ook weleens aan, meestal in het gezelschap van vriend Ko van Liere die een kledingzaak in de Lange Delft had. Ruben Oreel, die dit jaar zijn 35-jarig jubileum als PZC-fotograaf viert, kwam in de Zanzibar, dat legendarische knijpje in het Kerspel waar ik mijn eerste blowtje rookte. De absolute nadronk genoot men op laatste benen in Don Quichotte, nu La Piccola Italia, of Chez verre d’or, nu Underground.

Ook Vlissingen, de krant hield kantoor in de Walstraat, had zo zijn zaken waar men aanschoof. Schuin over de burelen – die jaren lang werden schoon gehouden door beeldend kunstenaar Herman Goetheer – was Metropole, nu de Hoppit, dat café Stouthart genoemd werd naar de eigenaar of Tijger Annie omdat Stouthart’s dochter soms in een pantervelletje gekleed ging. In Metropole waren naast Andreas Oosthoek, William Rothuizen, Hans Verhagen, Hans “Tube” Hubregtse en Rob van Hoek kind aan huis. Atlanta, Zaal voor echte Vlissingers, was ook een vaste stek en daar haalden latere wethouder Willem Wisse, Dick Faber en Adrie Schreurs vaak een neutje; later verkaste men naar de Concurrent in het Groenewoud. Op de hoek van het Groenewoud en de Wilhelminastraat was café de Wijnberg, de vaste hangplek van sportjournalist Joop van den Berg die er veelvuldig van acquit ging.

Als de krant gezakt was, kon het weleens gebeuren dat men behoefte aan een slaapmutsje had. Men liep naar Astoria of La Cave of ging per Kever c.q. Kapitän Mobylette naar de Vic waar de Bostella soms welig tierde; anderen verkozen dan weer Brit of het Strandhotel als doorzaklocatie. In die tijd was je eigenlijk 24 uur per dag journalist – het nieuws lag op straat en in de kroegen te vondeling – wat niet echt bevorderlijk was voor de gezinssituatie. Er kwam pas verandering in die situatie toen er een CAO werd aangenomen waarin de werktijden en het toezicht daarop waren geregeld. De tijd van toen is achterhaald en de krant is al lang geen meneer meer. De broodletter van nieuwe broodheer Van Thillo laat zich vooralsnog raden. Ik hoop dat hij de krant niet laat zakken – mazzel en broge PZC.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.