De tramlijnbegeerte die ik voel is niet ontleend aan Tennessee Williams, noch aan het belletje dat in mijn hoofd gaat rinkelen als ik terugdenk aan mijn studententijd in Den Haag. Nee, die begeerte is louter gebaseerd op de stoomtram die ik ken van foto’s uit de beeld- en artikelen uit de krantenbank van de Zeeuwse Bibliotheek. Al grasduinend in beide banken voor Middelburgdronk kwam ik tot de ontdekking dat de stoomtram op 24 december 1881 voor het eerst tussen Middelburg, vanaf de Markt, en Vlissingen spoorde. De horeca speelde gretig in op dit fenomeen en in zowel Middelburg en Vlissingen kwamen er cafés die de naam Tramzicht droegen – in Middelburg aan de LangeViele en in Vlissingen in de Aagje Dekenstraat. In West-Souburg was er ook nog een café, op de Nieuwe Vlissingseweg ter hoogte van het Marnixplein, dat de naam Tramhalte droeg.
Toen we vorig jaar met Veeredronk begonnen struinde ik opnieuw de banken af om onderzoek te doen naar de tramverbinding Middelburg-Domburg. Die tram had zijn maiden voyage op 14 april 1906 en volgde de route Middelburg, vanaf de Loskade, Koudekerke-Biggekerke-Zoutelande-Meliskerke-Boudewijnskerke-Westkapelle-Aagtekerke-Domburg. Ook nu stapte de horeca in met café Tramhalte aan de Middelburgse Blauwedijk en naast het nog steeds bestaande café Tramzicht aan de Stationstraat in Domburg stond er een naamgenoot aan de Poppekerkseweg in Westkapelle. De notabele Westkappelaar Willem Gabriëlse was er stamgast en in zijn terugblik ´T oude Westkappelse leefpatroon doet hij ook een boekje open over het café van Jacob Minderhoud (Jaop van Keesje) en echtgenote Pieternella Lievense (Piete van Jaop of ’t Radijsje). De Belgische loodsen die bijna dagelijks in Westkappel van boord gingen waren kind aan huis in Tramzicht. Ze warmden zich ’s winters aan het vuur en het gehele jaar door aan de oude klare – op die manier werden uit- en inwendige mens versterkt in het wachten op de tram.
In de meeste Walcherse dorpen was een station met wachtkamer waar ook een alcoholische versnapering kon worden genuttigd. De agent van de N.V. Stoomtram Walcheren, die overigens bij het station woonde, beschikte over een alcoholvergunning en mocht dus schenken – in de praktijk was het echter veelal de echtgenote die uit dat vaatje tapte. De stoomtram vervoerde niet alleen personen, maar ook goederen (b.v. materialen voor de Westkappelse dijk), vee en al wat Gods akker gaf . In de sukerpeejentied (oktober-december) werden er zelfs speciale bietentrams ingezet om de rijke oogst te transporteren – in topjaren werd er zo’n 16.000 ton suikerbieten per tram vervoerd. Helaas kon de zoetheid van een tramritje naar het zilte van de zee niet voor altijd blijven duren. In december 1936 werd de tram op het traject Middelburg-Domburg vervangen door een autobus en de laatste tram van Middelburg naar Vlissingen reed in augustus 1944. Ik heb eigenlijk nooit goed begrepen waarom de stoom- en na 1910 elektrische tram uiteindelijk het loodje legde. Natuurlijk, tijd vliegt, maar per tram was het nu perfect onthaasten geweest, de Tramzicht’s niet van de lucht en mijn tramlijnbegeerte eindelijk ten volle bevredigd.